H5: organiseren Flashcards
(31 cards)
wat is organiseren
> doelstelling bereiken
activiteiten ontwikkelen
vertalen naar concrete taken en groeperen tot rollen/functies
functies benoemen in bepaalde entiteiten (bvb jobs)
verantwoordelijkheden toewijzen en coördineren
organisatiestructuur (4 bouwstenen)
> Taakspecialisatie of differentiatie
Departementalisatie (samenvoegen van taken)
Coördinatie en integratie (vrij autonome departementen met neuzen in dezelfde richting)
Machts- en gezagsverdeling
taakspecialisatie
De identificatie en toewijzing van taken aan individuele organisatieleden en functies
> groot aantal taken = gedifferentieerd takenpakket
> klein aantal taken = sterk gespecialiseerde functie
departementalisatie
> de bundeling van gelijksoortige functies in werkeenheden
Eenvoud in management
Delen van gemeenschappelijke middelen
Kennisdeling en back up
coördinatie en integratie (mechanismen)
> Wederzijdse aanpassingen > Regels & Procedures > Directe Supervisie > Tijdelijke werkeenheden/coördinatieteams > Buffers/Slack resources
contingentiefactoren
> Taakonzekerheid
Interafhankelijkheid
Dynamiek
Strakke organisatiedoelen
taakverbreding
> bvb ene week aan kassa in antwerpen en andere week aan kassa in mechelen
taakverrijking
> binnentakenpakket extra taken opnamen, bvb ook pizza’s maken
taakroulatie
> mensen wekelijks andere taak laten uitvoeren
Overwegingen bij de keuze van de specialisatiegraad
Efficiëntie Motivatie Creativiteit Innovatie Polyvalentie van de medewerkers …
Het managementdenken ..
differentiatieparadox
> departementen creëren om efficienter maken
> dan worden ze zo autonoom dat ze moeilijker te coördineren worden
toekennen van macht
> centralisatie
> decentralisatie
bronnen van macht
Belonings- of bestraffingsmacht Controlemacht Expertisemacht Referentiemacht Netwerken
welke argumenten spelen een rol bij het maken van keuzen?
> mbt omvang: groot vs klein takenpakket per medewerker
mbt variatie: taken uniform of verschillend? gevolgen voor vereiste kennis, kunde of vaardigheden
beide keuzes bepalen de uiteinden van een continuum aan combinatiemogelijkheden
waarom een hoge of lage taakspecialisatie
> efficiëntie: efficientie hoger bij relatief hoge taakspecialisatie
motivatie (en effectiviteit): motivatie groter bij een lage mate van taakspecialisatie
! kan leiden tot vervreemding die motivatie en werklust keldert
creativiteit en innovatie: hoe hoger taakspecialisatie hoe lager de creativiteit
multi inzetbaarheid: flexibiliteit vraagt vrij brede kennis en ervaring
! hoge taakspecialisatie remt multiinzetbaarheid van medewerkers af
functionele departementalisatie
> functies die qua vakgebied of discipline aan elkaar verwant zijn
divisionele of marktgerichte departementalisatie
> gelijksoortige functies kunnen evengoed functies zijn die zich toesplitsen op eenzelfde markt. markt kan verschillende invullingen hebben:
- eenzelfde product of dienstverlening
- eenzelfde klant
- eenzelfde geografische regio
multifocus departementalisatie
> gelijksoortige functies kunnen ook functies zijn die zich tegelijkertijd toespitsen op eenzelfde disciplinair vakgebied en op eenzelfde markt.
matrix vs hybride departementalisatie
> matrix: resultaat van de gelijktijdige combinatie worden gevisualiseerd adhv een wiskundige matrixvoorstelling
hybride: principes van de functionele en divisionele departementalisatie gelijktijdig gecombineerd maar op andere niveaus
machts en gezagverdeling
> organisatieactiviteit die bevoegdheden en verantwoordelijkheden toewijst aan functies en werkeenheden.
verdeling van macht waardoor functies het recht krijgen om het gedrag van de organisatie te beïnvloeden
teamwerk
> takenpakketten hoeven niet noodzakelijk worden toegewezen aan individuele medewerkers.
ze kunnen worden toegewezen aan groepen of teams van medewerkers
autonome teams = taakverrijking (teams kunnen zelf hun activiteiten plannen organiseren en controleren)
projectmanagement
> taakpakketten kunnen sterk tijdgebonden en eindig zijn.
uniek karakter: opdracht werd als zondanig en onder huidige vorm nog nooit eerder gerealiseerd en zal ook nooit meer onder deze vorm worden herhaald
participatief management
> beleidsmatig gevolg van decentralisatie en delegatie via gedecentraliseerde en of gedelegeerde besluitvormingsprocessen krijgen meer mensen inspraak in het gevoerde beleide
vloeit voort uit decentralisatie of delegatie, soms in de vorm van vrijblijvende consultatie
empowerment
> doorvoeren van decentralisatie op niveau van individuele functies of teams
veel vrijheid van handelen of autonomie binnen de eigen functie of het team
3 ondersteunende maatregelen
- mederwerkers juiste info krijgen om goede beslissingen te kunnen nemen
- nodige vorming en opleiding krijgen om met macht om te gaan
- op een gepast manier worden beloond