College 5 ANTISOCIALE PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN Flashcards
(31 cards)
ASPS in de DSM-5 Sectie II (categorisch)
Een diepgaand patroon van gebrek aan achting voor en schending van de rechten van anderen, vanaf het vijftiende jaar aanwezig en tot uiting komend in diverse situaties, zoals blijkt uit drie (of meer) van de volgende kenmerken:
niet in staat zich te conformeren aan de maatschappelijke norm dat men zich aan de wet moet houden
oneerlijkheid
impulsiviteit of onvermogen ‘vooruit te plannen’
prikkelbaarheid en agressiviteit
roekeloze onverschilligheid voor de veiligheid van zichzelf en anderen
constante onverantwoordelijkheid
ontbreken van spijtgevoelens
ASPS in de DSM-5 Sectie III (dimensioneel) (Criterium A en B)
Criterium A, problemen in:
Identiteit: Egocentrisme, identiteit hangt op aan macht
Zelf-directie: Doelen stellen gebaseerd op persoonlijk voordeel, geen prosociale interne
standaarden, niet voldoen aan normatief ethisch gedrag opgelegd door wet of cultuur
Empathie: Geen medeleven voor gevoelens, noden en lijden van anderen, geen spijt na
iemand te kwetsen of mishandelen
Intimiteit: Onvermogen tot mutueel intieme relaties, enkel uitbuiting, bedrog, dwang,
gebruik van intimidatie en dominantie om anderen onder controle te houden
Criterium B, met name problemen in:
Manipulatief gedrag, ongevoeligheid, onbetrouwbaarheid, vijandigheid (allen
Antagonisme), riskant gedrag, impulsiviteit en onverantwoordelijk gedrag (allen Disinhibitie)
ASPS diagnose
Gedragsstoornis < 15 jaar pre-conditie voor ASPS (in DSM-5 Sectie II)
Kritiek vanwege focus criteria (in Sectie II) op antisociaal gedrag en criminaliteit i.p.v.
onderliggende persoonlijkheids- en interpersoonlijke problematiek
→ Suggereert dat schenden normen samenleving = mentale ziekte
Psychopathie wordt gezien als extreme vorm van ASPS
o Ca. 1/3 van mensen met ASPS heeft ernstige psychopathische trekken o.b.v. de PCL
(Hare, 2003)
o Verband ASPS-psychopathie niet duidelijk gespecificeerd in DSM-5 Sectie II
Gedragsstoornis (Conduct disorder; DSM-5 Sectie II)
Repetitief en persistent gedragspatroon waarbij basisrechten van anderen of sociale normen/regels worden geschonden, zoals blijkt uit drie (of meer) van de volgende kenmerken:
Agressief gedrag ten opzichte van mensen of dieren
Vernietiging van eigendom
Bedrieglijkheid of diefstal
Ernstige overtredingen van regels
Prevalentie and co-morbiditeit ASPS
Prevalentie
Schattingen tussen 1-7% of population
Mannen > Vrouwen
Meest voorkomend gedurende jonge volwassenheid, symptomen nemen meestal af met leeftijd
Tot 80% van populaties in gevangenissen kwalificeert voor een ASPS diagnose
ASPS is voorspellend voor meer criminaliteit, geweld, recidive, herveroordeling en heropsluiting
o Maar let op: vicieuze cirkel voorspeller en uitkomst!
Co-morbiditeit
Middelenmisbruik
Angst- en depressieve stoornissen
Slechte fysieke gezondheid
Vroegtijdige sterfte (suïcide en roekeloos gedrag)
Maatschappelijke kosten van ASPS –>
Sociale kosten
Antisociale gedragingen hebben impact op familie en vrienden
Afwezigheid/Instabiliteit in relaties en opvoeding
Maatschappelijke kosten van ASPS –> Maatschappelijke kosten van ASPS
Sociale en gezondheidsdiensten
Strafrechtelijk systeem
Schade aan slachtoffers en aan eigendom
Werkeloosheid
Gokproblematiek
Middelengebruik
Etiologie van ASPS
Exacte etiologie is onbekend, maar:
o Problemen ontstaan al vroeg in het leven
o Hebben een genetische basis
o Zijn gelinkt aan afwijkingen in de hersenen
o Zijn relatief stabiel over tijd
→ Mul factoriaal construct met een basis in de genen en omgeving
Terrie Moffit – typologie van antisociaal gedrag
- Life-course-persistent
- Adolescence-limited
Terrie Moffit – typologie van antisociaal gedrag –>
Life-course-persistent
Problemen tijdens het hele leven
Onstaat vroeg in het leven (< 10 jr)
Basis in erfelijke of ontwikkelde neuropsychologische variatie
Risicofactoren in de omgeving: slechte of ontoereikende ouderschap, verstoorde
gezinsbanden, armoede, slechte relaties met leeftijdsgenoten en leraren
Gebrek aan kansen om prosociale skills aan te leren
→ Interacties gedurende de ontwikkeling tussen individu en omgeving dragen gradueel bij aan persoonlijkheidsproblematiek
Terrie Moffit – typologie van antisociaal gedrag –> Adolescence-limited
Ontstaat gedurende de puberteit
Maturity gap (biologische rijping vs. volwassen privileges)
Normatieve ontwikkeling waarbij delinquentie wordt vertoond om autonomie te verkrijgen
Sterke invloed van leeftijdsgenoten
Antisociaal gedrag neemt af wanneer ze volwassen worden
→ Normatieve ontwikkeling met name door omstandigheden specifiek voor de adolescentie
Omgevingsinvloeden
ASPS
Individuen met ASPS hebben vaker meegemaakt…
o Psychosociale ontbering
o Kindermisbruik
o Afwezigheid van of verwaarlozing door
ouders
Maar: moeilijk om omgevings- en genetische invloeden te onderscheiden, omdat ouders ook genen delen met kind
Gen x omgevingsinteracties ASPS
Negatieve sociale ervaringen kunnen genetische gevoeligheid triggeren
Prominent voorbeeld: monoamine oxidase A gene (MAO-A)
Caspi et al: consistente gen×omgeving (G×E)
interacties tussen blootstelling aan
kindermishandeling en MAOA genotype
→ Associaties tussen kindermishandeling en antisociaal gedrag afhankelijk van MAOA:
Lage-activiteit variant gevoeliger voor effecten van mishandeling dan hogeactiviteit variant
Originele studieresultaten zijn gerepliceerd
Neurobiologie van ASPS
ASPS is gelinkt aan hersenstructuur en functioneren
ASPS groep ~11% minder grijze massa volume vergeleken met psychiatrische controlegroep
Lagere autonomische activiteit (hartslag + huidgeleiding) tijdens sociale stressoren (video met speech over hun fouten)
Prefrontale-Amygdala-Striatum Model van ASPS
Structurele en functionele afwijkingen in deze structuren kunnen kernproblemen verklaren:
o Prefrontale cortex – Zelf-controle
o Amygdala – Verminderde ontwijking (avoidance) van straf en negatieve stimuli
o Striatum – Verhoogde gevoeligheid voor belonende stimuli
Hechtingstheorie
Focust op emotionele band en interacties tussen mensen
Noodzaak voor menselijke relaties en interactiepatronen ontstaan in vroege kindertijd
Psychologische problemen kunnen ontstaan wanneer processen zijn verstoord
ASPS en hechting
Negatieve ervaringen + Genetische aanleg = Verstoring van normatieve ontwikkeling hechting –> gedragsproblemen
Normaal:
Neiging om nabijheid te zoeken bij primaire zorgers voor bescherming en gevoelens van
veiligheid
Zorgers bieden veilige haven voor exploratie van de zelf en anderen
Als dit proces wordt verstoord kunnen problemen ontstaan in:
Emotieregulatie
Impulscontrole
Socialisatie
Mentalisatie (theory of mind)
→ basis voor persoonlijkheidsproblemen in het latere leven
ASPS en hechting: empirisch bewijs
Gewelddadige criminelen (gevangenis populatie) vaker een dismissieve hechtingsstijl dan niet-gewelddadige mensen met een PS (Levinson & Fonagy, 2004)
Meta-Analysis: Onveilige hechting gelinkt aan meer psychopathie en CU trekken maar niet meer antisociaal gedrag (van der Zouwen, 2018)
De rol van angst in ASPS (en psychopathie)
Grote variabiliteit in ASPS symptomen en types van geweld
Verschillen in angst kunnen mogelijk deze verschillen verklaren:
Hoge angst en geen psychopathische trekken (CU)
Lage angst en gevarieerde niveaus van psychopathische trekken (CU)
Verschillen in soort geweld
Beoordeling van ASPS
Identificatie en behandeling van co-morbide stoornissen!
Diagnose: Structured Clinical Interview for DSM-5 Personality Disorders: SCID-5-PD
Risico: Historical Clinical Risk-20 (HCR-20) of Violence Risk Appraisal Guide (VRAG) → Risico
voor anderen en voor zelf (bijv. suïcide preventie)
Beoordeling neuropsychologische problemen (bijv. trauma aan het hoofd door roekeloos gedrag)
Ernst psychopathie (PCL-R)
o Patiënten met verhoogde niveaus van psychopathie zijn moeilijker te behandelen en
minder ontvankelijk voor behandeling
Behandeling voor ASPS
Nog altijd diepgeworteld geloof dat ASPS onbehandelbaar is → afwijzing bij mentale
gezondheidszorg
Complicerende factoren bij behandeling ASPS
Drugs and alcohol misbruik
Chaotische levensstijl
Verhoogd risico op geweld en manipulatie tijdens behandeling
Weinig evidence-based behandelprogramma’s beschikbaar
Behandeling vaak opgedragen door rechtbank, als deel van gevangenisstraf of ambulant
Behandelingsaanpak ASPS (en rnr)
Cognitieve Gedragstherapie + training voor sociale skills en probleemoplossing
Baseer op RNR model:–>
Risk: Behandel individuen met het hoogste risico
Need:
Focus op dynamische criminogene factoren
Criminele houdingen
Middelengebruik
Impulsiviteit
Responsibility: Geef behandelingen die betrokkenheid dader maximaliseren
Behandeling voor ASPS – Cochrane Review
19 relevante studies (2020)
Onderzoeksvraag: Wat zijn de effecten van behandelingen gebaseerd op praten en denken voor volwassenen (18 jr of ouder) met ASPS, vergeleken met treatment-as-usual (TAU), wachtlijst en geen behandeling?
Lijst van behandelingen:
o Cognitieve Gedragstherapie
o Impulsive Lifestyle Counseling
o Contingency Management
o Schematherapie
o Sociale probleemoplossing en psychoeducatie
o Dialectische gedragstherapie
Conclusie: Te weinig bewijs van goede kwaliteit om bepaalde psychologische behandelingen aan of af te raden voor mensen met ASPS