Natuurkunde Flashcards

(23 cards)

1
Q

Moet een stroommeter in serie of parallel geplaatst worden?

A

Serie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klassieke natuurkunde vs quantum.

A

In de klassieke natuurkunde kunnen de uitkomsten van metingen perfect worden voorspeld, ervan uitgaande dat men het systeem vooraf volledig kent. In de kwantummechanica zullen de uitkomsten van bepaalde metingen onmogelijk te voorspellen zijn, zelfs als men een systeem volledig kent.
Wanneer de klassieke mechanica niet meer voldoet om te rekenen aan hele kleine deeltjes gebruik je de quantummechanica ten tonele. Volgens de quantummechanica gedragen deeltjes zich soms als golven en golven als deeltjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zegt de veldlijndichtheid over het magnetische veld?

A

Het is een maat voor de sterkte van het magnetische veld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel n is de eerste aangeslagen toestand?

A

n=2 (n=1 is de grondtoestand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe heet het als er verplaatsing is van de aarde af? En naar de aarde toe?

A

Weg: roodverschuiving
Toe: blauwverschuiving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dopplereffect?

A

Het dopplereffect is de waargenomen verandering van frequentie van geluid, licht of andere golfverschijnselen, door een plaatsverandering van de zender tov de ontvanger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen een lopende en staande golf?

A

Lopende golf verplaatst (knopen en buiken op dezelfde punten) en een staande golf verplaatst niet (dezelfde punten zijn afwisselend knoop en buik)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de richting van kracht in een elektrisch veld?

A

Pluspool naar minpool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de richting van (Lorentz)kracht in een magnetisch veld?

A

Loodrecht op het veld (FBI regel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er met de lading van een deeltje na beta-verval?

A

Lading neemt toe met 1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de richting van negatieve lading tov stroomrichting? En positieve lading?

A

Omgekeerde richting. Zelfde richting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zorgt voor weerkaatsing van geluid bij een echo?

A

Een groot verschil in akoestische weerstand tussen lagen (bijv. lucht heeft een veel kleinere akoestische weerstand door lage dichtheid dan weefsel dus als er lucht tussen echo apparaat en huid zit wordt de echo slecht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe groot is het doordringend vermogen (hoog-laag) van alfa, beta, en gamma straling? En het ioniserend vermogen?

A

Alfa = laag
Beta = iets hoger
Gamma = hoog

Ioniserend vermogen = omgekeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de golfeigenschappen en deeltjes eigenschappen van licht?

A

Golf: licht kan interfereren (golfverschijnsel)
Deeltje: licht bestaat uit fotonen (deeltjes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is een elektronenmicroscoop beter dan een lichtmicroscoop?

A

Bij een lichtmicroscoop kan er buiging optreden waardoor je niet nauwkeurig kan waarnemen. Bij een elektronenmicroscoop kaats je elektronen af op een oppervlakte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke temperatuur van de zon gebruik je in berekeningen?

A

Effectieve temperatuur.

17
Q

Wat betekent r in de kwadratenwet respectievelijk de wet van Stefan-Boltzmann?

A

Kwadratenwet: r = afstand tot bron (!!)
Stefan-Boltzmann: r = straal van bron (!!) (gebruik wis formule A=4πr^2

*Vermogen is wat er uitgestraald wordt, intensiteit is wat je ontvangt

18
Q

Waarom is een stof met een band-gap geschikt als zonnebrand?

A

Veel verschillende energieniveaus dicht bij elkaar –> veel overgangen mogelijk –> je absorbeert meer. Stof zonder een bandgap heeft juist veel energie nodig om van ene energieniveau naar het andere te springen, dus absorbeer je minder zonne-energie.

19
Q

Uitsluitingsprincipe van Pauli?

A

Elke quantumtoestand kan door slechts een elektron bezet worden. Bij elk energieniveau horen 2 quantumtoestanden. Dus in elk energieniveau zitten maximaal 2 elektronen.

20
Q

Waarvoor staat d wanneer je rekent met tralies. En n?

A

d = afstand tussen spleten (m)

n=2 –> 5 maxima.

21
Q

Hoe bereken je de stralingsenergie?

A

E(straling) = E (reactie) x delta N

22
Q

Wetten van Newton (1-3)?

A

1) Voorwerp met resulterende kracht van nul staat stil of beweegt met constante snelheid. (Fres = 0 dus a=0)
2) Delta snelheid (ofwel: versnelling) = evenredig met Fres
3) Kracht AB = omgekeerd maar even groot als kracht BA.

23
Q

Hoe leid je de formule af voor de ontsnappingssnelheid (=minimale snelheid nodig om los te komen van planeet).

A

Ekin + Eg = 0 en van daaruit verder.