Gedrag jeugdhulp Flashcards

(13 cards)

1
Q

Geef enkele redenen waarom er nood is aan jeugdhulp.

A
  1. Er is geen stop op het labelen van kinderen.
  2. Veel prestatiedruk
  3. Structureel probleem in de zorg, bv. lange wachtrijen
  4. Parentale burn-out, veel druk op ouders
  5. Applausgeneratie (kinderen opgegroeid met veel bevestiging, complimenten en bescherming, ouders zijn overbeschermend)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarvoor moet je aandacht hebben bij een opvoedingscrisis?

A
  1. Gezinsfactoren, bv. mishandeling
  2. Omgevingsinvloeden, bv. slechte vrienden
  3. Psychische problemen, bv. depressie
  4. Trauma/ stress, bv. scheiding ouders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef 5 kenmerken van gedragsproblemen.

A
  1. Opstanding of uitdagend gedrag, bv. veel ruzie maken.
  2. Agressief, verbaal en fysiek.
  3. Impulsiviteit
  4. Delinquent gedrag, bv. stelen of drugs.
  5. Problemen met autoriteit, bv. instructies niet volgen, of gebrek aan respect.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer word jeugdhulp aangeboden? (3 manieren)

A
  1. Op vraag van de ouders of het kind.
  2. Verontrustende Opvoedingssituaties: anderen schatten in dat er tussenkomst nodig is.
  3. Misdrijf Omschreven Feit: bij jeugddelicten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is decreet integrale jeugdhulp?

A

Dit wordt toegepast bij VOS. Het is samenhangend en toegankelijke jeugdhulp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is rechtstreeks toegankelijke hulp?

A

Je kan zonder vraag of tussenkomst naar deze hulp, bv. Centrum voor Leerlingenbegeleiding CLB, Jongeren Advies Centrum JAC of de huisarts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is niet-rechtstreeks toegankelijke hulp?

A

Dit is voor complexere hulpvragen. Je moet een professionele uit het RTH een aanvraag laten indienen. Als dit wordt goedgekeurd, kan je door de Intersectorale Toegangspoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat versta je onder Decreet Jeugddelinquentierecht?

A

Jongeren die een strafbaar feit plegen vallen niet onder het strafrecht, maar het jeugdrecht. Na de misdaad ligt de focus op preventie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 4 zaken doet men voor de preventie van jeugddelinquenten?

A
  1. Responsabilisering
  2. Herstelgericht werken
  3. Leeftijdsgrenzen en verantwoordelijkheid
  4. Gefaseerde aanpak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is responsabilisering?

A

Het kind moet zijn verantwoordelijkheid nemen, moet de gevolgen inzien en die herstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is herstelgericht werken?

A

Er is meer focus op het slachtoffer en de maatschappij door:
1. Herstelgesprek met slachtoffer.
2. Akkoord sluiten tussen slachtoffer en dader.
3. Gemeenschapsdienst, iets terug doen voor de maatschappij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat versta je onder leeftijdsgrenzen en verantwoordelijkheid wanneer het gaat over de preventie van jeugddelinquenten?

A
  1. Kinderen onder de 12 jaar vallen onder hulpverlening en krijgen geen sancties.
  2. Tussen de 12 en 18 jaar krijg je geen straf, maar een maatregel.
  3. Uitzonderlijk kan je op je 16 of 17 jaar naar de volwassenrechtbank gestuurd worden. Dit noemt een uithandengeving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een gefaseerde aanpak?

A

Er zijn milde en zware straffen.
1. Vrijwillige maatregelen, bv. gemeenschapsdienst.
2. Strikte maatregelen, bv. avondklok.
3. Dwingende maatregelen, bv. in gemeenschapsinstelling en onder toezicht jeugdrechter.
4. Gesloten instellingen voor zware jeugddelinquentie, bv. De Zande.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly