College 7 EMOTIE EN EMOTIEREGULATIE Flashcards
(30 cards)
Emoties – Een definitie
Emoties kunnen worden gedefinieerd als psycho-fysiologische fenomenen. Dat betekent…
a. Een relatief korte, gebeurtenis-specifieke, affectieve reactie
b. Die functioneel en adaptief is
c. En die meerdere componenten omvangt, zoals… (hoeft niet hele lijstje te leren voor
tentamen)
o Interne of externe triggers
o Cognitieve evaluatie (appraisal)
o Physiologische activatie
o Gedragsneigingen
o Distinctieve gedragsuitingen
o Bewuste subjectieve ervaring (d.w.z. voelen)
Emotionele staat vs. trek (trait) niveau
Emoties kunnen worden bestudeerd op verschillende niveaus…
A. Staat niveau
Emotionele reactie op een bepaald moment
Hoe voel je je nu?
Binnen-persoonsniveau van analyseren
Experience sampling of gedragsanalyse
B. Trek niveau
Een persoon hun neiging tot het ervaren van bepaalde emoties
Hoe voel je je in het algemeen of meestal?
Persoonlijkheidstrekken boosheid en negatieve emotionaliteit (Neuroticisme)
Tussen-persoonsniveau van analyseren
Cross-sectionele en longitudinale studies
verschillen emoties, affect en humeur (mood)
Affect: Defined as a bread range of feelings that people experience. Affect can be experienced in the form of emotions or mooods
Emotios:
- Caused by specific event
- Very brief in duration (seconds or minutes)
- Specific and numerous in nature
Moods:
- Cause is often general and unclear
- Last longer than emotions (hours or day)
- More general
Boosheid (of woede) – Een definitie
Relatief specifiek syndroom (of netwerk) van motorische, somatoviscerale, en cognitieve reacties op specifieke omstandigheden
die gepaard gaan met de neiging om een doelwit pijn te doen” (Berkowitz, 2012)
Één van de basis emoties (assumptie van universaliteit)
Relatie met agressie zit al in de definitie
Bewijs voor link negatieve emotionaliteit en agressie
Wang et al. (2020):
o Boze ruminatie (Angry Rumination; AR) is gelinkt aan meer reactieve agressie (RA)
o 6 maanden later in een groep Chinese studenten
Fanti & Henrich (2010):
o 10-jaar lange studie van ~1200 children
o Kinderen die continu comorbide internaliserende en externaliserende problemen ervaarden, hadden een grotere kans om:
risicovolle gedragingen te vertonen,
om te gaan met leeftijdsgenoten die dit soort gedrag vertonen
afgewezen te worden door leeftijdsgenoten
asociaal te zijn t.o.v. leeftijdsgenoten in de vroege adolescentie
o Echter, kinderen met enkel internaliserende problemen hadden enkel een verhoogd
risico op 4de punt)
Frustration-Aggression Hypothesis
Opgesteld door John Dollard en collega’s in 1939
Inspanningen om doel te bereiken worden geblokkeerd of verhinderd (–> frustratie)
–> Andere negatieve emotionele ervaring (bijv. verdriet, angst)
EN
–> Boosheid –> Agressie
→ Frustratie is een noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde voor agressie
General Strain Theory
stressfactoren (negatieve ervaringen in de kindertijd. Falen om doelen te bereiken)
–>
Negatieve emotionaliteit (BOOSHEID, depressie, teleurstelling, angst)
–>
Deliquentie (correctieve stappen, stress verminderen)
Niet bij alle mensen resulteren ervaringen van boosheid in delinquentie!
Problemen met de General Strain Theory
- Coping skills als moderator of mediator?
- Veel mensen ervaren stress en negatieve emoties, maar worden niet delinquent. Zijn coping skills de enige variabele die bepaalt of mensen delinquent worden?
- Ook hier weinig ruimte voor cognitieve beoordeling (appraisal)
Klinisch perspectief: Novaco
Aversieve gebeurtenis
–>
Opwinding (arousal)
–>
Cognitieve beoordeling (appraisal)
–> Angst (angstige opwinding)
EN
–> Boosheid (boze opwinding)
vanuit boosheid–>
Regulatie van boosheid?
ja –> geen geweld
nee–> geweld
Combinatie van voorgaande modellen met een cognitieve component, vanuit een klinisch perspectief.
Boosheid (of boze opwinding) heeft veel adaptieve functies (bijv. energerend, expressief) maar kan ook negatief zijn wanneer niet goed gereguleerd!
Dit model identificeert meerdere punten voor interventie:
- Opwinding
- Cognitieve beoordeling
- Regulatie van boosheid
Affectieve en cognitieve processen gecombineerd: het General Aggression Model
GAM is een overkoepelend model dat geweld in situaties probeert te verklaren.
Persoon x Situatie interactie bepaalt interne staat, wat bestaat uit…
a. Cognitie
b. Affect
c. Opwinding (arousal)
Interne staat beïnvloedt beoordeling (appraisal) en maken van beslissingen → beïnvloedt interne staat en keuze voor soort actie
Implicaties vanuit de GAM voor de rol van boosheid
- BOOSHEID KAN INHIBITIES VERLAGEN
via cognitieve overtuigingen die wraak rechtvaardigen OF door hogere-orde cognitieve processen te verstoren (bijv. moreel redeneren) - BOOSHEID KAN GEDRAG BEKRACHTIGEN
door toegenomen fysiologische opwinding + een neiging tot approach-georiënteerd gedrag - BOOSHEID FACILLITEERT BEHOUDEN VAN AGRESSIEVE INTENTIE
via a) een focus van aandacht op provocatie, b) een bias in de verwerking van gebeurtenissen als provocerend of c) het
faciliteren van de herinnering aan provocerende gebeurtenissen in het verleden - BOOSHEID KAN EEN INFORMATIESIGNAAL ZIJN over
a) de oorzaken van een gebeurtenis, b) de schuldigheid van een persoon en c) de manieren van reageren - BOOSHEID BRENGT AGRESSIEVE GEDACHTES, SCRIPTS EN GEDRAGINGEN NAAR DE VOORGROND
i.p.v. niet-agressieve gedachtes, scripts en gedragingen
De rol van boosheid in psychopathie (a en b)
A. Disinhibitie van externaliserende symptomen
o Affectieve opwinding en gebrek aan inhibitie van gedrag
o Reactieve vormen van agressie
o Bijv. borderline persoonlijkheidsstoornis
B. Antagonistische externaliserende symptomen
o Cognitieve component van boosheid
o Aanhoudende ervaring van boosheid in combinatie met boze cognitieve verwerking
o Bijv. antisociale persoonlijkheidsstoornis
Verschillende soorten van geweld
Ontremd vs. Antagnostisch
→ Systematisch onderscheid?
2 dimensies:
Controle
Motivationele valentie
Kruis schaal ding:
IMPULSIEF
OFFENSIEF/APPETITIEF – REACTIEF/DEFENSIEF
GECONTROLEERD
Howard’s Quadripartite Typology of Violence
Linksboven: Impulsief en Offensief
–> Opwinding/recreatie: anderen schade toebrengen om positief affect te verhogen (sensatie-zoekende boosheid)
Rechtsboven: Impulsief en Defensief
–> Zelf-beschermend/razernij: wegnemen van
een interpersoonlijke bedreiging om negatief affect te verminderen (Explosieve/reactieve boosheid)
Linksonder: Gecontroleerd en Offensief
–> Zelf-bevredigend/belonend: positieve uitkomsten of bekrachtiging verkrijgen (dwingende boosheid)
Rechtsonder: Gecontroleerd Defensief
–> Wraak: wegnemen van een interpersoonlijke bedreiging middels een overwogen actie met voorbedachte rade (wraakzuchtige/ruminatieve boosheid)
Positieve emoties
Op het staat niveau kunnen positieve emoties ook antisociaal gedrag motiveren
o Trots, opwinding, sensatie-zoeken
o Motivatie om positieve emotionele ervaring te behouden of te doen toenemen
Reactieve agressie:
o Plezier in wraak
o Voodoo Doll taken zijn geassocieerd met meer positief affect
Proactieve agressie:
o Minder onderzocht
o Jagen voor sport/plezier
Tussentijdse samenvatting: Boosheid
A. Modellen die focussen op boosheid includeren vaak ook gerelateerde ervaringen (“boosheid familie”)
o Hostiliteit, minachting, irritabiliteit, frustratie, woede, razernij
o Opwinding als bepalende factor
B. Focus op regulatie van boosheid i.p.v. enkel de ervaring van boosheid
o Boosheid kan een adaptieve en functionele emotionele ervaring zijn
o Problemen ontstaan als boosheid te vaak wordt ervaren, de drempel voor het voelen
te laag is, of als er problemen zijn met regulatie
o Wordt een probleem als problemen met boosheid trek i.p.v. staat zijn
Rol van andere negatieve emoties –>
Angst
Angst is gelinkt aan antisociaal gedrag bij hoge en lage levels
Trek-niveau: mensen die vaker angst ervaren, vertonen vaker antisociale gedragingen
o Maar: mogelijk verklaard door algemene negatieve emotionaliteit!
Staat-niveau: Als iemand in een moment geen angst ervaart → meer waarschijnlijk om op dat moment risicovol antisociaal gedrag te vertonen
o Lage-angst hypothese van psychopathie
trek-niveau gebrek aan angst
Afwezigheid van de (adaptieve!) emotie angst…
Gelinkt aan externaliserende symptomen
Problemen in socio-morele ontwikkeling
Situaties die normaal angst triggeren, moeten worden vermeden
→ Wordt niet geleerd door individu
→ Gebrek aan leren door negatieve bekrachtiging
→ Ontwikkeling van gevoelloze trekken
Maar ook het omgekeerde is mogelijk: mensen worden te vertrouwend (zie video voor een voorbeeld)
Schuld en schaamte
Schuld:
Gevoel van verantwoordelijkheid voor of spijt van wangedrag
“Ik heb iets slechts gedaan”
Gelinkt aan minder externaliserend gedrag
Kan voortzetten wangedrag voorkomen
Schaamte:
Pijnlijk gevoel dat voortkomt uit het besef dat er iets oneervol, ongepast of fundamenteel fout is aan het zelf
“Ik ben een slecht persoon”
Paradoxaal gelinkt aan meer geweld
Schaamte en agressie
Ervaring van devaluatie (bijv sociale exclusie)
–>
Schaamte - emotionele pijn
–>
Gedeeltelijk ervaren als fysieke pijn
–> Triggert onmiddelijk, reactief geweld
EN
–> Stabiele pervasieve gedragsneiging tot geweld.
Wat is emotieregulatie?
Processen die beïnvloeden welke emoties we hebben, wanneer we ze hebben en hoe we ze ervaren
Multi-component proces waaronder valt: (hoeft niet hele lijstje te kunnen noemen)
a. Aandacht voor en bewustzijn van emotie
b. Emotioneel begrip of helderheid over emotie
c. Acceptatie van emotionele ervaring
d. Bevoegdheid om te onthouden aan impulsieve acties wanneer negatieve emotie
wordt ervaren
e. Bevoegdheid om doelgericht gedrag na te streven wanneer distress wordt ervaren
f. Bevoegdheid om adaptieve emotieregulatie strategieën flexibel in te zetten
afhankelijk van de context en eigen doelen
Emotieregulatie en externaliserende symptomen
Problemen in emotieregulatie worden gezien als een transdiagnostische aanwijzing van psychopathologie gelinkt met affectieve en persoonlijkheidsstoornissen
o Depressieve, angst-, obsessiefcompulsieve stoornis
o Antisociale persoonlijkheidsstoornis, sadisme, psychopathie
Problemen in emotieregulatie prospectief geassocieerd met agressie
o Bijv. studie met 482 Nederlandse adolescenten, 4-jaarlijkse metingen
emotieregulatie en externaliserende symptomen
Samenvatting resultaten onderzoek emotieregulatie en daders(1)
Daders hebben meer problemen met acceptatie van emoties
Daders hebben meer problemen met identificeren van emoties
o Gewelddadig > Seksueel > Moord > Controle groep
Mindfulness
o Daders van gewelddadige misdrijven observeren hun emoties meer dan de controle groep
o Daders van moord en seksuele misdrijven handelen met meer gewaarwording
(awareness) en daders van gewelddadige misdrijven met minder gewaarwording dan
de controle groep
o Daders van seksuele en gewelddadige misdrijven oordelen minder over hun emoties
dan de controle groep
Geen verschillen in onderdrukken (suppression) of her-beoordeling (reappraisal) van emoties
Samenvatting resultaten daders en emotieregulatie (2)
Daders van moord en seksuele misdrijven vallen anderen minder aan als gevolg van
schaamte (zeggen ze!)
Staat boosheid is het hoogst onder daders van gewelddadige misdrijven
Trek boosheid is lager voor daders van moord en seksuele misdrijven, maar hoger voor daders van gewelddadige misdrijven
→ Daders van moord en seksuele misdrijven hebben gelijkaardigere profielen in termen van emotie vergeleken met daders van gewelddadige misdrijven
Daders van gewelddadige misdrijven hebben de meeste problemen met emotieregulatie en een toegenomen ervaring van negatieve affectieve ervaringen
Daders van moord en seksuele misdrijven lijken niet erg te verschillen van noch de
gewelddadige steekproef, noch de controlegroep; ze lijken zelfs enkele voordelen te hebben in termen van het minder ervaren van boze staten en hogere niveaus van mindfulness