deel 3: methodische werken op samenlevingsniveau Flashcards

(27 cards)

1
Q

3 fasen van sociale actie.

A

Inleidende fase: Het probleem wordt geanalyseerd en gedefinieerd. De resultaten worden
voorgelegd aan verantwoordelijke instanties en personen voor een reactie. Mogelijk wordt het
probleem hiermee opgelost.

Tweede fase: Er wordt een maatschappelijk draagvlak gecreëerd door informatie breed te
verspreiden over de sociale kwestie. Verantwoordelijken krijgen opnieuw de kans om het probleem
op te lossen.

Derde fase: Als het probleem nog steeds niet is opgelost, wordt de initiatiefgroep verbreed en
worden sociale acties uitgevoerd met zoveel mogelijk sympathisanten en betrokkenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke 2 vormen van “methodisch werken op samenlevingsniveau” zijn er

A
  • sociale actie
  • projectmatig werken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sociale actie

A

is een collectieve actie waarbij een groep mensen samenkomt voor/samenwerkt aan een sociale zaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe krijgt een sociale actie vorm

A

Acties kunnen sterk variëren, bijvoorbeeld:
- inschakelen van de media
- verstoren van de openbare vergaderingen
- stakingen en demonstraties.
De actie kan leiden tot verandering waarop consolidatie en evaluatie volgt.
Als een en ander nog niet naar tevredenheid opgelost is, kan de cyclus opnieuw beginnen.
Vb: PWP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is projectmatig werken

A

Projectmatig werken is een methodiek die vaak wordt gebruikt in samenlevingsopbouw om
specifieke doelen te bereiken. Het is geen doel op zich, maar een techniek om verandering te
bewerkstelligen. De belangrijkste elementen van projectmatig werken zijn:

  1. Vertrekpunt: De wens tot sociale verandering, waarbij een kloof overbrugd wordt tussen de
    huidige situatie (AS IS) en de gewenste situatie (TO BE).
  2. Stapsgewijze aanpak: Er worden stappen gezet om naar de gewenste situatie toe te werken.
  3. Actieve betrokkenheid: De doelgroep wordt actief betrokken van het ontwerp tot de
    uitvoering van het project (A tot Z).

Kenmerken van projectmatig werken in samenlevingsopbouw:
- Planmatige aanpak: Opbouwwerkers gebruiken een projectmatige werkwijze om
maatschappelijke problemen systematisch en planmatig aan te pakken.
- Projectmodel op maat: Het projectmodel is specifiek ontwikkeld voor opbouwwerk.
- Technisch instrument: Het dient als een technisch hulpmiddel om problemen systematisch
en planmatig op te lossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een project?

A

Een project is een planmatig opgezet en samenhangend geheel van activiteiten om een
concreet maatschappelijk probleem op te lossen, met duidelijke omschrijvingen van:
- Problematiek: Wat is het probleem?
- Doelgroep: Voor wie is het project bedoeld?
- Territorium: Waar vindt het project plaats?
- Concrete doelstellingen: Wat willen we bereiken?
- Afgebakend in tijd en ruimte: Het project heeft een duidelijk begin en eind, en een
specifieke locatie.
- Betrokkenheid van de doelgroep:
Een project wordt opgezet en uitgevoerd met de actieve betrokkenheid van de
doelgroep, van begin tot eind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

7 kenmerken van projectmatig werken.

A
  1. Probleem en situatiegericht
  2. Doelgroepgericht
  3. Doelgericht
  4. Strategisch-methodisch
  5. Planmatig
  6. Tijdelijk
  7. Uitvoerbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Probleem- en situatiegericht

A
  • Voorbeeld: Fietsvriendelijke trajecten voor lagere schoolkinderen in plaats van algemene
    verkeersveiligheid in de gemeente.
  • Toelichting: Richt je op specifieke aspecten van sociale problemen door een
    omgevingsanalyse. Bied oplossingen op maat die ook inspirerend kunnen zijn voor andere
    locaties.
  • Toepassing Torekes: Specifieke problemen aanpakken binnen de buurt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Doelgroepgericht

A
  • Voorbeeld: Lagere schoolkinderen als segment binnen de bredere doelgroep van zwakke
    weggebruikers.
  • Toelichting: Voer een doelgroepanalyse uit om de behoeften van specifieke groepen te
    begrijpen en richt je project daarop.
  • Toepassing Torekes: Betrek de doelgroep actief bij alle fasen van het project
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Doelgericht

A
  • Voorbeeld: Herinrichting van fietstrajecten (oplossingsgericht) en verkeerslessen (educatief).
  • Toelichting: Stel strategische doelen op beleidsniveau en werkdoelen op projectniveau.
    Soorten doelen kunnen zowel oplossingsgericht als educatief zijn.
  • Toepassing Torekes: Verbetering van buurtzorg, burenzorg en milieuzorg, evenals bevordering
    van lokale duurzame consumptie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Strategisch-methodisch

A
  • Voorbeeld: Analyseer factoren die de herinrichting van fietstrajecten helpen of hinderen,
    bepaal wie meewerkt of tegenwerkt.
  • Toelichting: Voer een omgevingsanalyse uit, bepaal een strategie, en identificeer interne en
    externe actoren die het project beïnvloeden.
  • Toepassing Torekes: Activering, participatie en ondersteuning van de doelgroep;
    samenwerking met externe organisaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Planmatig

A
  • Voorbeeld: Een stappenplan voor de herinrichting van fietstrajecten met jaarlijkse en
    langetermijnplanning.
  • Toelichting: Werk met een logisch stappenplan in plaats van losse activiteiten. Stel
    realistische doelen en pas waar nodig aan.
  • Toepassing Torekes: Procesdoelen en jaarplanning; verbetering van communicatie,
    ondersteuning van nieuwe initiatieven zoals Eetcafé Toreke en de Sociale kruidenier.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tijdelijk

A
  • Voorbeeld: Proefproject voor fietsvriendelijke trajecten in twee fasen.
  • Toelichting: Het project heeft een bepaalde duur en loopt in fasen met specifieke
    tijdsbestekken.
  • Toepassing Torekes: Proefprojecten met een afgebakende periode.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uitvoerbaar

A
  • Voorbeeld: Samenwerking met lokale overheden en scholen voor de fietstrajecten.
  • Toelichting: Houd rekening met samenwerking, draagkracht van de doelgroep, en
    beheersaspecten zoals tijd, geld, middelen, organisatie, informatie en kwaliteit.
  • Toepassing Torekes: Afhankelijk van samenwerking met oplossingsinstanties, draagkracht van
    de doelgroep, en beheersaspecten zoals tijd, geld en middelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

4 fasen projectmatig werken

A
  1. projectvoorbereiding
  2. projectplanning
  3. projectrealisatie
  4. projectopvolging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Projectvoorbereiding

A

Initiatief en oriëntatie:
- Initiatief: Het ontstaan van een idee of signaal vanuit een onwenselijke situatie of sociaal
probleem, mogelijk voortkomend uit betrokkenheid van de doelgroep.
- Oriëntatie: Onderzoek naar de mogelijkheden om met het probleem aan de slag te gaan.

Probleemvaststelling (PSP-analyse):
- Probleem-analyse: Onderzoek hoe verschillende betrokkenen het probleem ervaren, om de
kern van het probleem te begrijpen.
- Situatie-analyse: Analyse van de bredere context waarin het probleem zich voordoet,
inclusief maatschappelijke trends, beleid en andere relevante factoren.
- Positie-analyse: Analyse van de positie van de doelgroep in de samenleving, inclusief rechten,
kansen en belemmeringen.

Toetsing aan projectvereisten
Beoordeling van de haalbaarheid van het project aan de hand van vastgestelde criteria.

17
Q

Projectplanning

A
  1. Doel bepalen: Formulering van concrete, meetbare doelstellingen die het project wil bereiken.
  2. Strategie bepalen: Uitstippelen van de aanpak om de doelstellingen te realiseren, inclusief de te
    volgen strategieën.
  3. Fasering: Opsplitsen van het project in logische stappen en bepalen van de volgorde en planning
    van activiteiten en mijlpalen.
18
Q

Projectrealisatie

A
  1. Programmering: Concreet plannen van de uitvoering van de activiteiten, vaak vastgelegd in een
    draaiboek.
  2. Uitvoering: Daadwerkelijk uitvoeren van de geplande activiteiten volgens de vastgestelde planning.
  3. Evaluatie: Continue evaluatie van de voortgang en resultaten tijdens en na de uitvoering, om waar
    nodig aanpassingen te maken en te controleren of het project op schema ligt.
19
Q

Projectopvolging

A
  1. Nazorg: Zorgen voor een goede afronding van het project, inclusief overdracht van resultaten en
    nazorgactiviteiten.
  2. Verzelfstandiging: Streven naar duurzame effecten van het project, zoals het opzetten van blijvende
    samenwerkingen en structuren.
20
Q

wat houdt “participatief werken” in.

A
  • Betrekken van burgers/doelgroepen: Participatief werken houdt in dat burgers en
    doelgroepen actief worden betrokken bij opbouwwerkprojecten. Dit betekent niet alleen
    informeren of consulteren, maar echt samenwerken en gezamenlijk beslissingen nemen over
    projecten die hun gemeenschappen beïnvloeden.
  • Besluitvormingsprocessen: Het streven is om participatie een rechtmatige en kwalitatieve
    plek te geven in besluitvormingsprocessen van het beleid. Dit betekent dat participatie niet
    alleen symbolisch is, maar daadwerkelijk invloed heeft op de besluitvorming en
    beleidsimplementatie.
  • Bewuste keuze: Participatief werken is meer dan een slogan; het is een bewuste keuze die
    tijd en prioriteit vereist binnen de hele organisatie. Het gaat erom participatie te integreren in
    de kern van de werkwijze en cultuur van de organisatie.
  • Geen schijnparticipatie: Het vermijden van schijnparticipatie is cruciaal. Dit betekent dat
    participatie niet alleen voor de vorm gebeurt, maar dat er daadwerkelijk naar gestreefd wordt om de stemmen en perspectieven van alle betrokkenen serieus te nemen en te
    integreren in de besluitvorming.
  • Overwegingen: Bij participatief werken zijn er verschillende overwegingen:
    -> Welke plaats krijgt participatie in onze projecten en interne structuren?
    -> Welke groepen en individuen worden betrokken bij de participatieprocessen?
    -> Wat zijn de mogelijke gevolgen van onze keuzes met betrekking tot participatie voor
    onze planning en ons organisatiebeleid?
    -> Hoe communiceren we onze betrokkenheid bij participatie naar de buitenwereld
    toe?
21
Q

empowerend werken

A

mensen versterken door hen te ondersteunen, te
geloven in hun capaciteiten, en hen aan te moedigen zelf beslissingen te nemen en actie te
ondernemen voor verbetering van hun situatie. Het gaat om een positieve en ondersteunende
houding van sociaal werkers, die niet alleen actie ondernemen maar ook anderen stimuleren om
zelfredzaamheid en controle over hun leven te vergroten.

22
Q

5 kenmerken empowerend werken

A
  • betrokkenheid
  • gelijkwaardigheid
    openheid voor het anders zijn
  • Authenticiteit
  • respect
23
Q

betrokkenheid binnen empowerend werken

A

Actief betrokken zijn bij de doelgroep door empathisch te luisteren naar hun
verhalen en problemen. Bijvoorbeeld, een sociaal werker die regelmatig bijeenkomsten
organiseert waar mensen vrijuit kunnen praten over hun uitdagingen en successen.

24
Q

gelijkwaardigheid binnen empowerend werken

A

Het zien van de doelgroep als gelijkwaardige partners. Bijvoorbeeld, in
plaats van de term “doelgroep” te gebruiken, spreken sociaal werkers liever over
“samenwerkers” of “medewerkers” in een project, waarbij ieders inbreng essentieel is.

25
Openheid voor het anders-zijn binnen empowerend werken
Het erkennen en respecteren van diversiteit in achtergronden en perspectieven. Bijvoorbeeld, een sociaal werker die zich bewust is van culturele verschillen en open staat voor verschillende manieren van denken en handelen binnen de gemeenschap.
26
Authenticiteit binnen empowerend werken
Oprecht en consistent zijn in interacties. Bijvoorbeeld, een sociaal werker die transparant is over zijn/haar rol en grenzen, en die eerlijk communiceert over verwachtingen en mogelijkheden.
27
respect binnen empowerend werken
Erkenning en waardering tonen voor de capaciteiten en autonomie van individuen. Bijvoorbeeld, een sociaal werker die regelmatig kleine gebaren van waardering toont, zoals bedankkaartjes of complimenten, om de inzet van mensen te erkennen.