Chapter 2 Flashcards

1
Q

Bewegingsdrang

A

Een jongbasisschoolkind kan veel met zijn lijf en wil daarom graag veel bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Billenschuiver

A

In plaats van kruipen bewegen sommige baby’s en dreumesen zich op hun billen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Consultatiebureau

A

Meet de groei en ontwikkeling van kinderen en biedt hulp als dat nodig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Doorbraakpijn

A

De pijn die veroorzaakt wordt doordat een tand door het tandvlees komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Exploratiedrang

A

De dreumes is continu in beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fijne motoriek

A

Kleine bewegingen zoals knippen, schrijven of een spijker oppakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fontanellen

A

Twee zachte en kwetsbare plekken op het hoofd van een baby waar de schedel nog niet helemaal dichtgegroeid is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gerolde houding

A

Een pasgeboren kindje heeft lang in een gerolde houding in de baarmoeder gezeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Groeicurve

A

Lijn in een grafiek waarin je kunt zien hoe een kind in een bepaalde periode is gegroeid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Groeispurt

A

Een versnelling in de groei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Baby

A

0 - 1 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dreumes

A

1 - 2 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Peuter

A

2 - 4 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kleuter

A

4 - 6 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Jong basisschoolkind

A

6 - 9 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ouder basisschoolkind

A

9 - 12 jaar

17
Q

Puber

A

12 - 15 jaar

18
Q

Adolescent

A

15 - 18 jaar

19
Q

Jongvolwassene

A

18 - 21 jaar

20
Q

Motorische ontwikkeling

A

De ontwikkeling van het maken van simpele bewegingen naar complexe bewegingen

21
Q

Aantal principes van de motorische ontwikkeling

A

Van boven naar beneden
Van dichtbij naar veraf
Van grof naar fijn

22
Q

Ontwikkelen

A

Opgroeien naar volwassenheid

23
Q

Ontwikkelingsgebieden

A
  • Lichamelijk en seksueel
  • Cognitief
  • Creatief- expressief
  • Taal
  • Sociaal- emotioneel
24
Q

Puberteit

A

De fase in de leeftijd van 12 tot 15 jaar waarin kinderen grote veranderingen doormaken

25
Q

Reflexen

A

Prikkels in de omgeving zorgen voor een reactie van de zenuwen in de hersenen waardoor spieren bewegen

26
Q

Belangrijke reflexen

A
  • Zoekreflex
  • Zuigreflex
  • Grijpreflex
27
Q

Robben

A

Als een baby op de buik schuift en zich symmetrisch afzet met beide handen

28
Q

Rolgedrag

A

Het gedrag van kinderen van 9-12 jaar waarbij ze het gedrag van rolmodellen nadoen (imiteren)

29
Q

Schuttershouding

A

Een kind dat met één knie op de grond steunt, terwijl het andere been op de voet steunt en een andere strekbewegingen maakt

30
Q

Tijgeren

A

Als een baby op de buik naar voren schuit terwijl het zich afzet met afwisselend de rechter- en linkerelleboog

31
Q

Zindelijkheid

A

Het vermogen om urine of ontlasting op te houden