Eva 05.10 hete v3 & Boek 233- Flashcards
(290 cards)
1
Q
publisher
A
uitgever
2
Q
rearrangement of the ranking
A
herschikking van de rangorde
3
Q
editor
A
redacteur
4
Q
fiction
A
fictie
5
Q
the most profitable week of the year
A
de meest winstgevende week van het jaar
6
Q
the crow / a varjú
A
de kraai
7
Q
the gem / drágakő
A
het kleinood
8
Q
purchase (2)
A
aankopen, aanschafen
9
Q
condition / feltételzve
A
voorwaarde
10
Q
ideal
A
ideaal
11
Q
comes to mind / eszébe jut
A
in je opkomt
12
Q
to escape (+vonzat)
A
ontsnappen (aan)
13
Q
the hustle and bustle of everyday life
A
de hectiek van alledag
14
Q
lectures / előadások
A
lezingen
15
Q
guided tour
A
rondleiding
16
Q
allowance / hozzájárulás
A
toeslag
17
Q
compensation
A
vergoed
18
Q
behind the scenes
A
achter de schermen
19
Q
it relies almost entirely on ticket sales for its income / jövedelme szinte teljes egészében a jegyértékesítésekre támaszkodik
A
het is voor haar inkomsten bijna volledig afhankelijk van de kaartverkopen
20
Q
all income flows through to the museums after deduction of the organizational costs
A
alle inkomsten stromen door naar de musea na aftrek van de organisatiekosten
21
Q
subsidy / adomány
A
subsidie
22
Q
in the event that, if / abban az esetben
A
indien
23
Q
admittedly more expensive
A
weliswaar duurder
24
Q
valid
A
geldig
25
the surrounding park / a környező park
het omliggende park
26
recently
onlangs
27
impressive
indrukwekkend
28
to end up, to land
terechtkomen
29
pay attention
opletten
30
careful
voorzichtig
31
pet food
dierenvoeding
32
usefulness
nut
33
punctually / pontosan
stipt
34
crocodile
krokodil
35
calf / borjú
kalf
36
fly
vlieg
37
hares / mezei nyúl
hazen
38
monkey
aap
39
the magician
de goochelaar
40
trick
truc
41
the monkey comes out of the sleeve
de aap komt uit de mouw
42
perpetrator / elkövető
dader
43
He'll try to tie the cat to the bacon.
Hij zal wel proberen de kat op het spek binden.
44
He cries crocodile tears.
Hij huilt krokodillentranen.
45
He can't hurt a fly.
Hij kan geen vlieg kwaad doen.
46
the number of owner-occupied houses is / a tulajdonosok által lakott házak száma
het aantal koophuizen is
47
a lot of books (is)
een hoop boeken staat
48
a lot of lottery tickets (is)
een heleboel loten is
49
a number of colleagues is
een aantal collega's is
50
2 million people watched
2 miljoen mensen keken
51
43% of employers pay
43% van de werkgevers betaalt
52
Grandpa or grandma is going tomorrow.
Opa of oma gaat morgen.
53
Both Tom and Anna live in Eindhoven.
Zowel Tom als Anna woont in Eindhoven.
54
One in three young people drinks
Een op de drie jongeren drinkt
55
Two out of three young people drink
Twee op de drie jongeren drinken
56
The media influence the people.
De media beïnvloeden de mensen.
57
Every person wants
Elke persoon wil
58
degree
graad
59
great great grandfather
betovergrootvader
60
block-to-the-bone
blok-aan-het-been
61
doctoral degree
doctorandustitel
62
belong to
behoren tot
63
kid
jochie
64
education
opleiding
65
extremely gifted / szélsőségesen tehetséges
extreem-begaafde
66
he also immediately skips
hij slaat ook meteen over
67
waste of time
tijdverspilling
68
self study medicine
zelfstudie geneeskunde
69
the genius
het genie
70
according to some sources
volgens sommige bronnen
71
flawless / hibátlan
foutloos
72
challenge
aanvechten
73
convinced
overtuigd
74
to cure
genezen
75
the word order
de woordvolgorde
76
Hence, it is an effective measure.
Daarom is het een effectieve maatregel.
77
It is an attractive job, but you have to be flexible.
Het is een aantrekkelijke baan, maar je moet wel flexibel zijn.
78
You have to work hard if you want to be successful.
Je moet hard werken, als je succesvol wil zijn.
79
If you want to be successful, you have to work hard.
Als je succesvol wil zijn, moet je hard werken.
80
I don't know what time he comes tomorrow.
Ik weet niet hoe laat hij morgen komt.
81
hero
held
82
the area
het gebied
83
north of Brussels / Brüsszeltől északra
ten noorden van Brussel
84
they revolt / fellázadnak
zij komen in opstand
85
the recognition / elismerés
de erkenning
86
the revolt / a lázadás
de opstand
87
the most positive thing that can be done (the greatest compliment given)
het positiefste wat ervan af kan (het grootste compliment dat gegeven wordt)
88
to look up at something (to be surprised about something)
ergens van opkijken (verbaasd zijn over iets)
89
not smoothing out something (not underestimating something)
iets niet uitvlakken (iets niet onderschatten)
90
I am not surprised anymore
ik kijk nergens meer van op
91
to exist
bestaan
92
applies worldwide / világszerte érvényes
geldt wereldwijd
93
By nature, the Dutch are not inclined to compliment each other. / A hollandok természetüknél fogva nem hajlandók bókolni egymásnak.
Nederlanders zijn van nature niet snel geneigd elkaar te complimenten.
94
the urge / a késztetés
de neiging
95
they are not inclined / nem hajlamosak rá...
ze zijn niet geneigd
96
reasonable
redelijk
97
to elevate / felemel
verheffen
98
Giving compliments can also be quite difficult.
Complimenten geven kan ook best moeilijk zijn.
99
offensive compliment
beledigend compliment
100
confident / magabiztos
zelfverzekerd
101
despite being overweight / a túlsúlya ellenére
ondanks je overgewicht
102
shrewish (2) / zsémbes
feeksachtig, chagrijnig
103
to imagine
stel je voor
104
accidentally
per ongeluk
105
initial period
beginperiode
106
rush
haast
107
to suggest
suggeren
108
the suggestion
de suggestie
109
lord-versus-butler-like / úr-versus-inas-szerű
landheer-tegen-butler-achtig
110
the roses are neatly again / a rózsák megint szépen vannak
de rozen staan er weer keurig bij
111
to claim
beweren
112
he implicitly claims that he has something to say about it / hallgatólagosan állítja, hogy van mondanivalója róla
hij beweert impliciet dat hij er iets over te zeggen heeft
113
the claim / a követelés
de bewering
114
on the other hand
aan de andere kant
115
subordinate / alárendelt
ondergeschikt
116
fawning / talpnyaló
kruiperig
117
so cool
zó gaaf
118
talent show
talentenjacht
119
to admit (+vonzat) / elismer (3-forms)
toegeven aan, gaf toe, toegegeven
120
You look nice!
Wat zie je er leuk uit!
121
You look good!
Je ziet er goed uit!
122
Your hair looks nice!
Wat zit je haar leuk!
123
What beautiful shoes are you wearing!
Wat heb je mooie schoenen aan!
124
You really wouldn't say you're old!
Je zou echt niet zeggen dat jij al leeftijd bent!
125
How nice of you to say that.
Wat leuk dat je dat zegt.
126
Are you serious?
Meen je dat nou?
127
Such remarks are called 'stabbing under water'. / Az ilyen megjegyzéseket „víz alatt szúrásnak” nevezik.
Dergelijke opmerkingen heten 'steken onder water'.
128
What special shoes.
| Really very special.
Wat een bijzondere schoenen.
| Echt heel apart.
129
You sang beautifully.
| Above all, keep practicing.
Je hebt mooi gezongen.
| Ga vooral door met oefenen.
130
Did you knit that sweater yourself?
| Well done!
Heb je die trui zelf gebreid?
| Knap hoor!
131
What a cozy room.
Wat een gezellig kamertje.
132
Are you really that old already?
Ben jij echt al zó oud?
133
What exactly do you mean by that?
Wat bedoel je daar precies mee?
134
How so?
Hoezo?
135
The tiger is found throughout Asia.
De tijger verspreid over Azië voorkomt.
136
Penguins are said to be found only in Antarctica.
Pinguïns zouden alleen op Antarctica voorkomen.
137
Koala is found in eastern Australia.
Koala voorkomt in het oosten van Australië.
138
critically endangered species
ernstig bedreigde diersoort
139
otter / vidra
otter
140
wolf
wolf
141
the wild cat
de wilde kat
142
fragile and sensitive / törékeny és érzékeny
kwetsbaar en gevoelig
143
beaver
bever
144
fallow deer / dámvad
damhert
145
seal / fóka
zeehond
146
uitgever
publisher
147
herschikking van de rangorde
rearrangement of the ranking
148
redacteur
editor
149
fictie
fiction
150
de meest winstgevende week van het jaar
the most profitable week of the year
151
de kraai
the crow / a varjú
152
het kleinood
the gem / drágakő
153
aankopen, aanschafen
purchase (2)
154
voorwaarde
condition / feltételzve
155
ideaal
ideal
156
in je opkomt
comes to mind / eszébe jut
157
ontsnappen (aan)
to escape (+vonzat)
158
de hectiek van alledag
the hustle and bustle of everyday life
159
lezingen
lectures / előadások
160
rondleiding
guided tour
161
toeslag
allowance / hozzájárulás
162
vergoed
compensation
163
achter de schermen
behind the scenes
164
het is voor haar inkomsten bijna volledig afhankelijk van de kaartverkopen
it relies almost entirely on ticket sales for its income / jövedelme szinte teljes egészében a jegyértékesítésekre támaszkodik
165
alle inkomsten stromen door naar de musea na aftrek van de organisatiekosten
all income flows through to the museums after deduction of the organizational costs
166
subsidie
subsidy / adomány
167
indien
in the event that, if / abban az esetben
168
weliswaar duurder
admittedly more expensive
169
geldig
valid
170
het omliggende park
the surrounding park / a környező park
171
onlangs
recently
172
indrukwekkend
impressive
173
terechtkomen
to end up, to land
174
opletten
pay attention
175
voorzichtig
careful
176
dierenvoeding
pet food
177
nut
usefulness
178
stipt
punctually / pontosan
179
krokodil
crocodile
180
kalf
calf / borjú
181
vlieg
fly
182
hazen
hares / mezei nyúl
183
aap
monkey
184
de goochelaar
the magician
185
truc
trick
186
de aap komt uit de mouw
the monkey comes out of the sleeve
187
dader
perpetrator / elkövető
188
Hij zal wel proberen de kat op het spek binden.
He'll try to tie the cat to the bacon.
189
Hij huilt krokodillentranen.
He cries crocodile tears.
190
Hij kan geen vlieg kwaad doen.
He can't hurt a fly.
191
het aantal koophuizen is
the number of owner-occupied houses is / a tulajdonosok által lakott házak száma
192
een hoop boeken staat
a lot of books (is)
193
een heleboel loten is
a lot of lottery tickets (is)
194
een aantal collega's is
a number of colleagues is
195
2 miljoen mensen keken
2 million people watched
196
43% van de werkgevers betaalt
43% of employers pay
197
Opa of oma gaat morgen.
Grandpa or grandma is going tomorrow.
198
Zowel Tom als Anna woont in Eindhoven.
Both Tom and Anna live in Eindhoven.
199
Een op de drie jongeren drinkt
One in three young people drinks
200
Twee op de drie jongeren drinken
Two out of three young people drink
201
De media beïnvloeden de mensen.
The media influence the people.
202
Elke persoon wil
Every person wants
203
graad
degree
204
betovergrootvader
great great grandfather
205
blok-aan-het-been
block-to-the-bone
206
doctorandustitel
doctoral degree
207
behoren tot
belong to
208
jochie
kid
209
opleiding
education
210
extreem-begaafde
extremely gifted / szélsőségesen tehetséges
211
hij slaat ook meteen over
he also immediately skips
212
tijdverspilling
waste of time
213
zelfstudie geneeskunde
self study medicine
214
het genie
the genius
215
volgens sommige bronnen
according to some sources
216
foutloos
flawless / hibátlan
217
aanvechten
challenge
218
overtuigd
convinced
219
genezen
to cure
220
de woordvolgorde
the word order
221
Daarom is het een effectieve maatregel.
Hence, it is an effective measure.
222
Het is een aantrekkelijke baan, maar je moet wel flexibel zijn.
It is an attractive job, but you have to be flexible.
223
Je moet hard werken, als je succesvol wil zijn.
You have to work hard if you want to be successful.
224
Als je succesvol wil zijn, moet je hard werken.
If you want to be successful, you have to work hard.
225
Ik weet niet hoe laat hij morgen komt.
I don't know what time he comes tomorrow.
226
held
hero
227
het gebied
the area
228
ten noorden van Brussel
north of Brussels / Brüsszeltől északra
229
zij komen in opstand
they revolt / fellázadnak
230
de erkenning
the recognition / elismerés
231
de opstand
the revolt / a lázadás
232
het positiefste wat ervan af kan (het grootste compliment dat gegeven wordt)
the most positive thing that can be done (the greatest compliment given)
233
ergens van opkijken (verbaasd zijn over iets)
to look up at something (to be surprised about something)
234
iets niet uitvlakken (iets niet onderschatten)
not smoothing out something (not underestimating something)
235
ik kijk nergens meer van op
I am not surprised anymore
236
bestaan
to exist
237
geldt wereldwijd
applies worldwide / világszerte érvényes
238
Nederlanders zijn van nature niet snel geneigd elkaar te complimenten.
By nature, the Dutch are not inclined to compliment each other. / A hollandok természetüknél fogva nem hajlandók bókolni egymásnak.
239
de neiging
the urge / a késztetés
240
ze zijn niet geneigd
they are not inclined / nem hajlamosak rá...
241
redelijk
reasonable
242
verheffen
to elevate / felemel
243
Complimenten geven kan ook best moeilijk zijn.
Giving compliments can also be quite difficult.
244
beledigend compliment
offensive compliment
245
zelfverzekerd
confident / magabiztos
246
ondanks je overgewicht
despite being overweight / a túlsúlya ellenére
247
feeksachtig, chagrijnig
shrewish (2) / zsémbes
248
stel je voor
to imagine
249
per ongeluk
accidentally
250
beginperiode
initial period
251
haast
rush
252
suggeren
to suggest
253
de suggestie
the suggestion
254
landheer-tegen-butler-achtig
lord-versus-butler-like / úr-versus-inas-szerű
255
de rozen staan er weer keurig bij
the roses are neatly again / a rózsák megint szépen vannak
256
beweren
to claim
257
hij beweert impliciet dat hij er iets over te zeggen heeft
he implicitly claims that he has something to say about it / hallgatólagosan állítja, hogy van mondanivalója róla
258
de bewering
the claim / a követelés
259
aan de andere kant
on the other hand
260
ondergeschikt
subordinate / alárendelt
261
kruiperig
fawning / talpnyaló
262
zó gaaf
so cool
263
talentenjacht
talent show
264
toegeven aan, gaf toe, toegegeven
to admit (+vonzat) / elismer (3-forms)
265
Wat zie je er leuk uit!
You look nice!
266
Je ziet er goed uit!
You look good!
267
Wat zit je haar leuk!
Your hair looks nice!
268
Wat heb je mooie schoenen aan!
What beautiful shoes are you wearing!
269
Je zou echt niet zeggen dat jij al leeftijd bent!
You really wouldn't say you're old!
270
Wat leuk dat je dat zegt.
How nice of you to say that.
271
Meen je dat nou?
Are you serious?
272
Dergelijke opmerkingen heten 'steken onder water'.
Such remarks are called 'stabbing under water'. / Az ilyen megjegyzéseket „víz alatt szúrásnak” nevezik.
273
Wat een bijzondere schoenen.
| Echt heel apart.
What special shoes.
| Really very special.
274
Je hebt mooi gezongen.
| Ga vooral door met oefenen.
You sang beautifully.
| Above all, keep practicing.
275
Heb je die trui zelf gebreid?
| Knap hoor!
Did you knit that sweater yourself?
| Well done!
276
Wat een gezellig kamertje.
What a cozy room.
277
Ben jij echt al zó oud?
Are you really that old already?
278
Wat bedoel je daar precies mee?
What exactly do you mean by that?
279
Hoezo?
How so?
280
De tijger verspreid over Azië voorkomt.
The tiger is found throughout Asia.
281
Pinguïns zouden alleen op Antarctica voorkomen.
Penguins are said to be found only in Antarctica.
282
Koala voorkomt in het oosten van Australië.
Koala is found in eastern Australia.
283
ernstig bedreigde diersoort
critically endangered species
284
otter
otter / vidra
285
wolf
wolf
286
de wilde kat
the wild cat
287
kwetsbaar en gevoelig
fragile and sensitive / törékeny és érzékeny
288
bever
beaver
289
damhert
fallow deer / dámvad
290
zeehond
seal / fóka
