Rotifera Flashcards

(22 cards)

1
Q

Tot welke groep behoren de Rotifera volgens de moleculaire fylogenie?

A

Tot de Lophotrochozoa, samen met anneliden en mollusken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom behoren Rotifera niet tot de Ecdysozoa?

A

Omdat ze nauwer verwant zijn met Coelomata en kenmerken delen met trochoforalarven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de drie klassen binnen de Rotifera?

A

Monogononta, Digononta (Bdelloidea), en Seisonidea.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is kenmerkend aan Monogononta?

A

Ze reproduceren zowel seksueel als parthenogenetisch, met slechts één gonade per geslacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is uniek aan Bdelloidea (Digononta)?

A

Ze reproduceren enkel parthenogenetisch en hebben twee vrouwelijke gonaden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke klasse van Rotifera is marien en leeft epizoïsch?

A

Seisonidea.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de belangrijkste morfologische kenmerken van Rotifera?

A

Gecilieerde corona, gespierde farynx (mastax) met trophi, voet met tenen, cuticula.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe verplaatsen vrijlevende Rotifera zich?

A

Met behulp van de gecilieerde corona of kruipend als een spanrups.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het belang van de mastax en trophi?

A

De mastax is een gespierde farynx met kaken (trophi) voor voedselverwerking; trophi zijn taxonomisch belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de functie van de corona bij Rotifera?

A

Voedseltransport naar de mond en voortbeweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de functie van de lorica?

A

Bescherming en mogelijkheid tot terugtrekken van kop en voet bij gevaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de trochus en cingulum?

A

Twee gecilieerde banden op de corona; trochus vóór de mond, cingulum erachter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke bewegingstechnieken gebruiken Rotifera?

A

Zwemmen met corona of kruipen met spanrupsbeweging via de voet en spieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de functie van de mastax bij Rotifera?

A

Verpulveren, grijpen of zuigen van voedsel, afhankelijk van het type trophi.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke delen bevat het spijsverteringskanaal van vrouwelijke Rotifera?

A

Mond, mastax, oesophagus, maag, darm, cloaca.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de retrocerebrale zak bij Rotifera?

A

Een klierachtige structuur bij het cerebraal ganglion, mogelijk sensorisch of slijmproducerend.

17
Q

Welke zintuigen komen voor bij Rotifera?

A

Ocelli en sensorische ciliën met tast- of chemosensorische functie.

18
Q

Wat is de functie van het protonefridiale stelsel bij Rotifera?

A

Osmoregulatie; afvalstoffen worden grotendeels verwijderd via diffusie.

19
Q

Wat is eutelie bij Rotifera?

A

Het bezit van een vast aantal cellen bij volwassen stadium.

20
Q

Hoe planten Monogononta zich voort in verschillende seizoenen?

A

Zomers: parthenogenetisch (amictisch); herfst: seksuele reproductie (mictisch + mannetjes).

21
Q

Wat zijn wintereieren bij Rotifera?

A

Bevruchte, dikschalige eieren die ongunstige omstandigheden kunnen overleven.

22
Q

Wat is cryptobiose bij Bdelloidea?

A

Een rusttoestand waarin de rotifer volledig uitdroogt en later weer tot leven komt.