Persoonlijkheidsbeoordeling Flashcards
(36 cards)
Validiteit
Hoe goed de meting de persoonlijkheids eigenschap vastlegt.
Construct, face, predictive, convergente en discriminante validiteit.
Betrouwbaarheid
Hoe precies de meting is in het meten van de persoonlijkheids eigenschap.
Test-retest betrouwbaarheid, interne consistentie en inter-rater betrouwbaarheid.
Construct validiteit
Past het bij de theorie? Dus meet je wat je wil meten?
Face validiteit
Lijkt het erop dat het de eigenschap meet aan de deelnemers?
Predictive validiteit (voorspellende)
Voorspelt het gedrag of levensuitkomsten?
Convergente validiteit
Correleert het met andere factoren van de eigenschap?
Discriminante validiteit
Correleert het NIET met factoren van andere eigenschappen?
Test-retest betrouwbaarheid
Krijg ik dezelfde score als ik het meetinstrument opnieuw gebruik na X weken.
Interne consistentie
Correleren items van dezelfde eigenschap met elkaar?
Inter-rater betrouwbaarheid
Eindigen verschillende mensen die hetzelfde meten op dezelfde conclusie? Bijvoorbeeld 2 verschillende interviewers.
Relevante criteria buiten betrouwbaarheid en validiteit.
Generaliseerbaarheid/eerlijkheid, schalen/normen/standaardisatie, fakeability, efficiëntie en useability.
Generaliseerbaarheid/ eerlijkheid
Kan het meetinstrument worden toegepast op verschillende geslachten, leeftijden, talen, culturen en opleidingsniveau? Discrimineert het specifieke groepen?
Schalen/normen/standaardisatie
Heeft de test goed te vergelijken steekproeven en gestandaardiseerde scores om proefpersonen te vergelijken?
Nepbaarheid (fakeability)
Is de test veilig tegen de mogelijkheid om betere scores te “faken” ?
Efficiëntie
Is de test goedkoop en snel af te nemen?
Bruikbaarheid (useability)
Is de fysieke/cognitieve/mentale last op deelnemers laag?
Manieren om persoonlijkheid te meten
Zelf-rapport, observer-rapport, projectieve test en behavioral measures.
Zelf-rapport
Sommige informatie weten we alleen zelf, meest gebruikt, makkelijk en goedkoop en lengte varieert van 10 tot 240 items.
Z-scores
Methode om scores vast te leggen: hoe ver van het gemiddelde af, hierbij is 0 het gemiddelde.
T-scores
Methode om scores vast te leggen: Z-scores anders opschrijven, het gemiddelde is 50, heel hoog is 80 en heel laag 20.
Nadelen Zelf-rapport
Hoge cognities nodig (niet voor kleine kinderen)
Gebrek aan introspectie/zelf reflectie en motivatie Makkelijk te faken
Sociaal wenselijk antwoorden
Reactiestijlen zelf-rapport
Acquiescence, extreem antwoord stijl en midden antwoord stijl.
Acquiescence
In het algemeen agree of strongly agree invullen. Oplossing: items met omgekeerde code gebruiken.
Situatie oordeel test (situational judgment test)
Voordelen: moeilijk te faken, kan helpen met introspectie
Nadelen: Kost meer tijd, complex om te score en moeilijk voor alle Big Five