Flashcards_Bewijsrecht_Wk6

(25 cards)

1
Q

Wat zijn de formele vragen volgens art. 348 Sv?

A
  1. Geldigheid van de dagvaarding.
  2. Bevoegdheid van de rechter.
  3. Ontvankelijkheid van het OM.
  4. Reden tot schorsing van de vervolging.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve competentie?

A
  • Absolute competentie: Welke rechter (rechtbank, hof, HR) is bevoegd.
  • Relatieve competentie: In welke plaats de zaak behandeld wordt (bvb. Amsterdam, Utrecht).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de responsieplicht in volgens art. 359 lid 2 Sv?

A

De rechter moet motiveren als hij afwijkt van een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt van de verdachte of het OM. Vereisten (Hennepkwekerij-arrest):
1. Het standpunt is duidelijk en ondubbelzinnig.
2. Het is met argumenten onderbouwd.
3. Het is schriftelijk vastgelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem drie voorbeelden van niet-ontvankelijkheid van het OM.

A
  1. Overlijden van de verdachte (art. 69 Sr).
  2. Eerdere uitspraak over hetzelfde feit (ne bis in idem, art. 68 Sr).
  3. Verjaring (art. 70 Sr).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een Meer-en-Vaart-verweer?

A

Een verweer waarbij de verdachte een alternatief scenario presenteert dat niet strijdig is met de bewijsmiddelen (bvb: “Het moordwapen was een revolver, maar ik heb niet geschoten”). De rechter moet dit scenario aannemelijkheidsonderzoek doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een Dakdekkersverweer?

A

Een verweer gericht op de juridische kwalificatie van het feit (bvb: “Een 45 km/h-karretje is geen auto”). De rechter moet motiveren waarom de kwalificatie wel/niet klopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen een kop-staart vonnis en een Promis-vonnis?

A
  • Kop-staart vonnis: Bevat alleen de beslissing en motivering na rechtsmiddel.
  • Promis-vonnis: Volledig gemotiveerd vonnis met samenvattingen en voetnoten voor transparantie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke vier punten controleert de Hoge Raad bij cassatie over de bewijsbeslissing?

A
  1. Wettelijkheid van bewijsmiddelen.
  2. Naleving van bewijsminimumregels.
  3. Of onderdelen van de bewezenverklaring niet op bewijsmiddelen steunen.
  4. Of het bewezenverklaarde niet uit de bewijsmiddelen volgt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is art. 121 Grondwet (motiveringsplicht) belangrijk?

A
  1. Explicatiefunctie: Verdachte begrijpt de beslissing.
  2. Controlefunctie: Hogere rechters en maatschappij kunnen toetsen.
  3. Aanscherpingsfunctie: Rechter denkt kritisch na over zijn redenering.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het split-attention effect in het onderzoek naar visuele vonnissen?

A

Het negatieve effect waarbij lezers moeite hebben om tekst en afbeeldingen tegelijk te verwerken, wat leidt tot cognitieve overbelasting (met name bij niet-hoogopgeleiden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem drie visuele kenmerken die de begrijpelijkheid van een vonnis kunnen verbeteren.

A
  1. Globale structuursignalen (tussenkopjes, inhoudsopgave).
  2. Typografie (vetgedrukte kernzinnen, witregels).
  3. Afbeeldingen (procedureschema’s, betrokkenenoverzicht).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat concludeert het onderzoek Naar een visueel vonnis? over V2b (tekst + kleur/afbeeldingen)?

A

V2b scoorde niet significant beter dan V2a (zonder kleur/afbeeldingen) voor niet-hoogopgeleiden. Mogelijke oorzaken: complexe afbeeldingen, split-attention effect, of gebrek aan visuele geletterdheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de Dual Coding Theory en hoe versterkt dit tekstbegrip?

A

Mensen verwerken informatie via verbale en visuele kanalen. Combinatie van tekst en beeld vermindert cognitieve belasting en verbetert begrip, vooral bij abstracte inhoud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom mag de rechter niet straffen op basis van vermoedens van toekomstige feiten?

A

Sancties moeten gebaseerd zijn op bewezen feiten uit de zaak of eerdere veroordelingen (geen speculatie over toekomstig gedrag).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een voeging ad informandum?

A

Het toevoegen van bewezen maar niet vervolgde feiten aan het dossier om de strafmaat te beïnvloeden (bvb. 10 diefstallen ad informandum bij vervolging voor 4 diefstallen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem drie motiveringsvereisten uit art. 360 Sv.

A
  1. Gebruik van niet-beëdigde getuigen.
  2. Anonieme of afgeschermde getuigen.
  3. Kroongetuigenregeling.
17
Q

Waarom is de volgorde van art. 348 en 350 Sv belangrijk?

A

Formele vragen (348 Sv) moeten eerst worden beantwoord. Bij een negatief antwoord (bvb. niet-ontvankelijkheid) vervalt de noodzaak om materiële vragen (350 Sv) te behandelen.

18
Q

Wat is de grondslagleer?

A

De rechter is gebonden aan de tenlastelegging als juridisch kader. Afwijking is alleen mogelijk via correctiemechanismen (bvb. art. 313 Sv).

19
Q

Hoe werkt de schakelbewijs-doctrine?

A

Een bewezen feit B wordt gebruikt om feit A te ondersteunen, mits:
1. Feit A en B soortgelijk zijn.
2. Ze dezelfde modus operandi hebben.

20
Q

Wat zijn de drie functies van rechtsmiddelen?

A
  1. Herstel van procedurefouten.
  2. Second opinion (hoger beroep).
  3. Rechtseenheid (cassatie door HR).
21
Q

Waarom scoorden hoogopgeleiden even goed op alle versies in het visuele vonnis-onderzoek?

A

Hoogopgeleiden hebben voldoende taalvaardigheid om complexe teksten te decoderen, waardoor visuele hulpmiddelen minder impact hebben.

22
Q

Wat is het verschil tussen rechtvaardigingsgrond en strafuitsluitingsgrond?

A
  • Rechtvaardigingsgrond: Feit is niet wederrechtelijk (bvb. noodweer).
  • Strafuitsluitingsgrond: Feit is wel strafbaar, maar dader is niet verwijtbaar (bvb. ontoerekeningsvatbaarheid).
23
Q

Noem een kritiekpunt op de grondslagleer.

A

“Tirannie van de tenlastelegging”: Het OM heeft te veel macht omdat de rechter gebonden is aan de formulering van de tenlastelegging, zelfs als feiten anders liggen.

24
Q

Waarom is een verkort vonnis problematisch?

A

Het bevat onvoldoende motivering, wat de controleerbaarheid beperkt. Alleen toegestaan bij afwezigheid van rechtsmiddelen (art. 365a Sv).

25
Hoe verbetert typografie de toegankelijkheid van een vonnis?
Door **hiërarchie** (kopjes, vetgedrukt), **scanbaarheid** (witregels), en **nadruk** (kleur) wordt de tekststructuur duidelijk, wat navigatie en begrip vergemakkelijkt.