H13: cognitieve functies Flashcards
taal
een communicatiesysteem, een geheel van codes en afspraken waarmee boodschappen worden overgebracht
lateralisatie
verdeling van functies tussen de twee hemisferen; de verschillen in specialisatie tussen de beide hersenhelften
visuele veld
datgene dat op een bepaald moment zichtbaar is
optische chiasme
de plek in de hersenen waar de helft van de axonen van elk oog kruist naar de tegenovergestelde kant in de hersenen
afasie van Broca
taalproductie is ernstig verstoord (niet vloeiende afasie)
afasie van Wernicke
verstoord taalbegrip, spreekt vaak vloeiend en onzinnig
williams syndroom
vele beperkingen in het verstand maar deze mensen vloeiend en grammaticaal correct een taal spreken
splitbrain patient
het corpus callosum is doorgesneden
dyfonetische klanken
moeite met klanken
dyslexie
leesstoornis bij iemand zonder visusstroonis of stoornis in andere academische vaardigheden
dyseidetische dyslexie
moeite hebben met woorden herkennen als een geheel
mind-body probleem
wat is de relatie tussen de geest en brein
dualisme
geest en lichaam verschillende soorten stof die zelfstandig bestaan
monisme
overtuiging dat het universum maar uit 1 stof bestaat
materialisme
alles wat bestaat is materieel of fysiek
mentalisten
denken dat alleen de geest bestaat en de fysieke wereld niet kan bestaan tenzij een geest ervan op de hoogte was
identiteit positie
mentale processen en bepaalde breinprocessen zijn hetzelfde maar in verschillende termen beschreven
masking
korte visuele stimulus die voorafgegaan wordt en gevolgd wordt door een langere interfererende stimuli
binoculaire rivaliteit
de veranderende perceptie tussen wat het linkeroog en rechteroog ziet, wanneer de twee onverenigbaar zij. Deze percepties hoeven niet gelijk verdeeld te zijn
phi-fenomeen
de neiging om iets te zien alsof het heen en weer beweegt tussen posities, terwijl de stimulus in feite aan en uit knippert op deze posities
intentionele blindness
je bent alleen bewust van de dingen waar je je aandacht op richt
bottom-up proces
stimulus afhankelijk, aandacht wordt getrokken door de stimulus
top-down proces
aandacht wordt opzettelijk gericht op een stimulus
neglect
moeite hebben met het reageren of oriënteren op informatie in de omgeving