Economie Flashcards
(74 cards)
Leg uit dat er sprake is van ruilen over de tijd (lenen).
1) Door leningen af te sluiten zijn investeringen naar voren gehaald.
2) Deze leningen zullen later worden afgelost (incl rente) waardoor er in de toekomst minder besteed/geïnvesteerd kan worden.
Wat veroorzaakt een daling in het (totale) surplus?
Door marktfalen. Bijvoorbeeld een kleinere afzet (door een hogere prijs dan de evenwichtsprijs).
Waarom moet vrij kapitaalverkeer worden verhinderd bij een vaste wisselkoers en onafhankelijk rentebeleid?
Omdat het vrije kapitaalverkeer reageert op rentebeleid, waardoor er appreciatie of depreciate van de valuta kan voorkomen. Dit wil je voorkomen bij een vaste wisselkoers.
Bij valuta-interventie, hoe bereken je de hoeveelheid valuta die opgekocht moet worden om een koersdaling te voorkomen?
Bereken de Qv en Qa bij een gewenste koerswisseling, en het verschil tussen de 2 moet opgekocht worden.
Als je moet uitleggen dat een verlaging van belastingtarieven kan leiden tot een toename van de werkgelegenheid, welke beredenering gebruik je dan? (en überhaupt bij redenatie over belasting)
Beredeneer via het besteedbaar inkomen. Toename besteedbaar inkomen –> effectieve vraag stijgt –> productie stijgt –> vraag naar arbeid stijgt (werkgelegenheid neemt toe).
Hoe wordt moral hazard verminderd door een verzekeraar (dmv voorwaarden)?
Het veroorzaken van prikkels om minder schade te claimen bij de verzekeraar. Benoem niet: risico’s vermijden door verzekerde.
Leg uit hoe de GA-curve verschuift bij onderbesteding.
Daling EV –> lagere inflatie dan verwacht terwijl de productiekosten vastliggen op korte termijn –> reële productiekosten stijgen –> aanbod daalt –> GA-curve verschuift (Geaggregeerd Aanbod)
Leg uit hoe de GA-curve zal verschuiven over de tijd als inflatie nu lager is dan verwacht.
Inflatieverwachtingen veranderen –> lonen en inkoopprijzen worden opnieuw onderhandeld en dalen –> reële productiekosten dalen –> GA-curve verschuift naar beneden.
Wat is de formule van de multiplier?
Gevolg/oorzaak (bijv: verandering inkomen als gevolg van bestedingen)
Hoe verschilt de Keynesiaanse visie van de monetaristische visie wat betreft renteveranderingen als middel om bestedingen te stimuleren. Benoem de helling van de IS-curve.
De monetaristische visie gaat uit van een grotere rentegevoeligheid dan de Keynesiaanse visie (dus een vlakkere IS-curve). Een relatief kleinere renteverlaging zal leiden tot eenzelfde stijging van de consumptie/investeringen waardoor een stabiele inflatie wordt bereikt.
Wat is groen bbp?
Groen bbp = bbp - negatieve externe effecten
Wanneer gaat een producten stoppen vs tijdelijk doorgaan vs doorgaan?
Doorgaan bij winst (GO>GTK).
Tijdelijk doorgaan wanneer stoppen meer verlies oplevert (GVK<P<GTK).
Stoppen wanneer doorgaan meer verlies oplevert (P<GVK).
Welk fenomeen zorgt voor dalende extra productie per extra arbeider, en hoe beïnvloedt dit de marginale winst?
Afnemende meeropbrengsten. Gevolg: kosten per product nemen toe (loonkosten stijgen harder dan de productie), de marginale winst daalt.
Hoe ontstaat publiek kapitaal en hoe draagt het bij aan de economische ontwikkelingen van een land?
Ontstaat door overheidsinvesteringen in kapitaalgoederen die worden gebruikt bij de productie van andere goederen en diensten. Het investeren in (publiek) kapitaal zorgt voor toenemende productiviteit en winstgevendheid –> hoger bbp.
Hoe leidt een positief overheidssaldo via de vermogensmarkt tot binnenlandse bestedingen?
Positief overheidssaldo –> daling vraag kapitaal (want overheid vormt groot deel van de vraag naar kapitaal) –> daling vraag naar vermogen (leningen) –> daling rente -> meer investeren –> consumptie stijgt
Welk positief effect heeft R&D?
Een hogere TFP.
Wat zijn de karakteristieken van een markt met volkomen concurrentie?
Veel aanbieders
Vrije toe- en uittreding
Transparant
Homogeen product
Hoe ziet de MO lijn eruit bij monopolistische concurrentie?
MO = 0 bij een 1/2 van afzet waarbij GO = 0
Waaraan staat MO gelijk bij volkomen concurrentie?
MO = GO = P (= horizontale lijn)
Wat zijn de karakteristieken van een markt met monopolistische concurrentie?
Veel aanbieders
Vrije toe- en uittreding
Niet transparant
Heterogreen product
Wat zijn de kenmerken van een oligopolie?
Paar grote aanbieders
Toetredingsbarrieres
Niet transparant
Heterogeen/homogeen product
Wat is de best response methode?
Het markeren van de hoogste pay-off van iedere speler op elke keuze van de ander om een evenwicht te vinden waarbij geen van beide zich kan verbeteren (Nash-evenwicht).
Wat zijn de kenmerken van een monopolie?
1 aanbieder
Toetredingsbarrieres
Niet transparant
Homogeen product
Wat is het verschil tussen een wettelijk en een natuurlijk monopolie?
1) Octrooi/patent
2) Grote schaalvoordelen en enorme constante kosten (wordt ook rekening gehouden met verzonken kosten)