C5 - Verstandelijke Beperking Flashcards

(16 cards)

1
Q

Wat doet het ‘Model van WHO’?

A

Kijkt ook naar de culturele context waarin iemand is opgegroeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een stoornis?

A

= niveau van menselijk organisme (lichamelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een beperking?

A

= niveau van menselijke activiteiten (jezelf kunnen verplaatsen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een ‘handicap’?

A

= niveau van menselijke participatie (kun je meedoen?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de definitie van een ‘Verstandelijke Beperking’?

A

= een handicap die wordt gekenmerkt door significante beperkingen zowel in intellectueel functioneren als in adaptief gedrag –> komt tot uiting in conceptuele, sociale en praktische vaardigheden (ontstaat al voor leeftijd van 18e jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk model gebruiken we nu om een (L)VB vast te stellen?

A

Multidimensioneel model van functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Op welke domeinen moet volgens het ‘multidimensioneel model van functioneren’ ondersteuning zijn? (5)

A
  1. Verstandelijke mogelijkheden (intellectueel functioneren)
  2. Adaptief gedrag
  3. Gezondheid: etiologie
  4. Participatie, interactie & sociale rollen
  5. Context
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is een VB een handicap?

A

Ja
- een VB is per definitie een handicap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is IDD?

A

Intellectual Developmental Disorder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waardoor wordt IDD gekenmerkt? (3)

A
  1. beperkingen in intellectueel functioneren
  2. beperkingen in adaptief functioneren
  3. ontstaan voor 18e
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn oorzaken van ernstig VB? (5)

A
  • groot deel genetisch
  • voeding
  • leeftijd ouders
  • milieuvervuiling
  • cultuur (kind voelt zich minder in een hoogopgeleid gezin)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het verschil tussen behandeling en ondersteuning?

A
  • behandelen is gericht op genezing
  • ondersteunen is gericht op maatschappelijk participeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar houd de ‘Ontwikkelingsdynamische benadering van Dosen’ rekening mee (naast IQ) om mensen met VB beter te begrijpen? (4)

A
  1. biologische dimensie (genetische aanleg)
  2. functiedimensie (geheugen, aandacht…)
  3. sociale dimensie (omgeving)
  4. ontwikkelingsdimensie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe hangen ‘gedragsproblemen’ en ‘sociaal emotionele ontwikkeling’ samen?

A

Mensen met een VB kunnen blijven hangen in fasen van sociaal-emotionele ontwikkeling –> dit kan leiden tot gedragsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke paradigma’s zijn er over Verstandelijke Beperkingen?

A
  1. Defectmodel
  2. Medisch model
  3. Ontwikkelingsmodel
  4. Normalisatiemodel
  5. Participatiemodel /burgerschapsmodel (heden) (nu komt ook steeds meer besef dat
    de inzet van twee kanten moet komen en dat wij ons dus ook moeten aanpassen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar bestaat Multidimensioneel model van functioneren (AAIDD, 2009) uit?

A

Vijf dimensies:
1. Verstandelijke mogelijkheden
2. Adaptief gedrag
3. Gezondheid/ etiologie
4. Participatie, interactie en sociale rollen
5. Context