H6.7: Respiratoire zuur-base regulatie Flashcards

(29 cards)

1
Q

wat is apneusis?

A

heel lang inademen, kort uitademen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is biot’s breathing?

A

hele hoge ademfrequentie en dan even helemaal niks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat wordt er gereguleerd bij het ademhalingssysteem?

A

de diepte en frequentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar zitten de perifere chemosensoren?

A
  • aortaboog: glomus aorticum
  • a. carotis communis: glomus caroticum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke afferente zenuwen zijn bij de perifere chemosensoren betrokken?

A

aorticum: N. X = nervus vagus
caroticum: N. IX = nervus glossopharyngeus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waarvoor zijn de glomuscellen in de perifere chemosensoren vooral gevoelig?

A

veranderingen in pO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe werken perifere chemosensoren bij HYPOventilatie PRIMAIR?

A

bloed te lage pO2 –> er zijn bepaalde eiwitstructuren in de wand van een glomuscel die bij te lage pO2 ervoor zorgen dat de kans op opening van K+-kanaal afneemt –> cel depolariseert –> voltage-afhankelijke Ca2+-kanalen openen –> intracellulaire Ca2+ stijgt –> neurotransmitter blaasjes versmelten –> neurotransmitters vrijgegeven aan n. X of n. IX

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

reageren perifere chemosensoren alleen op O2?

A

nee , maar wel primair maar secundair ook op de rest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe reageren perifere chemosensoren op CO2?

A

hoge pCO2 –> reageert binnen cel met H2O zodat er H+ ontstaat –> H+ remt ook K+-kanalen en voor de rest hetzelfde als O2

OF rechtstreeks via H+ als pH is te laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zijn perifere chemosensoren snel?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat doen centrale chemosensoren?

A

langzamer reageren en vooral op pCO2 reageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bij verhooge CO2 en verlaagde pH zorgt de glomuscel ervoor dat de gevoeligheid van de impulsactiviteit van perifere chemosensoren toeneemt

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waar zitten centrale chemosensoren?

A

hersenstam, ter hoogte van de MEDULLA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waarom zijn centrale chemosensoren vooral gevoelig voor pCO2?

A

alleen CO2 passeert de bloed-hersen barrière

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het rare aan centrale chemosensoren?

A

verschillende neuronen reageren anders; de een gaat harder vuren bij hoge pCO2, de ander gaat minder vuren bij hoge pCO2.
deze twee versterken elkaar in de signaaloverdracht;

want zodra er een bijvoorbeeld minder gaat vuren, merkt je systeem dat meteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

CO2 acidose gestimuleerde neuronen zijn…

17
Q

CO2 acidose geïnhibeerde neuronen zijn…

18
Q

wat zijn twee belangrijke ademhalingsgebieden in de hersenen?

A

in hersenstam: medulla en pons

19
Q

wat zit in de medulla?

A

die reflexmatige prikkel om te ademen

20
Q

wat doet de pons?

A

samen met de input van de perifere chemosensoren de ademhaling finetunen

EN reguleren wanneer de admenhaling ‘uit’ moet

21
Q

welke twee celgroepen binnen de medulla zijn er?

A
  1. DRG = dorsal respiratory group
  2. VRG = ventral respiratory group
22
Q

wat doet DRG?

23
Q

wat doet VRG?

A

inspiratie en expiratie

24
Q

waarvoor zijn DRG en VRG verantwoordelijk?

25
wat gebeurt er wanneer laag in de medulla beschadiging optreedt?
hele ademhaling stopt
26
wat gebeurt er wanneer hoog in de medulla beschadiging optreedt?
ritme functioneert maar de finetuning niet
27
wat gebeurt er wanneer hoog in de pons beschadiging optreedt?
ritme functioneert maar de finetuning niet helemaal zoals gewoonlijk
28
wat gebeurt er wanneer laag in de pons beschadiging optreedt EN de vagus is doorgesneden?
apneusis
29