Introductie en persoonlijkheidstrekken Flashcards
(49 cards)
Welke inter-individuele verschillen tussen mensen beschrijft persoonlijkheid?
Eigenschappen of trekken, motieven/doelen, interesses, vaardigheden/intelligentie en identiteit.
Persoonlijkheidstrekken
Relatief stabiele kenmerken die ons gedrag, emoties en denkpatronen beïnvloeden.
Persoonlijkheid
De karakteristieke set van gedragingen, cognities en emotionele patronen die voortkomen uit biologische- en omgevingsfactoren.
Psychologisch mechanismen
De informatieverwerkende activiteit ofwel processen deze bestaat uit input, beslisregel en output. Bijvoorbeeld gevaar –> als moedig dan vechten –> vechten
Organisatie van psychologische kenmerken
Persoonlijkheidskenmerken zijn op een specifieke manier gestructureerd bijvoorbeeld mensen die aardig zijn, zijn ook vriendelijk, maar niet persee ijverig. Overeenkomsten tussen kenmerken wijzen op gemeenschappelijke biologische/omgevingsoorzaken.
relatief duurzame manier (persoonlijkheid)
Persoonlijkheid is relatief consistent over situaties. Het is niet compleet stabiel, maar op korte termijn wel.
Interactie (persoonlijkheid)
Kenmerken en mechanismen kunnen een effect hebben op het leven van mensen en zijn krachtendie beïnvloeden hoe we denken, handelen en voelen.
Op welke manieren beïnvloedt persoonlijkheid ons?
Perceptie, selectie, evocatie en manipulatie
Perceptie
Hoe we een omgeving zien of interpreteren.
Selectie
De manier waarop we situaties uitkiezen.
Evocatie
De reacties die we bij anderen teweegbrengen.
Manipulatie
Manieren waarop we opzettelijk anderen proberen te beïnvloeden.
Intrapsychische omgeving
“in de geest” bijvoorbeeld herinneringen, dromen, verlangens.
Aanpassingsvermogen
Doelen bereiken, ermee omgaan, zich aanpassen en omgaan met uitdagingen en problemen in het leven.
3 doelen van persoonlijkheidsonderzoek
- Beschrijven
- Uitleggen
- Toepassen
3 niveaus van persoonlijkheidsanalyse
- De menselijke natuur (net als alle anderen)
- individuele/groepsverschillen (zoals sommige anderen)
- Individuele uniekheid (als geen ander)
Beschrijven (doel)
Hoe verschillen mensen van elkaar?
Uitleggen (doel)
Waarom verschillen mensen van elkaar? Dus oorzaken.
Toepassen
Wat zijn de gevolgen en hoe kunnen we die kennis gebruiken? Bijvoorbeeld levensuitkomsten.
Nomothetische niveau
Dit wordt gebruikt bij niveau 1 en 2, hierbij wordt statistiek gebruikt en dit gaat over de kwantiteit (vergelijken met anderen).
Idiografisch niveau
Dit wordt gebruikt bij niveau 3, dit is kwalitatief en het gaat om 1 persoon (uniekheid).
Trek-beschrijvende adjectieven
Woorden die persoonlijkheidstrekken beschrijven, eigenschappen die kenmerkend zijn voor die persoon en relatief duurzaam over tijd.
Verdeling van persoonlijkheidstrekken
Als we het hebben over persoonlijkheid hebben we het over labels of types, zoals bij Myers-Briggs-typen (test). Dit is niet goed, want de meeste mensen zijn niet extravert of introvert maar zitten ergens in het midden. In de realiteit is dit continu en normaal verdeeld.
Wat zijn de 3 benaderingen over hoeveel persoonlijkheidstrekken er zijn?
- Theoretische benadering
- Externe benadering
- Lexicale benadering