Eva 12.19 hete 1 Flashcards
(120 cards)
1
Q
the wooden platform
A
de houten vlonder
2
Q
peculiar / különös
A
eigenaardig
3
Q
in the fold / a hajtásban
A
in de plooi
4
Q
in agreement
A
instemmend
5
Q
reality
A
werkelijkheid
6
Q
unruly / rakoncátlan
A
weerbarstig
7
Q
recalcitrant, rebellious / lázadozó, makacs
A
weerspannig (2)
8
Q
occasion, opportunity (2)
A
gelegenheid, kans (2)
9
Q
to sneak in
A
binnenglippen
10
Q
I meet you
A
ik tref je
11
Q
gabber / fecsegő ember
A
gabber
12
Q
to throw open / kinyitni
A
opengooien
13
Q
to keep shut
A
dichthouden
14
Q
to reimburse, to compensate / megtéríteni
A
vergoeden
15
Q
the smart entrepreneur
A
de lepe ondernemer
16
Q
a harsh undertone / durva felhang
A
een barse ondertoon
17
Q
punishable
A
straafbaar
18
Q
combative / harcias
A
strijdbaar
19
Q
courage
A
lef
20
Q
to close up
A
opdoeken
21
Q
stuffy / dohos
A
benauwd
22
Q
police report
A
proces-verbaal
23
Q
contemptuous / megvető
A
misprijzend
24
Q
the edge of the window frame
A
het randje van het raamkozijn
25
boyish / fiús
jongensachtig
26
seam / varrás
naad
27
spartan furnishings
spartaans ingericht
28
anyway
enfin
29
association training / egyesületi képzés
bondstraining
30
grease pot / zsírosbődön
vetpot
31
in the interest
in de belangstelling
32
discipline / fegyelem
discipline
33
sideline / oldalvonal
zijlijn
34
to hurry up
opschieten
35
no cheese at all
er heeft totaal geen kaas gegeten
36
kitchen counter
aanrecht
37
sometimes
weleens
38
confusing matter / zavaros ügy
verwarrende zaak
39
parking bay / parkolóhely
parkeerhaven
40
to defend
verdedigen
41
seat belt (2)
veiligheidsgordel, stoelriem
42
tiler / burkoló
tegelzetter
43
hand gesture / kézjel
handgebaar
44
statement (to a report)
aangifte
45
mood / hangulat
gemoedstoestand
46
I saw you coming
ik zag je aan komen lopen
47
that I saw you coming
dat ik je aan zag komen lopen
48
hastily / sietősen
haastig
49
to deny / tagadni
ontkennen
50
scornful / megvető
smalend
51
opprobrious / gyalázatos
schandelijk
52
tight
strak
53
to sacrifice
opofferen
54
regiment / ezred
regiment
55
hardly barely, scarcely
nauwelijks (3)
56
distraught / zavarodott
radeloos
57
heritage / örökség
erfenis
58
inheritance / öröklés
erfenis
59
to inherit / örököl
erven
60
that's the worst
dat is het allerergste
61
de houten vlonder
the wooden platform
62
eigenaardig
peculiar / különös
63
in de plooi
in the fold / a hajtásban
64
instemmend
in agreement
65
werkelijkheid
reality
66
weerbarstig
unruly / rakoncátlan
67
weerspannig (2)
recalcitrant, rebellious / lázadozó, makacs
68
gelegenheid, kans (2)
occasion, opportunity (2)
69
binnenglippen
to sneak in
70
ik tref je
I meet you
71
gabber
gabber / fecsegő ember
72
opengooien
to throw open / kinyitni
73
dichthouden
to keep shut
74
vergoeden
to reimburse, to compensate / megtéríteni
75
de lepe ondernemer
the smart entrepreneur
76
een barse ondertoon
a harsh undertone / durva felhang
77
straafbaar
punishable
78
strijdbaar
combative / harcias
79
lef
courage
80
opdoeken
to close up
81
benauwd
stuffy / dohos
82
proces-verbaal
police report
83
misprijzend
contemptuous / megvető
84
het randje van het raamkozijn
the edge of the window frame
85
jongensachtig
boyish / fiús
86
naad
seam / varrás
87
spartaans ingericht
spartan furnishings
88
enfin
anyway
89
bondstraining
association training / egyesületi képzés
90
vetpot
grease pot / zsírosbődön
91
in de belangstelling
in the interest
92
discipline
discipline / fegyelem
93
zijlijn
sideline / oldalvonal
94
opschieten
to hurry up
95
er heeft totaal geen kaas gegeten
no cheese at all
96
aanrecht
kitchen counter
97
weleens
sometimes
98
verwarrende zaak
confusing matter / zavaros ügy
99
parkeerhaven
parking bay / parkolóhely
100
verdedigen
to defend
101
veiligheidsgordel, stoelriem
seat belt (2)
102
tegelzetter
tiler / burkoló
103
handgebaar
hand gesture / kézjel
104
aangifte
statement (to a report)
105
gemoedstoestand
mood / hangulat
106
ik zag je aan komen lopen
I saw you coming
107
dat ik je aan zag komen lopen
that I saw you coming
108
haastig
hastily / sietősen
109
ontkennen
to deny / tagadni
110
smalend
scornful / megvető
111
opprobrious
schandelijk / gyalázatos
112
strak
tight
113
opofferen
to sacrifice
114
regiment
regiment / ezred
115
nauwelijks (3)
hardly barely, scarcely
116
radeloos
distraught / zavarodott
117
erfenis
heritage / örökség
118
erfenis
inheritance / öröklés
119
erven
to inherit / örököl
120
dat is het allerergste
that's the worst
