De relevantie van persoonlijkheidspsychologie Flashcards

(44 cards)

1
Q

Wat voor zin heeft het om persoonlijkheid te onderzoeken?

A

De relenvantie van persoonlijkheid hangt in hoge mate af van het effect dat persoonlijkheid heeft op het leven van mensen zelf en op dat van anderen. Als persoonlijkheid slechts “ruis” was zou er voor wetenschappers waarschijnlijk weinig reden zijn om zich erin te interesseren,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Met wat zijn persoonlijkheidstrekken geassocieerd?

A

Welzijn, romantische/sociale tevredenheid, echtscheiding en tevredenheid met werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Persoonlijkheid en academische resultaten

A

Lage school alle BIG FIVE invloed, intelligentie meest. Middelbare en studie: Consciëntieusheid en inteligentie even veel invloed.
Hoge C kan lagere niveaus van intelligentie compenseren en andersom.
Combi intelligentie en hoge C is het beste.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zoeken managers in werknemers?

A

Meest gewenst: Betrouwbaarheid (C) en integriteit (V/C).
OOK: Zelfbeheersing (C/-N) en samenwerking (V).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Werkprestaties en taakprestaties

A

Taak: C
Werk: C dan E dan V

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Organisatorisch Burgerschapsgedrag (OBG)

A

Gedrag dat niet formeel vereist is, maar voordelig is voor het bedrijf ( collega’s helpen, deelnemen aan/ het organiseren van sociale evenementen, de organisatie buiten het werk op een positieve manier vertegenwoordigen). Vooral C, rest ook behalve O.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Contraproductief werkgedrag (CWG)

A

Stelen van het werk, doen alsof je ziek bent en collega’s pesten. V en dan C en -N.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Persoonlijkheid en beroepsinteresse

A

Iemands beroepsvoorkeur is in zekere zin een uitdrukking van iemands onderliggende persoonlijkheid. Betere match tussen persoonlijkheid en beroep leidt tot betere prestaties en meer tevredenheid met werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

RIASOC model

A

R: Realistisch (Doeners)
I: Intellectueel (Onderzoekers)
A: Artistiek (Creatievelingen)
S: Sociaal (Helpers)
O: Ondernemend (Overtuigers)
C: Conventioneel (Organisatoren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

RIASOC met de BIG FIVE

A

Openheid: Intellectueel en Artistiek (ideeën)
Consciëntieusheid: Conventioneel en ondernemend (data)
Extraversie: Ondernemend en Sociaal (sociabiliteit)
Vriendelijkheid: Sociaal (mensen)
Geen link Neuroticisme en Realistisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke impliciete doelen sturen ons gedrag?

A

Communion, status, autonomie en prestatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Communion

A

Verlangen naar harmonieuze en betekenisvolle reacties / interacties met anderen. (onderdeel van een geheel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Status

A

Verlangen om macht, invloed en prestige te verkrijgen. E

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Autonomie

A

Verlangen om controle te hebben over wat te doen, wanneer het te doen, hoe het doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Prestatie

A

Verlangen om dingen tijdig, zorgvuldig en efficiënt te voltooien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Samenhang doelen met onze persoonlijkheidstrekken

A

Vriendelijkheid: communion
Extraversie: status
Openheid: autonomie
Conscientieusheid: prestatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom doelen goed voor werkprestaties?

A

Fundamentele doelen vervuld als ze overeenkomen met baan en dan ervaren we positieve uitkomsten (persoonlijke groei, welzijn). Ook zien we baan als zinvol en krijgen we hogere motivatie en meer werktevredenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is narratieve identiteit?

A
  • Levensverhaal, steeds ontwikkelend verhaal van het zelf (verleden, heden en verwachte toekomst)
  • geeft gevoel van eenheid, doelgerichtheid en betekenis.
19
Q

Wanneer ontstaat de narratieve identiteit?

A

In de (late) adolescentie en jongvolwassenheid, en ontwikkelt zich verder in de loop der tijd, gevormd door de context van het individu.

20
Q

Hoe wordt narratieve identiteit gemeten?

A

Het life story interview (LSI) en Narratieve ‘prompts’ (triggers)

21
Q

Het life story interview (LSI)

A

Vragen naar 10-20 ‘hoofdstukken’ (periodes) van het leven en sleutelscenes (gebeurtenissen)

22
Q

Narratieve ‘prompts’ (triggers)

A

Vragen naar gebeurtenissen, een prompt kan zijn te vragen naar een dieptepunt, hoogtepunt, en een keerpunt.

23
Q

Hoe wordt narratieve identiteit geanalyseerd?

A

Er zijn zeer veel manieren om levensverhalen te analysren. Een kernaanpak is het coderen van verhalen op thema’s zoals motivatie (deolgerichte oriëntaties, zoals communion en agency) en emotionele toon (affectief).

24
Q

Agency (voorbeeld motivatie)

A

Zelfbeschikking, controle over leven of ervarinfen/ autonomie. Schaal 0 tot 4: 0 = volledig machteloos, 2 = thema agency niet aanwezig en 4 = controle over verloop leven

25
Communion (voorbeeld motivatie)
Verhalen met hoge communion houden zich bezig met verbondenheid, intimiteit, liefde, vriendschap en zorgzaamheid van de verteller. Schaal 0 tot 4: 0 = afgewezen of geïsoleerd, 2 = thema communion niet aanwezig en 4 = zeer sterke verbondeheid.
26
Link BIG FIVE met levensverhaal
Neuroticisme: emotioneel negatieve toon Extraversie: emotioneel positieve toon (verwacht, niet gevonden) Consciëntieusheid: Agency Vriendelijkheid: Communion Persoonlijkheidstrekken hebben effect op hoe we ons levensverhaal vormgeven en wat we relevant vinden.
27
Persoonlijkheidskenmerken beïnvloeden de gezondheid via drie belangrijke paden:
Sociale relaties, stress/coping en gezondheidsgedrag
28
Sociale relaties (met BIG FIVE)
Extraversie, vriendelijkheid: meer steun zoeken. Consciëntieusheid, vriendelijkheid: minder interpersoonlijke conflicten
29
Stress/coping
Neuroticisme: meer frequente en langdurige stressacties, vermijdingsgedrag Consciëntieusheid: problemen niet uit de weg gaan
30
Persoonlijkheidstrekken via gezondheidsgedrag duur van je leven beïnvloeden.
Consciëntieusheid vermindert de waarschijnlijkheid dat men rookt, wat op zijn beurt de waarschijnlijkheid om te sterven vermindert.
31
Persoonlijkheid en levensduur
Lage consciëntieusheid sterkste voospeller van sterfte (sterker dan intelligentie of SES), want roken/drinken, niet vaak dokter gaan en geen gestructureerde levensstijl.
32
Voorwaarden persoonlijkheidsverandering
1. denken dat veranderen wenselijk of noodzakelijk is 2. veranderen haalbaar is 3. moeite doen om ons affect (emoties), gedrag, cognities en verlangens te veranderen totdat het gewoontes worden.
33
Top 3 doelen voor mensen om te veranderen
1. om welzijn te vebeteren (emotionele stabiliteit) 2. om sociale vaardigheden te verbeteren (assertiviteit, gezelligheid) 3. om werk output te verbeteren (productiviteit, creativiteit)
34
Soorten interventies
Implementatie intenties (als-dan plannen) en gedragtaken (challenges) Uitvoeren zorgt voor verandering
35
Bottom-up persoonlijkheidsverandering
Als we ons "alledaagse"gedrag lang genoeg veranderen, veranderen we in gewoonten, die veranderen in trekken.
36
Klinische therapie
Meta-analytisch bewijs suggereert dat klinische therapie (op lange termijn) Extraversie niveaus verhoogt met d = 0.25 en Emotionele stabiliteit met d = 0.50
37
Voorbeelden klinische therapie
Gediagnosticeerde depressie (dubbelblind experiment met anti-depressiva, afname neuroticisme en toename extraversie) 20 weken therapie gericht op depressie (controlegroep, vermindering depressieve symptonen, ook afname N en toename E)
38
PErsonality coACH (PEACH)
Een op smartphone gebaseerde persoonlijkheidsinterventie: - geïndividualiseerde implementatie intenties - gedragsactiveringstaken - Psychoeducatie - zelf reflectie - hulpbron activering
39
Top-down persoonlijkheidsverandering
Behandelmethoden in klinische therapie gericht op de onderliggende oorzaak van gedragingen/percepties/reacties
40
Kosten out of character gedrag
Als je introvert bent en je lange termijn extravert moet gedragen dan ben je moe, heb je negatieve gevoelens en voel je niet jezelf. Vergt veel inspanning
41
Doel persoonlijkheidsinterventies
Niet alleen oppervlakkig gedrag / gevoelens / gedachten veranderen, maar de werkelijke onderliggende trekken Het teweegbrengen van langdurige veranderingen die ook na afloop van de interventie gehandhaafd blijven.
42
Toekomstige stappen interventiestudies
- Niet alleen kijken naar zelfgerapporteerde verschillen in persoonlijkheid - langere follow-up - probeer vast te stellen welke onderdelen van de interventie tot de sterkste effecten hebben geleid.
43
Met welke relevante levensuitkomsten is persoonlijkheid gerelateerd?
Welzijn (E/N), Sociale en romantische tevrendenheid (E/V/N), academische en beroepsprestaties (C), beroepsmatige interesses en doel op het werk, lichamelijke gezondheid(C) en mentale gezondheid (E/N)
44
Waarom niet iets dat makkelijker te veranderen is?
1. Langdurige, blijvende verandering = persoonlijkheid 2. Persoonlijkheid is vaak al het impliciete doel 3. Persoonlijkheid heeft wijdverspreide effecten