H11: emotioneel gedrag Flashcards
(42 cards)
emotie
een complexe reactie van het lichaam in de response op een bepaalde stimulus
sympathisch zenuwstelsel
zenuwen van de thoracale en lumbale gebieden
parasympatische zenuwstelsel
craniale zenuwen en zenuwen van het sacrale ruggenmerg
James-Lange theorie
gebeurtenis –> autonomisch arousal –> reactie van het skelet –> gevoel aspect van emotie en perceptie
pure autonomic failure
conditie waarbij de output van het autonome zenuwstelsel naar het lichaam faalt
paniek aanval
periode die gemarkeerd wordt door extreem arousal van het sympathische zenuwstelsel
Cannon-bard theorie
feedback van de ingewanden is niet noodzakelijk en niet voldoende om emoties te voelen
syndroom van Bradbury-Eggleston
Het limbisch systeem is het gedeelte van de hersenen dat betrokken is bij emoties, geheugen, leren, motivatie, herinneringen en seksueel gedrag. verbonden structuren die een border vormen rond de hersenen
limbisch systeem
het limbisch systeem is het gedeelte van de hersenen dat betrokken is bij emoties, geheugen, leren, motivatie, herinneringen en seksueel gedrag. verbonden structuren die een border vormen rond de hersenstam.
behavior activation system
hersenactiviteit in de linkerhersenhelft is gemarkeerd door lage tot matige autonomische arousal en neiging tot benadering het karakteriseren van blijheid of boosheid
behavior activation system
hersenactiviteit in de linkerhersenhelft is gemarkeerd door lage tot matige autonomische arousal en neiging tot benadering het karakteriseren van blijheid of boosheid
behavior inhibition system
hersenactiviteit in de rechterhemisfeer welk aandacht en arousal laat toenemen en inhibitie laat afnemen. het stimuleert emoties als walging en angst
morele schade
besteden veel aandacht aan hoe de uitkomst ons doet voelen
serotonine turnover
de hoeveelheid serotonine die neuronen afgeven, vervangen en absorberen
turnover
afgifte en her synthese van een neurotransmitter
5-hydroxylindoleacetic adic
belangrijkste metaboliet van serotonine
cortisol
hormoon dat wordt afgescheiden van de bijnierschors; zorgt voor verhoging van de bloedsuiker en verhoogt het metabolisme. inhaleren van agressief gedrag
startle reflex
reactie die iemand maakt na een plotseling, onverwacht hard geluid of soortgelijke stimulus
bed nucleus of the stria terminals
een set neuronen die in verbinding staan met de amygdala
Urbach-wiethe ziekte
genetische aandoening waarbij er graduele atrofie van de amygdala optreedt
paniek stoornis
conditie die wordt gekenmerkt door frequente perioden van angst, snel ademhalen, toegenomen hartslag, zweten en trillen
Posttraumatische stress stoornis
een conditie die het resultaat is van ernstige traumatische ervaring die leidt tot een lange staat van frequente flashbacks en nachtmerries, vermijden van herinneringen, overdreven arousal als reactie op geluiden en andere stimuli
GABA
belangrijkste inhibitoire neurotransmitter in de amygdala
bezodiazepine
anti-angst drugs