Bradyaritmieën Flashcards

(9 cards)

1
Q

Welke afleidingen worden gebruikt voor het bepalen van het sinusritme?

A
  • afleidingen I, II en aVF positief
  • afleiding aVR negatief
  • afleiding V1 bifasisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is atriaal ritme?

A

Atriaal ritme lijkt op sinusritme, maar komt uit een andere focus in de boezems. Er is dus wel sprake van ‘atriale activiteit’, maar deze heeft een andere vorm dan een normale P-top. De P-top is positief in I en II, negatief in III en aVF en bifasisch in V1. De atriale pulsgenerator bevindt zich dus op de bodem van het rechteratrium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen een sinus arrest en een sinoatriaal exit blok?

A

Een sinusarrest of sinuspauze wordt gedefinieerd als de afwezigheid van P-toppen op het ECG meer dan 2 seconden tot enkele minuten. De duur van de pauze mag niet veelvoud (wel langer, maar geen exacte veelvuldiging) zijn van het voorafgaande PP-interval. Dat wijst namelijk op een SA-exit-blok. Tijdens een SA-exit-blok is er een elektrische blokkade tussen de sinusknoop en het omliggende boezemweefsel. Hierdoor kunnen de signalen de sinusknoop niet verlaten. De pauze bij een SA-exit-blok is dus een veelvoud van het voorafgaande PP-interval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een AV-blok?

A

Bij een AV-blok is er een vertraging of blok in de AV-knoop, waardoor de PQ-tijd toeneemt (1e-graads-AV-blok), er sporadisch geen QRS volgt op een P-top (2e-graads-AV-blok), of zelfs geen verband meer bestaat tussen de QRS-complexen en de P-toppen (3e-graads-AV-blok).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de kenmerken van een eerste-graads-AV blok?

A
  • er is alleen PQ-verlenging (PQ > 0,2 sec)
  • iedere P-top wordt gevolgd door een QRS-complex
  • komt voor bij 16% van de 90-plussers
  • meestal het gevolg van degeneratieve-veroudering van het geleidingssysteem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de kenmerken van een tweede-graads-AV blok

A
  • er zijn P-toppen die niet gevolgd worden door een QRS-complex
  • 2 typen:
    • type 1 (Wenckebach): het PQ-interval verlengt bij iedere slag totdat er een QRS-complex uitvalt
    • type 2 (Mobitz): er is onregelmatige uitval van het QRS-complex zonder verlenging van het PQ-interval
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer is er sprake van een hooggradig AV-blok?

A

Als er minimaal 2 toppen niet gevolgd worden door een QRS-complex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de kenmerken van een derde-graads AV blok?

A
  • er is sprake van een totaal blok: er is helemaal geen AV-geleiding meer
  • geen verband tussen de P-toppen en QRS-complexen: AV-dissociatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de behandeling van een AV-blok in de acute setting?

A

Start met atropine 0,5 mg intraveneus. Isoprenaline kan ook toegediend worden (let op bij acute coronaire syndromen, want dan kan isoprenaline ventriculaire tachycardie uitlokken). Als de sinus bradycardie of asystolie aanhoudt ondanks atropine en isoprenaline, dan dient een transcutane of transveneuze pacemaker geïmplementeerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly