C3 - Sociale-communicatie: Problemen in de Sociale Ontwikkeling en/of de Taalontwikkeling Flashcards

(21 cards)

1
Q

Wat kenmerkt de ‘Wilde van Aveyron’? (3)

A
  • 10jarige jongen zonder beschaving
  • opgegroeid bij de dieren
  • kon niet praten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn 3 transactionele modellen?

A
  1. Diathese Stress model
  2. Model van Pennington
  3. Transactioneel model
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zegt het ‘diathese stress model’? (2)

A
  • stress komt vaak uit een link met de omgeving
  • stoornis komt pas tot uiting als iemand een “kwetsbaarheid” heeft
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zegt het ‘model van Pennington’? (2)

A
  • relatie tussen genen, hersenontwikkeling en cognitieve functies bij stoornissen
  • bidirectionele causaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zegt het ‘transactioneel model’?

A

er is een constante interactie tussen individu en omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is ‘prosopagnosie’?

A

= niet meer herkennen van gezichten door een beschadiging in het brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar bestaat de 3G-driehoek uit?

A
  • Gedachten
  • Gevoelens
  • Gedrag
    = constant invloed op elkaar (probeer gedrag en gedachten te veranderen, dan gaat gevoel hopelijk vanzelf mee)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is ‘arousal’?

A

= een fysiologische staat van alertheid die iemand in staat stelt om te handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen hyperarousal en hypoarousal?

A

o Hyperarousal = angst, overfocus
o Hypoarousal = desinteresse, onderfocus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Is het Trekmodel nature of nurture?

A

nature (traits)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Is het Omgevingsmodel nature of nurture?

A

nurture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem de 7 stappen naar sociale vaardigheid

A
  1. Gezichtsherkenning
  2. Emotieherkenning & Social Referencing
  3. Emotieregulatie
  4. Exploratie & Cirkel van Veiligheid
  5. Imitatie
  6. ToMind, Perspectief nemen
  7. Sociale Cognitie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de Cirkel van Crick & Dodge (stap 7 van sociale vaardigheid) (bestaat uit 6 stappen)

A
  1. Signalen waarnemen
  2. Betekenis geven
  3. Doelen bepalen
  4. Reacties bedenken
  5. Keuze maken
  6. Uitvoering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn 3 stappen van Taalproductie?

A
  1. Preverbale communicatie
  2. Taalbegrip
  3. Taalproductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is mentaliseren?

A

woord geven aan iemands emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de Kwetsbaarheidshypothese?

A

genetische aangelegde kwetsbaarheid om bepaalde
symptomen te ontwikkelen onder invloed van specifieke stressoren

17
Q

Wat is de Complicatiehypothese?

A

langdurige psychopathologische syndromen veroorzaken
tijdelijke veranderingen in de persoonlijkheid

18
Q

Wat is de Littekenhypothese?

A

permanente persoonlijkheidsverandering ten gevolge van een mentale stoornis

19
Q

Wat is de Pathoplastiehypothese?

A

🧠 Je persoonlijkheid bepaalt mee hoe psychische problemen zich uiten, maar is niet de oorzaak ervan

20
Q

Wat is de Spectrumhypothese?

A

Persoonlijkheid en psychische problemen liggen op een lijn. Iedereen heeft trekken, maar bij sommige mensen zijn die sterker en veroorzaken ze klachten

21
Q

Wat is de Continuïteitshypothese?

A

stoornisse liggen net als bij spectrumhypothese op een schaal, maar de oorzaak kan verschillen