H2: een groep Flashcards
(7 cards)
1
Q
5 kenmerken om te spreken van een groep
A
- een doel
2.Onderlinge afhankelijkheid en wederzijdse beïnvloeding - Interactie
4.Sociale eenheid
5.Normen en rollen
2
Q
aspecten in een groep
A
- taakaspecten
- sociaal - emotionele aspecten
3
Q
taakaspecten
A
- Wat wordt er gedaan
- Taakgerichte activiteiten
- Taak orientatie
- Formele leider
- Bewaakt resultaat
- Nadruk op formele functies
- Formele groepstructuur
4
Q
sociaal emotionele aspecten
A
- Hoe gaan leden met elkaar om
- De onderlinge betrekkingen
- Sociaal-emotionele orientatie
- Informele leider
- Bewaakt satisfactoe
- Nadruk op psycholigische en persoonlijke functies
- Informele groepsstructuur
5
Q
taak
A
- Doel = primair
- Wat je bent telt
- Formele groep
- De doelen zijn de basis tot groepsvorming
- Doelbewuste groepsvorming
- Belangen overheersen
6
Q
proces
A
- Sociaal-emotioneel klimaat is primair
- Wie je bent telt
- Informele groep
- De interpersoonlijke attractie is de basis tot gropesvorming
- Spontane groepsvorming
- Behoeften overheersen
7
Q
hoe omgaan met een groep?
A
Vertrekt vanuit 3 metaforische insteken:
1. Hoofd -> kennis
- Verwerven van inzicht
- Informatieoverdracht: vb: deze les
- Meestal beperkt aantal bijeenkomsten
- Grote groepen
- Communicatie ligt op inhoudsniveau en procedureniveau (TAAK)
- Lesmateriaal en kennis van een docent is cruciaal
- Hart -> gevoel
- Verwerking van gevoelens
- Delen van ervaringen, uitwisseling, verdieping. Vb: zelfhulpgroep voor mensen die een kind verliezen
- Eerder kleine groepen
- Communicatie op interactieniveau en bestaansniveau (SOCIAALEMOTIONEEL)
- Proces! - Handen -> daadkracht
- van nieuw gedrag
- Vaardigheidstrainingen: vb:SOVAtraining, EHBO,…
- Leermethode: uitkomst is een positief gevoel wanneer je het nieuwe gedrag vertoont: vb: conflicthantering
- Eerder kleine groepen
- Communicatie ligt op procedureniveau (TAAK)
- Strak programma
- Voorgeprogrammeerd