College 2 Flashcards

(20 cards)

1
Q

Walls’ procesmodel

A
  • preparatie
  • incubatie
  • illuminatie
  • verificatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Preperatie

A

eerste analyse van een probleem, definiëren van een probleem, bewust proces dat gegrond is in educatie, analytische vaardigheden en probleem-relevante kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Incubatie

A

niet bewust met een probleem bezig zijn… maar onbewust gaat de geest verder met het werken aan een probleem, door ketens van associaties te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Illuminatie

A

wanneer een idee je bewustzijn binnendringt vanwege het potentieel bij te dragen aan een oplossing voor je probleem… in een “flits”, een plotselinge bewustwording

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verificatie

A

betreft het evalueren, verfijnen en verder ontwikkelen van het idee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Divergent denken

A

vanuit de bron met ideeën komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

convergent denken

A

de samenvoeging van verschillende ideeën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Campbell’s BVSR model

A

beschrijft hoe een gedachtespoor tot creativiteit kan leiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Xi= (1-Pi) Ui (1-Vi) Campbell’s BVSR Model

A

Creativity c of idea Xi
Pi = probability dat wordt gegenereerd
Ui = probability dat Xi bruikbaar is
Vi= bestaande kennis over Ui

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Guilford’s Divergent en convergent denken

A

Activiteiten:
* probleem vinden
* probleem oplossen
* implementatie oplossing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Finke’s Geneplore model

A

genereren van pre-inventieve structuren >(verfijn) (breidt concept uit)< pre-interventieve exploratie en interpretatie
> beperkingen integreren zich in dit proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

probleemdefenitie

A

identificatie en construeren van het probleem
“actief en bewust bezig zijn met het definiëren en construeren van het probleem maakt creativiteit mogelijk [later in het creatieve proces]”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

informatie verzamelen

A

zoek, organiseer en begrijp relevante informatie om een probleem op te lossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

categorieselectie

A

selecteer relevantie categorieën en cases
> Categorieën, de eigenschappen die geassocieerd zijn met deze categorieën. En de mentale modellen van de relaties tussen de categorieën en eigenschappen zijn het rauwe materiaal waarop creativiteit berust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

categoriecombinatie

A

combineer categorieën of cases
> het maken van nieuwe kennisstructuren door eerder onafhankelijke categorieën te integreren met andere categorieën of het herorganiseren van de eigenschappen binnen een bestaande categorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ideegeneratie

A

extrapoleer ideeën uit de conceptcombinaties

17
Q

idee-evaluatie

A

evalueer de consequenties van implementatie
> “Idee-evaluatie doe je om inzicht te krijgen in de invloeden en consequenties van het implementeren van een idee”
> “Idee-evaluatie is nodig om te bepalen welke ideeën geïmplementeerd kunnen worden, gereviseerd moeten worden, of de prullenbak in kunnen.”

18
Q

implementatieplanning

A

ontwikkel een plan voor implementatie
> “Planning is een generatieve activiteit waarin mentale simulatie van toekomstige acties een centrale rol speelt.”

19
Q

adaptieve uitvoering

A

monitor de ontwikkeling en stuur bij waar nodig
> Monitor je idee in de praktijk, doe stappen terug in het creatieve proces om ideeën te verfijnen, aan te passen, en daarmee succesvolle implementatie mogelijk te maken, mocht blijken dat er meer werk
nodig is.

20
Q

procesmodellen van creativiteit

A

omvatten breedgenomen dezelfde activiteiten, maar verschillen in details
1. begrijpen van het probleem
2. ideegeneratie
3. idee-evaluatie en - selectie
4. (stappen richting) implementatie
> niet lineair, maar feedforward en feedback afhankelijk van uitkomsten stappen
> verschillende “methodes en tools” zijn nodig