inleiding Flashcards

(74 cards)

1
Q

Wat zijn de twee hoofdcategorieën waarin het dierenrijk is onderverdeeld?

A

Vertebrata en Invertebrata

Vertebrata zijn gewervelde dieren en Invertebrata zijn ongewervelde dieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het gemeenschappelijke kenmerk van Invertebrata?

A

Afwezigheid van een wervelkolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn enkele bestaansproblemen waar alle dieren mee te maken hebben?

A
  • Opnemen van voedsel
  • Opnemen van zuurstof
  • In evenwicht houden van water- en zoutbalans
  • Verwijderen van metabolische afvalproducten
  • In stand houden van hun soort
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de rol van classificatie in de biologie?

A

Het categoriseren van organismen in groepen om communicatie tussen biologen mogelijk te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is fylogenetische systematiek?

A

De studie van de evolutionaire verwantschappen van levende organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is cladistiek?

A

De meest gebruikte methode om organismen te klasseren volgens hun evolutionaire verwantschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een belangrijk voordeel van cladistische analyses?

A

Ze produceren hypotheses die het mogelijk maken om eigenschappen van organismen te voorspellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen Protostomia en Deuterostomia?

A

Protostomia: blastoporus vormt de mond; Deuterostomia: blastoporus vormt de anus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de verschillende vormen van symmetrie in het dierenrijk?

A
  • Sferisch
  • Radiaal
  • Biradiaal
  • Bilateraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is bilaterale symmetrie?

A

Slechts één vlak verdeelt het organisme in twee helften die elkaars spiegelbeeld zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn diblastische en triblastische organismen?

A
  • Diblastisch: afkomstig van twee kiemcellagen (ectoderm en endoderm)
  • Triblastisch: afkomstig van drie kiemcellagen (ectoderm, mesoderm en endoderm)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de drie types coeloomholten?

A
  • Acoelomata: geen coeloom aanwezig
  • Pseudocoelomata: bezitten een pseudocoel
  • Coelomata: bezitten een echt coeloom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is segmentatie in dieren?

A

De ontwikkeling van een reeks gelijkaardige weefselmassa’s tijdens de embryonale groei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de kenmerken van de blastoporus bij Protostomia?

A

De blastoporus vormt de mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de kenmerken van de blastoporus bij Deuterostomia?

A

De blastoporus vormt de anus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verschil in klieving tussen Protostomia en Deuterostomia?

A
  • Protostomia: spiralige klieving, gedetermineerde klieving
  • Deuterostomia: radiale klieving, niet-gedetermineerde klieving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de functie van een coeloom in dieren?

A

Het biedt een secundaire lichaamsholte die volledig door mesoderm is afgelijnd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de belangrijkste structurele kenmerken voor de classificatie van dieren?

A
  • Symmetrie
  • Aantal kiemcellagen
  • Aanwezigheid en structuur van een coeloom
  • Segmentatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat gebeurt er wanneer bij Spiralia in het 2- of 4-cel stadium de cellen worden gescheiden?

A

Deze cellen ontwikkelen slechts tot een halve of vierde van een normale larve en stopt de verdere ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe kan het coeloom worden gevormd?

A

Het coeloom kan door splijting (schizocoel) of door afsnoering van de primitieve darm (enterocoel) ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Noem de fyla die behoren tot de Schizocoelomata.

A
  • Annelida
  • Mollusca
  • Arthropoda
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn de fyla die tot de Enterocoelomata behoren?

A
  • Echinodermata
  • Chordata
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is een belangrijk kenmerk voor classificatie van dieren?

A

Het type van larvale ontwikkelingsstadia dat voorkomt bij de verschillende groepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is het dipleurula-type larve?

A

Een larve die doorgaans boon- of niervormig is, met een lus voedingscilia rond de mond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn de kenmerken van trochophora-type larven?
* Bosje sensorische trilharen bovenop * Dubbele krans trilharen op de evenaar voor zwemmen en voedselopname
26
Wat is moleculaire fylogenie?
Een benadering waarbij homologe moleculen als karakterbron worden gebruikt om de mate van verwantschap tussen diergroepen te bepalen.
27
Noem de drie belangrijke types van moleculaire technieken binnen de moleculaire fylogenie.
* Elektroforetische en immunologische technieken * Aminozuursequenties * Nucleïnezuur-fylogenie
28
Wat meet DNA/DNA-hybridisatie?
Het gemak waarmee homologe DNA-ketens van twee soorten een dubbele helix kunnen vormen.
29
Wat is DNA barcoding?
Een techniek om ongekende organismen tot op soort te brengen op basis van sequentie-informatie van een standaard gen dat in alle dieren voorkomt.
30
Wat zijn mitochondriën vermoedelijk ontstaan uit?
Kleine heterotrofe prokaryoten die efficiënt waren in aërobe ademhaling.
31
Wat is het endosymbiosemodel?
Een model dat stelt dat mitochondriën en chloroplasten zijn ontstaan uit kleine prokaryoten die in grotere cellen verbleven.
32
Wat is de rol van ribosomaal RNA (rRNA) in fylogenie?
Het wordt gebruikt om relaties te bepalen tussen de rijken en de domeinen vanwege zijn goed geconserveerde aard.
33
Wat is het verschil tussen eukaryoten en prokaryoten?
Eukaryoten hebben cellen met een nucleus en membraneuze organellen, terwijl prokaryoten dat niet hebben.
34
Noem de rijken die zijn onderscheiden in het 5-rijken systeem van Whittaker.
* Animalia * Plantae * Fungi * Protoctista * Monera
35
Wat is een synapomorf kenmerk?
Een positief kenmerk dat alle leden van een monofyletische groep verenigt.
36
Wat onderscheidt de Animalia van de Plantae en Fungi?
Heterotrofie en de afwezigheid van een celwand in de dierlijke cel.
37
Wat is de blastula?
Een ontwikkelingsstadium dat bestaat uit één enkele cellaag rond een met vocht gevulde holte.
38
Wat gebeurt er bij de vorming van een gastrula?
De buitenste cellaag wordt de epidermis door het naar binnen plooien via een blastoporus.
39
Wat zijn haploïde gameten?
Eicellen en zaadcellen die samenkomen bij bevruchting tot een zygote ## Footnote Haploïde gameten zijn de voortplantingscellen van volwassen organismen.
40
Wat is de blastula?
Een ontwikkelingsstadium dat bestaat uit één enkele cellaag rond een met vocht gevulde holte ## Footnote De blastula ontstaat na mitotische delingen van de zygote.
41
Wat is gastrulatie?
Het proces waarbij de blastula naar binnen plooit via een blastoporus ## Footnote Dit proces leidt tot de vorming van de gastrula, een belangrijk ontwikkelingsstadium.
42
Wat zijn de drie primaire kiemlagen in de gastrula?
* Ectoderm * Endoderm * Mesoderm ## Footnote Deze lagen ontwikkelen zich tot verschillende organen en weefsels van het volwassen organisme.
43
Wat is een synapomorf kenmerk van dieren?
Het eiwit collageen ## Footnote Collageen komt voor vanaf de Porifera tot de hogere dieren.
44
Wat zijn Hox genen?
Homeobox genen die eiwitten produceren die andere genen controleren ## Footnote Hox genen zijn belangrijk voor de ontwikkeling van lichaamsstructuren.
45
Wat is de oorsprong van het rijk Animalia volgens de hypothese?
Het is ontstaan in de zee uit koloniale protisten ## Footnote Deze kolonies zouden naar binnen zijn gaan plooien, wat leidde tot de eerste gastrula-achtige proto-dieren.
46
Noem enkele van de best gekende Phyla binnen het dierenrijk.
* Porifera * Cnidaria * Platyhelminthes * Nematoda * Mollusca * Annelida * Arthropoda * Echinodermata * Chordata ## Footnote Deze negen Phyla bevatten de bulk van het dierenrijk.
47
Wat is het verschil tussen Parazoa en Eumetazoa?
Parazoa hebben geen echte weefsels, Eumetazoa hebben wel echte weefsels ## Footnote Parazoa omvatten het Phylum Porifera (sponzen).
48
Wat zijn acoelomate dieren?
Dieren zonder lichaamsholte, zoals de Platyhelminthes ## Footnote Deze dieren hebben een onvolledig spijsverteringskanaal.
49
Wat is een pseudocoelomaat?
Dieren met een lichaamsholte die niet volledig omgeven is door mesodermaal weefsel, zoals de Nematoda ## Footnote Pseudocoelomaten hebben een vals coeloom.
50
Wat is een coeloom?
Een met vocht gevulde holte volledig omgeven door mesodermaal weefsel ## Footnote Coelomaten hebben dit kenmerk, wat beschermende en skeletfuncties biedt.
51
Wat is het verschil tussen protostomen en deuterostomen?
Bij protostomen wordt de blastoporus de mond, bij deuterostomen de anus ## Footnote Dit verschil in embryonale ontwikkeling is cruciaal voor hun classificatie.
52
Wat zijn de kenmerken van vertebraten?
* Cefalisatie * Gesloten bloedsomloop * Schedel * Wervelkolom ## Footnote Vertebraten zijn een subgroep binnen het Phylum Chordata.
53
Wat zijn Ecdysozoa?
Een groep dieren die hun cuticula vervellen, zoals arthropoden en nematoden ## Footnote De naam Ecdysozoa verwijst naar het proces van vervelling (ecdysis).
54
Wat is het belang van ecdysteroïden?
Ze controleren het proces van vervelling bij Ecdysozoa ## Footnote Dit hormonale proces stelt deze dieren in staat om hun exoskelet af te werpen.
55
Wat zijn de belangrijkste groepen binnen de Ecdysozoa?
* Arthropoden * Priapuliden * Nematoden ## Footnote Deze groepen zijn gekend om hun unieke aanpassingen en levenscycli.
56
Wat is de rol van segmentatie in dieren?
Het biedt een structuur voor de organisatie van organen en systemen ## Footnote Segmentatie is een kenmerk dat voorkomt bij verschillende Phyla, zoals Annelida en Arthropoda.
57
Wat is het verschil in ontwikkeling tussen protostomen en deuterostomen?
Protostomen hebben gedetermineerde ontwikkeling, deuterostomen hebben niet gedetermineerde ontwikkeling ## Footnote Dit heeft invloed op de ontwikkeling van de embryo's.
58
Wat zijn de Ecdysozoa?
Een grote groep binnen het dierenrijk, gekarakteriseerd door het proces van vervelling
59
Op welke basis is de fylogenie van de Ecdysozoa vastgesteld?
Een combinatie van morfologische kenmerken en onderzoek gebaseerd op 18SrRNA en Hox genen
60
Wat is een belangrijk kenmerk van de chitineuze cuticula van arthropoden?
Mogelijk niet homoloog met de collageneuze cuticula van nematoden
61
Wat zijn de Lophotrochozoa?
Een belangrijke groep in het dierenrijk die behoort tot de Bilateria
62
Wat is de betekenis van de naam Lophotrochozoa?
Afgeleid van de Lophophorata en de Trochozoa
63
Wat is een kenmerk van alle Trochozoa?
Protostomen, waarbij de mond zich ontwikkelt vóór de anus
64
Noem twee grote groepen binnen de Trochozoa.
* Mollusca (weekdieren) * Annelida (ringwormen)
65
Wat is een trochophora larve?
Een larve met twee banden van cilia rond het midden, gebruikt voor zwemmen en voedselverzameling
66
Waarom is de fylogenie van de Lophotrochozoa revolutionair?
Het plaatst arthropoden niet meer als nauwe verwanten van anneliden
67
Wat zijn de Lophophorata?
Een groep die onder andere de Phoronida, Ectoprocta (mosdiertjes) en Brachiopoden omvat
68
Wat is het gemeenschappelijk kenmerk van de Lophophorata?
De lophofoor, een ongewoon voedingsorgaan met holle tentakels
69
Wat is de huidige consensus over de monofyletische status van de Lophophorata?
Ze worden vaak geplaatst in de Lophotrochozoa, wat hun monofyletisch en protostome karakter benadrukt
70
Wat blijft er onveranderd in de moderne fylogenie ondanks moleculaire studies?
De groepering van de Eumetazoa, Bilateria, en de indeling in Protostomia en Deuterostomia
71
Wat is de bescheiden positie van de mens binnen de totale diversiteit?
De klasse van de Mammalia is slechts één van de 12 andere binnen het Phylum van de Chordata
72
Wat is de verhouding van het Phylum van de Chordata binnen het dierenrijk?
Het is slechts één van de ongeveer 35 andere Phyla binnen het rijk van de dieren
73
Vul de lege ruimte in: De Lophophorata hebben geen duidelijke lichaamsholte zoals de _______.
[Trochozoa]
74
Waaruit bestaat de fylogenie van de Lophotrochozoa, naast morfologische kenmerken?
Onderzoek gebaseerd op 18SrRNA kenmerken