Decentralisatie Flashcards
(12 cards)
Machtenscheiding
Montesquieu
wetgevende, uitvoerende, rechterlijke (geen rechtspraak,)
Machtenspreiding
Rijk, provincie, gemeenten
Huis van Thorbecke
Kenmerken bestuurslagen
- Verkiezingen
- Eigen wetgevende bevoegdheid
- Open huishouding
- Zekere zelfstandigheid t.a.v. elkaar
Publieke ambten
Provincie
o Volksvertegenwoordiging: Provinciale staten
o Dagelijks bestuur: Gedeputeerde staten
o Commissaris van de Koning
Gemeente
o Volksvertegenwoordiging: Gemeenteraad
o Dagelijks bestuur: College van burgemeester en wethouders
o Burgemeester
Petten
Burgemeester 3 (eigen bevoegdheden)
CvdK 4 (eigen bevoegdheden en rijkstaken)
Dualisme
Raad en college nevengeschikt (gelijkwaardig en gescheiden)
Autonomie en medebewind
Autonomie - Naar eigen inzicht / op eigen initiatief.
Let op Gemw/Provw is ook autonomie!
Medebewind - Wanneer dat gevraagd wordt.
Verschil autonomie en medebewind belangrijk
Verwaarlozing taken
A: minder snel ingrijpen
M: sneller ingrijpen
Grenzen autonome bevoegdheid
- Territoriale grens
- Benedengrens
- Wilnisser Visser
- Reflexwerking - Bovengrens
- Anterieure verordening
- Posterieure verordening
Anterieur
“Eerder in de tijd” Wat als die wet wordt vervangen?
Object én motief
- Emmense baliekluivers
Posterieur
Wet aanvullen “Later in de tijd”
Aanvulling
- Hetzelfde onderwerp
- Uitputtend > Circus Herman Renz (staat in wet (onverlet), wetsgeschiedenis, wetssystematiek)
Oneigenlijke aanvulling
- Ander onderwerp mag, maar hoger recht nooit doorkruisen (APV Schiermonnikoog)
Toezicht
- Preventief
- Repressief (vernietigingsrecht of taakverwaarlozing)