College 6 Flashcards

(16 cards)

1
Q

gedrag meten: ideational behaviour scale

A

Zelf-gerapporteerd gedrag die een
indicatie geven van een dispositie
om creatieve ideeën te genereren
(Likert-schalen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Identiteit en vertrouwen meten: Short Scale of Creative Self

A

Zelf-gerapporteerd belang van creativiteit voor identiteit en zelf-vertrouwen in creatieve
vermogens (Likert-schalen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Activiteit meten: Things done on your own

A

Rapporteer hoe vaak iemand activiteiten onderneemt die iets met creativiteit te maken hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

prestaties meten: creative achievement questionnaire

A

Rapporteer de prestaties die geleverd zijn tijdens je leven indicatief van creativiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kritiek metingen:

A

Operationalizatie:
1. Operationalisatie van “creativiteit” varieert
2. Geen scheiding originaliteit en toepasselijkheid (of variaties)
3. Proces gelimiteerd tot idee-generatie of proces als geheel

Validiteit:
1. Onzekerheid over relevantie items voor creativiteit
2. Assumptie dat frequentie van activiteit iets zegt over creatieve kunde
3. Sterke invloed van zelfvertrouwen op invullen schalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vragenlijsten zijn handig als

A
  1. Baseline-meting creativiteit
  2. Meten individuele verschillen, persoonlijke eingenschappen
  3. Voorspeller (moderator) in grote survey studies
  4. Als onderdeel van het testen van de validiteit van nieuwe
    vragenlijsten, creatieve taken, e.d.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Psychometrische testen

A

gebruik je om vaardigheden te meten waarvan we denken dat die creativiteit tijdens het uitvoeren van een creatief proces voorspellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Divergent denken

A

Alternative uses task:
Schrijf zoveel mogelijk dingen op die je met ‘X’ kan doen.
Instances task:
Schrijf zoveel mogelijk dingen op
die ‘X’ zijn
Similarities task:
Schrijf zoveel mogelijk overeen-komsten op tussen ‘X’ en ‘Y’
Causes task:
Schrijf zoveel mogelijk oorzaken op van
‘X’ als je kan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Objectief scoren

A

Vlotheid (Fluency): Hoeveelheid responses

Flexibiliteit (Flexibility): Hoeveelheid verschillende categorieen gebruikt in de responses

Originaliteit (Originality): Hoeveelheid responses die niemand anders in de sample verzonnen heeft; of %-score Originaliteit/vlotheid

Totaal creativiteit: Aggregaat van vlotheid, flexibiliteit, originaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Subjectief scoren

A

Average creativity (alle ideeën): 1 (helemaal niet creatief) en 5 (zeer creatief)

Top 2: Selecteer de 2 meest creatieve
ideeën. Scoor gemiddelde creativiteit

Uniqueness (Originaliteit): Hoeveelheid responses die niemand anders in de sample verzonnen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Automatisch scoren

A

SemDis software (online te gebruiken):
- Semantisch model op basis van een
groot corpus (bijv. Wikipedia)
- Woorden die vaker in dezelfde zin/
paragraaf/ pagina staan “lijken” meer
op elkaar.
- Bereken semantische afstand tussen
object (bijv. “baksteen”) en elk idee van
een deelnemer (bijv. “bouw een huis”).
- Dit is een soort “outside-the-box-ness”
score

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Convergent denken

A
  • Remote associates test: Vind het woord dat je met alle drie gepresenteerde woorden kan associëren
  • Compound remote associates test: Vind het woord van de drie gepresenteerde worden een samengesteld woord kan maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

redenen voor gebruik psychometrische creatieve taken

A
  1. Legacy (50+ jaren in gebruik)
  2. Gemakkelijk toe te dienen en te scoren
  3. Vooral handig wanneer er weinig middelen beschikbaar zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Richtlijnen voor “real-world” creativiteitstesten

A
  • Gebruik slecht-gedefinieerde en/of complexe problemen: De taak moet wel creativiteit toelaten.
  • Maak gebruik van expertise: Kennis en vaardigheiden van de deelnemers moeten
    passen bij de taak
  • Meetbare output: De taak moet leiden tot responses die je kan scoren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Procesanalyses

A

kunnen gebruikt worden om mensen zelf te laten reflecteren op de redenen van hun acties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Consensual assessment technique (CAT)

A

Creativiteit is een product van de inschattingen van twee of meer experts. Het gemiddelde wordt genomen welke gebruikt wordt als meting van de creatieve output.