Eva 01.02 hete Flashcards
1
Q
commitment / elkötelezettség (2)
A
inzet, verplichting
2
Q
the topic
A
het onderwerp
3
Q
how much money
A
in hoeverre geld
4
Q
to lure / csábít, vonz
A
lokken
5
Q
to tempt / megkísért, csábít
A
verleiden
6
Q
job application / munka-pályázat
A
sollicitatie
7
Q
chairman of the board
A
bestuursvoorzitter
8
Q
glowing
A
gloedvol
9
Q
to approach / megközelít
A
benaderen
10
Q
I approach him / közeledek hozzá
A
ik benader hem
11
Q
the board of directors
A
de raad van bestuur
12
Q
to dine / vacsorázni
A
dineren
13
Q
hundreds
A
honderduit
14
Q
to disappoint (2)
A
tegenvallen, teleurstellen
15
Q
disappointment (2)
A
teleurstelling, tegenvaller
16
Q
bummer / dőzsölés
A
spelbreker
17
Q
employee
A
werknemer
18
Q
employer
A
werkgever
19
Q
stimulus
A
prikkel
20
Q
intrinsic / belső
A
intrinsiek
21
Q
the faltering statements / az ingatag kijelentések
A
de haperende verklaringen
22
Q
excessive / túlzott
A
buitensporig
23
Q
government (2)
A
regering, overheid
24
Q
to sharpen, to focus / kihegyezve
A
toespitsen zich
25
honor / becsület
ere
26
to recover
herstellen
27
investor (2)
belegger, investeerder
28
real estate investor
belegger in vastgoed
29
the bitter price
de wrange prijs
30
many
menigeen
31
fate (2)
noodlot, lot
32
to avoid
ontlopen
33
to light up
opsteken
34
it's a lottery
sprake van een loterij
35
no man's land
niemandsland
36
flip side / másik oldala
keerzijde
37
to threaten
dreigen
38
an uncontrollable disaster
een onbeheersbare ramp
39
to triple
verdrievoudigen
40
triplication
verdrievoudigen
41
at least
ten minste
42
the care
de zorg
43
to burden
belasten
44
the impending flood / a közelgő árvíz
de naderende overstroming
45
available
beschikbaar
46
script, scenario / forgatókönyv (4)
draaiboek, script, manuscript, scenario (2)
47
starting point
uitgangspunt
48
to point out
uitwijzen
49
to flatten / lelapul (egy trend pl.)
afvlakken
50
to ascend / felszáll (egy adat pl.)
doorstijgen
51
to take off, to ascend
opstijgen(2)
52
to descend
afdalen
53
to land
aanlanden
54
keep out the door
buiten de deur houden
55
opposition / ellenkezés
tegengeluid
56
comparison
vergelijking
57
not particularly
niet zozeer
58
but smarter
maar wel slimmer
59
clue
aanwijzing
60
brain volume / agytérfogat
hersenvolume
61
vascular damage / érrendszeri károsodás
vaatschade
62
challenge
uitdaging
63
cause, reason (2)
oorzaak, reden (2)
64
brain reserve / agyi tartalék
breinreserve
65
physical
lichamelijk
66
spiritually, mental
geestelijk (2)
67
blood vessels
bloedvaten
68
blood pressure
bloeddruk
69
to lower
verlagen
70
to decrease (2)
verminderen, afnemen
71
to increase (2)
verhogen, toenemen
72
geriatric medicine / geriátriai gyógyászat
ouderengeneeskunde
73
heart attack
hartinfarct
74
stroke / agyvérzés
beroerte
75
apoplexy / gutaütés
beroerte
76
seizure / roham
inbeslagname
77
the gate closer / kapuőr (kiemelkedik vmiben)
de hekkensluiter
78
inzet, verplichting
commitment / elkötelezettség (2)
79
het onderwerp
the topic
80
in hoeverre geld
how much money
81
lokken
to lure / csábít, vonz
82
verleiden
to tempt / megkísért, csábít
83
sollicitatie
job application / munka-pályázat
84
bestuursvoorzitter
chairman of the board
85
gloedvol
glowing
86
benaderen
to approach / megközelít
87
ik benader hem
I approach him / közeledek hozzá
88
de raad van bestuur
the board of directors
89
dineren
to dine / vacsorázni
90
honderduit
hundreds
91
tegenvallen, teleurstellen
to disappoint (2)
92
teleurstelling, tegenvaller
disappointment (2)
93
spelbreker
bummer / dőzsölés
94
werknemer
employee
95
werkgever
employer
96
prikkel
stimulus
97
intrinsiek
intrinsic / belső
98
de haperende verklaringen
the faltering statements / az ingatag kijelentések
99
buitensporig
excessive / túlzott
100
regering, overheid
government (2)
101
toespitsen zich
to sharpen, to focus / kihegyezve
102
ere
honor / becsület
103
herstellen
to recover
104
belegger, investeerder
investor (2)
105
belegger in vastgoed
real estate investor
106
de wrange prijs
the bitter price
107
menigeen
many
108
noodlot, lot
fate (2)
109
ontlopen
to avoid
110
opsteken
to light up
111
sprake van een loterij
it's a lottery
112
niemandsland
no man's land
113
keerzijde
flip side / másik oldala
114
dreigen
to threaten
115
een onbeheersbare ramp
an uncontrollable disaster
116
verdrievoudigen
to triple
117
verdrievoudigen
triplication
118
ten minste
at least
119
de zorg
the care
120
belasten
to burden
121
de naderende overstroming
the impending flood / a közelgő árvíz
122
beschikbaar
available
123
draaiboek, script, manuscript, scenario (2)
script, scenario / forgatókönyv (4)
124
uitgangspunt
starting point
125
uitwijzen
to point out
126
afvlakken
to flatten / lelapul (egy trend pl.)
127
doorstijgen
to ascend / felszáll (egy adat pl.)
128
opstijgen(2)
to take off, to ascend
129
afdalen
to descend
130
aanlanden
to land
131
buiten de deur houden
keep out the door
132
tegengeluid
opposition / ellenkezés
133
vergelijking
comparison
134
niet zozeer
not particularly
135
maar wel slimmer
but smarter
136
aanwijzing
clue
137
hersenvolume
brain volume / agytérfogat
138
vaatschade
vascular damage / érrendszeri károsodás
139
uitdaging
challenge
140
oorzaak, reden (2)
cause, reason (2)
141
breinreserve
brain reserve / agyi tartalék
142
lichamelijk
physical
143
geestelijk (2)
spiritually, mental
144
bloedvaten
blood vessels
145
bloeddruk
blood pressure
146
verlagen
to lower
147
verminderen, afnemen
to decrease (2)
148
verhogen, toenemen
to increase (2)
149
ouderengeneeskunde
geriatric medicine / geriátriai gyógyászat
150
hartinfarct
heart attack
151
beroerte
stroke / agyvérzés
152
beroerte
apoplexy / gutaütés
153
inbeslagname
seizure / roham
154
de hekkensluiter
the gate closer / kapuőr (kiemelkedik vmiben)
