Gezondheidseconomie theorie Flashcards

(118 cards)

1
Q

bron

A

alle items die worden gebruikt bij het produceren en verdelen van goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

goed

A

bronnen leiden tot een goed die we kunnen consumeren of tot intermediaire goederen (vb. printplaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn 3 soorten baat bij het bezitten van goederen?

A
  • consumeren
  • investeren
  • verhandelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

markt

A

plaats waar een ruil plaatsvindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

schaarste

A

middelen zijn beperkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

economische wetenschap

A

sociale wetenschap die keuzes mbt productie en consumptie onder voorwaarden van schaarste bestudeert, inclusief de gevolgen voor de maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is ‘de’ economie

A

alle economische activiteiten en instellingen binnen een bepaalde regio (wereldeconomie, Belgische economie…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is gezondheidseconomie?

A

het toepassen van economische theorieën op fenomenen en problemen gerelateerd aan gezondheid(zorg)

-> zo’n 11% van het BBP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat moet je in het achterhoofd houden bij schaarste en nastreven van utiliteit?

A
  • allocative efficiency (efficiënte verdeling)
  • productive efficiency (productieve efficiëntie)
  • equity (toegankelijkheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn andere uitdagingen in de gezondheidszorg?

A
  • overconsumptie
  • ongelijkheid
  • vergrijzing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat houdt utiliteitsmaximalisatie in?

A
  • social welfare
  • trade-off
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is social welfare?

A

iedereen zoveel mogelijk gezondheid proberen behouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is trade-off?

A

afwegingen maken waarin je zal investeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is opportuniteitskost?

A

Hypothetische kost van een niet gekozen alternatieve optie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de wet van de stijgende opportuniteitskost?

A

naarmate we meer goederen produceren, zal een gelijke toename van datzelfde goed een grotere OK vragen van het andere goed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is normatieve economie?

A
  • opinies, waardeoordeel
  • houdt zich bezig met vragen wat de economie zou moeten zijn.
  • stellingen kunnen niet bewezen of weerlegd worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarnaar refereert marge?

A

bijkomende eenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is efficiëntie?

A

het maximaliseren van de output tov de input

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

soorten efficiëntie?

A

a) technische efficiëntie
b) productie efficiëntie
c) verdelingsefficiëntie
d) pareto efficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is technische efficiëntie?

A

de optimale periode om 1 goed/dienst te produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is productie efficiëntie?

A

maximaliseren van output van één bepaald goed, zonder dat een ander goed moet dalen in productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat is verdelingsefficiëntie?

A

overweging welke verdeling over verschillende goederen/diensten/sectoren optimaal kan zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat is Pareto efficiëntie?

A

alle middelen optimaal inzetten om maximale output te realiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat is een positieve economie?

A
  • onderbouwd
  • houdt zich bezig met “zoals het is”
  • stellingen kunnen getest en bewezen worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
wat is het verschil tussen gezondheid en welbevinden?
gezondheid zien als een 'voorraad' dat individu in staat stelt te functioneren dit 'functioneren' genereert een bepaalde tevredenheid, welbevinden (= utiliteit)
25
welke factoren hebben invloed op de utiliteit?
- gezondheidszorg - gezondheid - rijkdom - sociale relaties
26
wat is marginale utiliteit?
de extra voldoening die een consument ervaart bij het consumeren van één extra eenheid van een goed of dienst
27
wat is de wet van de dalende marginale utiliteit?
naarmate een consument meer consumeert, zal het extra voordeel van een extra eenheid dalen
28
wat vormt het gezondheidskapitaal?
- genetische factoren - omgeving - technologie - gedrag
29
wat is het model van Grossman
- aaneenschakeling van keuzes en hoe deze elkaar beïnvloeden. - belicht belangrijke verschillen tussen gezondheid en andere goederen: a) individu is zowel consument als producent b) gezondheid is zowel een consumptiegoed als een investeringsgoed c) gezondheid is een kapitaal
30
wat is de regel van utliteitsmaximalisatie?
elke persoon kiest de combinatie van goederen/diensten dat zijn/haar U maximaliseert
31
wet van de vraag
indien er niets anders wijzigt (ceteris paribus), zal een stijging van de prijs leiden tot een daling van de gevraagde hoeveelheid (Q) => als P stijgt, zal gevraagde Q dalen
32
wat is een complementair goed?
als de prijs stijgt van een goed, zal de vraag dalen van een ander goed vb: de prijs van een optometrist stijgt, dus vraag naar brillen daalt
33
wat is een substituut?
indien de vraag naar het goed stijgt, zal de prijs van een ander goed ook stijgen. vb: lenzen worden goedkoper en brillen duurder, dan zullen mensen lenzen verkiezen
34
welke 2 veranderingen kunnen gebeuren met de vraagcurve?
- verschuiving LANGS de curve - verschuiving VAN de curve (- roteren)
35
wanneer heb je een verschuiving op/langs de vraagcurve?
wanneer de prijs wijzigt
36
wanneer heb je een verschuiving van de vraagcurve?
als een andere factor (inkomen, preferenties, Pc of Ps) veranderd
37
wat zijn inferieure goederen?
Als consumenten een hoger inkomen krijgen gaan ze minder van een bepaald soort goederen kopen. vb: tweedehandskledij
38
verzekering op de vraag: wat zijn 2 type verzekeringen?
- vast % van de kost (co-insurance) - forfaitair
39
wat is elasticiteit?
de % verandering in de afhankelijke variabele tgv een % verandering in de onafhankelijke variabele maw in welke mate verandert de Qd (%) naargelang een wijzing in P (%) ?
40
kenmerk van de eigen prijselasticiteit?
altijd elastisch! => E > -1
41
wat is unit elastisch?
1% daling in prijs geeft aanleiding tot 1% stijging in Qd en omgekeerd
42
wat is het belang van elasticiteit?
voorspellen hoe de markt zal reageren op een prijswijziging
43
wat is de definitie van aanbod?
Qmax van een bepaald goed dat een organisatie bereid is te verkopen aan elke mogelijke prijs, ceteris paribus, in een bepaalde periode. maw de bereidheid van produceren voor een bepaalde prijs
44
wat zijn de productiefactoren? (aanbod)
- L (labour) - K (kapitaal) - alle andere factoren
45
wat is marginale productiviteit?
hoeveel neemt de productie toe per extra eenheid arbeid?
46
wat stelt de SMC curve voor?
kost van de productie van 1 extra goed. Short term Marginal Cost
47
wanneer is de winst maximaal?
MC = MI
48
wat is de marktvraag?
som van de individuele vraag van elke consument maw marginale baten van de maatschappij
49
wat is het marktaanbod?
som van alle goederen die worden geproduceerd per individuele producent. maw kost voor de maatschappij
50
wat is marktwerking?
interactie tussen marktvraag en marktaanbod
51
wat zijn de verschillende vormen van marktwerking?
- pure competitieve markt (vrije markt) - monopolie
52
wat is de marginale baten?
marginale utiliteit per prijs
53
wat is de maatschappelijke kost?
som van al het aanbod = marktaanbod
54
wat is de maatschappelijke baten?
utiliteit die wordt benoten door al de consumenten
55
wat zijn de regels bij een perfecte competitie/vrije markt?
- de consument kan zelf beslissen - de producent heeft geen impact op de prijs
56
formule maatschappelijk welzijn/baten
marginale sociale baten = marginale sociale cost MSB = MSC
57
wat zijn eigenschappen van een perfecte competitie?
- veel kopers en verkopers (price takers) - vrije toegang/exit - perfecte informatie - homogene producten - internalisatie van de kosten
58
wat is een homogeen product? (eigenschap perfecte competitie)
goed of dienst is gestandaardiseerd en niet te onderscheiden van een goed geproduceerd door andere producenten
59
wat is perfecte informatie? (eigenschap perfecte competitie)
iedere consument en producent heeft kennis over alle prijzen, utiliteiten, kosten, etc.
60
wat is internalisatie van de kosten? (eigenschap perfecte competitie)
alle kosten zitten vervat in de marktprijs en worden gedragen door de koper. personen die niet betrokken zijn, dragen geen kosten
61
wat zijn eigenschappen van de markt in een vereenvoudigd model?
a) vrije toegang/exit b) moral hazard c) perfecte informatie d) internaliseren van kosten
62
hoe kan de overheid interfereren met de markt?
- beperkt aanbod (wetten, diploma's..) - kwaliteitsbewaking (erkenningscriteria) - budgetmaatregelen (remgeld...) - sociale maatregelen (MAF)
63
2 soorten moral hazard
ex ante = gedragsverandering door het te vermijden event en post = gedragsverandering na het te vermijden event
64
wat is een perfecte agent? => perfecte informatie
een perfect agentschap opteert voor die zorg waarvoor de patiënt zou opteren mocht die over exact dezelfde informatie beschikken als de arts zelf. de zorgverlener gedraagt zich als een vertegenwoordiger van de patiënt.
65
wat is internalisatie van kosten niet wordt gedaan?
= externaliteiten personen nemen niet deel aan een transactie maar dragen er wel kosten van vb: roken of vaccinaties
66
hoe kunnen personen zijn mbt risico's?
a) risico aversief b) risico neutraal c) risicovol
67
wat is risico aversief?
de persoon gaat geen faire weddenschap aan
68
wat is risico neutraal?
de persoon is noch voor, nog tegen een faire weddenschap
69
wat is risicovol?
de persoon accepteert een faire weddenschap
70
wet van dalende marginale utiliteit van inkomen
naarmate iemands inkomen toeneemt, neemt de extra voldoening per extra euro af
71
wat is een risicogerelateerde premie?
doordat er verschillende risico's zijn, zal de verzekeraar de premie aanpassen aan het risico van de groep (hoge premie voor hoog risico)
72
wat zijn 4 betalingswijze voor zorgverleners?
- fee for service - capitatie - salaris/loon - pay for performance
73
wat is fee for service?
elke prestatie die wordt verricht kan aangerekend worden
74
wat is capitatie?
de zorginstelling wordt betaald voor een bepaalde periode waarin ze zorgen voor een patiënt ongeacht de grootte van de zorgnood
75
wat is salaris/loon?
betalen per tijdseenheid adhv een bediendecontract je salaris blijft hetzelfde ongeacht het aantal patiënten
76
wat is pay for performance?
bepaald kwaliteitscriterium werd vooraf beslist en dat moet behaald worden alvorens men wordt vergoedt
77
wat is een gezondheidseconomische evaluatie? (EXAMEN)
de kosten EN baten/gevolgen van twee of meerdere alternatieven met elkaar vergelijken.
78
wat is een ICER
Incrementele Kosten- EffectiviteitsRatio
79
welke types economische evaluaties zijn er?
- kosten-effectiviteitsanalyse (natuurlijke eenheden) - kosten-utiliteitsanalyse (QALY/utiliteit) - kosten-batenanalyse (monetaire eenheden) - kosten minimalisatie
80
wat zijn de 4 categorieën voor kosten?
1) health sector 2) andere sectoren (sociale dienst) 3) Patient/familie 4) productiviteitsverlies (niet gaan werken)
81
wat zijn de verschillende perspectieven?
1) maatschappij (alle kosten) 2) gezondheidszorg (vb verzekeraars) 3) zorgverlenersperspectief (vb tijd met de arts) 4) ziekenhuis (materiaal, programma, lonen...) OF patiëntenperspectief
82
hoe kan je een prijsbepaling doen van iets wat niet in geld uit te drukken is?
- opportuniteitskost methode = het aantal uren dat ik spendeer aan MZ, is hetzelfde als mijn uurloon - proxy good methode = kost van de MZ wordt berekend ervan uitgaande dat dit door een professional werd gedaan.
83
hoe lang neem je best de tijdshorizon?
tot waar de kosten stabiliseren
84
wat is productiviteitsverlies?
een persoon is afwezig op het werk door ziekte. kost voor het bedrijf: lagere productiviteit
85
hoe kan je productiviteitsverlies als maatschappelijke kost meten?
1) human capital approach 2) frictie methode
86
wat is de human capital approach?
de totale duur van afwezigheid aan 100% productiviteit meetellen. => aantal dagen ziek x brutoloon
87
wat is de frictie methode?
verlies aan productiviteit voor de duur van de frictie periode. de taken van de afwezige worden niet vervuld. na de frictie periode worden de taken ingevuld door een nieuwe WN
88
wat is een frictie periode?
de duurtijd om de productiviteit terug op het oorspronkelijk niveau te krijgen
89
waarom verdisconteren?
alle toekomstige kosten en gezondheidseffecten omzetten naar de waarde van vandaag.
90
waarvoor staat QALY
Quality Adjusted Life Years = aantal kwaliteitsvolle levensjaren
91
Formule QALY?
utiliteit (U) x duurtijd (T)
92
hoe ga je stap 1: QOL meten?
- pathologie- specifieke meetschalen - generieke vragenlijsten (EQ5D)
93
hoe meet je QALY? (3 stappen)
1) kwaliteit van leven (QOL) 2) meten van utiliteit 3) de QALY
94
hoe ga je stap 2: utiliteit meten?
- VAS (score tussen 0 en 1) - Standard Gamble (hoeveel risico geven kans op dood) - Time Trade Off (gelijkwaardige alternatieven: gezond en ziek)
95
wat is utiliteit?
waardering van een individu voor een specifiek niveau van gezondheidsstatus
96
wat is een EQ5D?
meetschaal voor QOL 5 domeinen op 5 verschillende niveaus bevraagd
97
wat is een EQ5D?
meetschaal voor QOL 5 domeinen op 5 verschillende niveaus bevraagd
98
hoe verloopt het proces van modelleren?
1) ontwerpen van het model 2) selecteren van inputs 3) analyse 4) review (verfijnen)
99
wat zijn mogelijke onzekerheden bij het Markov model?
- structuurvalidatie (goede weergave van realiteit) - inhoudsvalidatie (inputgegevens en berekeningen correct?) - uitkomstvalidatie (uitkomsten komen overeen met realiteit?) - validatie van robuustheid (uitkomst wijzigt bij een verandering inputgegeven)
100
wat is een eenweg-sensiviteitsanalyse?
verschillende inputparameters 1 per 1 wijzigen terwijl de andere in stand worden gehouden. => tornado diagram
101
wat is twee-wegensensitiviteit?
2 inputwaarden worden gelijktijdig gewijzigd
102
wat is een probabilistische sensitiviteitsanalyse?
elke inputvariabele is onderhevig aan kansverdeling. de parameters zijn niet fix, maar een estimatie. je plaatst de ICERs in een quadrant en zo weet je ongeveer waar het resultaat zich bevind
103
wat is een sensitiviteitsanalyse?
een inputparameter wijzigen om te kijken wat het doet aan de resultaten
104
wat is CEAC?
cost effectiveness acceptability curve => drempelwaarde
105
hoe kan je meerdere alternatieven bespreken en een goede optie kiezen?
Netto Monetaire Baten (NMB) => je kiest de hoogste
106
formule NMB?
(effect x drempelwaarde) - kosten
107
wat is perfecte deelbaarheid?
een programma/interventie is deelbaar en kan worden geïmplementeerd in gelijk welke delen vb. opstartkost delen door aantal P => hoe meer P, hoe kleiner hun aandeel => impact op ICER
108
wat is constante return?
de kosten en effecten verminderen door de vermindering van de grootte van het programma
109
wat zijn tekortkomingen van de QALY?
- te weinig patiënt gericht - verschillende methodieken => verschillende resultaten - aandacht nodig voor ongelijkheid
110
voordelen QALY?
- laat toe om te vergelijken, zelfs over domeinen heen - eenvoudig te berekenen - morbiditeit en duurtijd worden meegenomen id analyse
111
wat is budget impact?
toepassing van methoden om het geplande gebruik van middelen en de uitgaven van een budget over een bepaalde tijdsperiode in te schatten
112
doel van budget impact?
de verwachte verandering in de uitgaven van een gezondheidszorgsysteem berekenen tgv implementatie van een nieuwe interventie => nodig: aantal deelnemers (volume) en behandelingskost
113
wat is budget impact analyse?
wat gaat alles kosten als we het uitrollen in de maatschappij?
114
wat zijn de verschillen tussen een kosteneffectiviteit- en een budgetimpact analyse?
- onderzoeksvraag: accepteerbaarheid tov betaalbaarheid - inclusie gezondheidseffecten - discontering -... vaak zijn ze wel complementair aan elkaar
115
wat is HTA?
Health Technology Assessment = een evaluatie van de eigenschappen, effecten of impact van een 'Health technology'
116
wat is een Health technology?
- geneesmiddelen - medische hulpmiddelen - interventies -...
117
wat is de productiemogelijkheden grens?
visuele weergave van alle mogelijke combinaties die haalbaar zijn gezien de middelen