cnidaria Flashcards

(33 cards)

1
Q

Wat zijn Cnidaria?

A

Een stam van diploblastische dieren met gespecialiseerde netelcellen (cnidocyten) voor verdediging en voedselvangst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn cnidocyten?

A

Gespecialiseerde cellen bij Cnidaria die nematocysten bevatten, structuren die kunnen ‘vuren’ om prooien te vangen of vijanden af te weren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een nematocyst?

A

Een capsulaire structuur in cnidocyten die een harpoenachtige draad bevat die kan uitschieten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen poliep en medusa?

A

De poliep is sessiel en cilindervormig; de medusa is vrijzwemmend en schijfvormig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke symmetrie hebben Cnidaria?

A

Radiale symmetrie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zijn Cnidaria protostomen of deuterostomen?

A

Geen van beide; ze zijn een basale groep met een onduidelijke plaatsing in de evolutionaire boom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel kiemlagen hebben Cnidaria?

A

Twee: ectoderm en endoderm (diploblastisch).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is mesoglea?

A

Een geleiachtige, niet-cellulaire laag tussen de ectoderm en endoderm van Cnidaria.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de vier klassen van Cnidaria?

A

Anthozoa, Scyphozoa, Cubozoa, Hydrozoa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn kenmerken van Hydrozoa?

A

Hebben vaak een koloniale vorm met zowel poliepen als medusen in hun levenscyclus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn kenmerken van Scyphozoa?

A

Zijn echte kwallen met een dominante medusa-fase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn kenmerken van Cubozoa?

A

Kubusvormige medusen, vaak zeer giftig, zoals de dooskwal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn kenmerken van Anthozoa?

A

Bevatten alleen de poliepvorm, zoals koralen en zeeanemonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe planten Anthozoa zich voort?

A

Zowel seksueel (via gameten) als aseksueel (knoppen, deling).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een planula?

A

Een vrijzwemmende larve die ontstaat uit bevruchte eicellen bij Cnidaria.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een gonozooid?

A

Een gespecialiseerde poliepvorm die zich bezighoudt met voortplanting binnen koloniale Hydrozoa.

17
Q

Wat is een gastrozooid?

A

Een voedingspoliep in een koloniale Hydrozoa.

18
Q

Wat is een dactylozooid?

A

Een verdedigingspoliep in een koloniale Hydrozoa.

19
Q

Wat is de functie van de hypostoom?

A

Het is het mondgebied omgeven door tentakels bij poliepen.

20
Q

Welke weefsels hebben Cnidaria?

A

Epidermis (van ectoderm), gastrodermis (van endoderm), en mesoglea ertussen.

21
Q

Wat is kenmerkend voor de levenscyclus van Hydrozoa zoals Obelia?

A

Hydrozoa kennen een afwisseling van poliep- en medusastadia; de poliep vormt kolonies en geeft medusen af die geslachtelijke voortplanting verzorgen.

22
Q

Welke functie heeft het velum in de medusa van Hydrozoa?

A

Het velum concentreert de stuwkracht van het water bij het zwemmen van de medusa.

23
Q

Wat is een voorbeeld van een Hydrozoon zonder medusavorm?

A

Chlorohydra viridissima.

24
Q

Hoe plant Chlorohydra viridissima zich voort?

A

Zowel aseksueel via knopvorming als seksueel met ontwikkeling van een planulalarve.

25
Wat is het Portugees oorlogsschip in termen van structuur?
Een kolonie van gespecialiseerde poliepen (zooïden), geen echte medusa.
26
Wat is kenmerkend voor de levenscyclus van Scyphozoa zoals Aurelia aurita?
Scyphozoa hebben een dominante medusavorm. De poliep (scyphistoma) produceert ephyra’s via strobilatie die uitgroeien tot medusen.
27
Wat is strobilatie in Scyphozoa?
Een proces waarbij de poliep zich segmentarie afsnoert in ephyra’s die uitgroeien tot volwassen kwallen.
28
Wat zijn rhopalia bij Aurelia aurita?
Zintuigorganen aan de rand van het scherm met een ocellus (lichtgevoelig) en statocyst (evenwichtsorgaan).
29
Wat is kenmerkend voor de levenscyclus van Cubozoa zoals Chironex fleckeri?
De poliep vormt slechts één enkele medusa door volledige metamorfose, geen strobilatie.
30
Wat onderscheidt Cubozoa van Scyphozoa?
Cubomedusen hebben een kubusvormig lichaam, vier pedalia en complexe ocelli met lens.
31
Wat is kenmerkend voor de levenscyclus van Anthozoa zoals Metridium?
Er is geen medusavorm; poliepen planten zich voort via knopvorming of seksueel met ontwikkeling van een planulalarve.
32
Wat is de functie van de septa bij Anthozoa?
Ze versterken het lichaam, vergroten de oppervlakte voor vertering, en ondersteunen de gonaden.
33
Wat is het verschil tussen Hexacorallia en Octocorallia?
Hexacorallia hebben tentakels in veelvouden van zes; Octocorallia hebben acht geveerde tentakels.