H8: Rust- en overlevingspensioen Flashcards
(35 cards)
Algemeen
Algemeen wordt aangenomen dat ons pensioenstelsel er niet schitterend voorstaat. Langs diverse kanten wordt aan de alarmbel getrokken
Wat zijn de problemen?
- De vergrijzing: Het steeds ouder worden van de mensen & die krijgen allemaal pensioen = tegen 2060 zullen er maar twee werkende zijn per gepensioneerde
- De vervroegde pensioenleeftijd: momenteel 65 jaar ze gaan dat elk jaar optrekken tot 67 jaar; maar mensen kunnen nog altijd op vervroegd pensioen → nu is dat gemiddeld 59 jaar dat mensen op pensioen gaan.
- De lage pensioenbedragen: Gemiddeld is 1120 euro
De pensioenpijlers
- Wettelijk pensioen
- Aanvullend pensioen
- Pensioensparen en langetermijnsparen met belastingvoordeel
- Vierde pensioenpijler (eigen woning)
- 5de pijler: eigen vermogen
De pensioenpijlers: Wettelijk pensioen
De financiële basis van het wettelijk pensioen wordt gevormd door werkgevers & werknemersbijdragen voor de RSZ → zij geven dat bedrag dan aan de FPD (= Federale Pensioensdienst) & zij staan in van het betalen van het wettelijk pensioen aan de rechthebbenden → = pensioen die wij mogen verwachten op basis van onze bijdrage gedurende onze loopbaan & binnen deze pijler zijn er nog 3 grote stelsel:
- Stelsel voor werknemer
- Stelsel voor zelfstandigen
- Stelsel voor ambtenaren
De pensioenpijlers: Aanvullend pensioen
Wordt gefinancierd op basis van kapitalisatie en georganiseerd door de werkgever via collectief pensioenstelsel → het meest bekend is de groepsverzekering = storten de werkgever & werknemer elke maand een bijdrage → + pensioenfonds = vooral voor grotere bedrijven & zelfstandigen moeten hun eigen aanvullend pensioen opbouwen + ambtenaren hebben geen aanvullend pensioen maar daar werk de overheid aan.
Heeft niets te maken met wettelijk pensioen maar afhankelijk van werkgevers gedurende je loopbaan → dat is een soort levensverzekering dat werkgevers sluiten met werknemers: je krijgt een bepaald maandloon met een aanvullend pensioen = werkgever betaald premies aan de levensverzekering: komt bovenop het wettelijk pensioen
Levensverzekering waarbij de verzekerde gedurende zijn leven maandelijks een bijdrage betaald.
We zitten hier met een driehoeksverhouding. De werkgever zegt tegen zijn werknemer ‘ ik geef u geen hoger loon, maar ik betaal premies aan een verzekeringsmaatschappij en bij u pensioen zal u verzekering dit aan u betalen. Als werknemer heb je hier geen keuze in of de werkgever dit doet of niet. De werkgever mag dit kiezen. Financieel heeft de werkgever hier belang bij. Hij betaald er geen bijdrage op en krijgt belastingvoordeel. Hij kan het inbrengen als een kost.
De pensioenpijlers: Pensioensparen en langetermijnsparen met belastingvoordeel
Is eigenlijk hetzelfde als aanvullend pensioen maar hier betaald de werknemer de premies aan de levensverzekering en hier heeft de overheid niets mee te maken → fiscaal voordeel: als je 1000 per jaar aan pensioen heeft dan mag je dat aangeven aan de belastingen en kun je hier een winst van 30% opmaken → overheid doet dit om mensen te stimuleren te investeren in hun pensioen & dat pensioensparen kan gebeuren via:
- Een groepsverzekering
- Een pensioenfonds
De werkgever zit hier niet tussen. De werknemer kiest dit zelf en doet dit zelf bij hun bank.
De pensioenpijlers: Vierde pensioenpijler (eigen woning)
Wat je zelf opbouwt in je leven; zoals investeren, beleggingen, spaargeld maar vooral eigen woning heeft een groot voordeel omdat als je oud bent en je eigen woning hebt dan kun je nog veel meer besparen van je pensioen omdat je dat niet meer moet geven aan je huur.
De pensioenpijlers: 5de pijler: Eigen vermogen
- Spaargeld
- Belegde bedragen
→ Mattheüseffect
Rustpensioen - voorwaarden:
Leeftijd- en loopbaanvoorwaarden
- Algemene regel
- Vervroegd pensioen
Pensioenaanvraag
- Ambtshalve onderzoek
- Pensioenaanvraag
- Pensioeninfo
Rustpensioen - voorwaarden - Leeftijd- en loopbaanvoorwaarden
Algemene regel:
pensioenleeftijd is 66 jaar (vanaf 1/2/2025 verhoogd tot 66 jaar & 2030 tot67 jaar) voor zowel mannen als vrouwen & er bestaat geen verplichting om op 65 met pensioen te gaan WANT; pensioen = een recht maar geen verplichting
Vervroegd pensioen:
Is mogelijk voor de leeftijd van 65 jaar wanneer in het jaar dat men met pensioen wenst te gaan:
- de minimumleeftijd bereikt is.
- aan de loopbaanvereisten voldaan is.
63j en 42 loopbaanjaren, 62 en 61 met 43 loopbaanjaren, 60 met 44 loopbaanjaren
Rustpensioen - voorwaarden - Pensioenaanvraag:
Ambtshalve onderzoek: De werknemer die op 65j met pensioen wenst te gaan, moet geen formaliteiten vervullen. Voor iemand die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en zijn hoofdverblijfplaats in België heeft, wordt het rustpensioen ambtshalve onderzocht en geopend. Het ambtshalve onderzoek vervangt de aanvraag.
Pensioenaanvraag: Er moet nog wel een aanvraag ingediend worden als het pensioen voor of na de wettelijke pensioenleeftijd ingaat. Ook personen met een verblijfplaats in het buitenland moeten een aanvraag indienen. Als je in België woont kan je je aanvraag op verschillende manieren indienen.
- Online via pensioenaanvraag.be of mypension.be → sneller verwerkt
- Bij het gemeentebestuur van de woonplaats
- Bij de pensioendienst: via een Pensioenpunt in de buurt van de woonplaats.
Pensioeninfo: Vanaf 57j kan men een raming van het pensioenbedrag en -datum op maat aanvragen. Via mypension.be kan de burger inloggen en aan de hand van de al ingevulde loopbaangegevens pensioenbedrag en datum berekenen. ook een simulatie van welke impact bepaalde loopbaankeuzes hebben op het pensioen kan worden gedaan.
Beëindiging van de arbeidsovereenkomst
De arbeidsovereenkomst beëindigd niet automatisch bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Aan de arbeidsovereenkomst moet dus eerst een beëindiging gemaakt worden.
De werkgever kan een bediende die de leeftijd van 65j nadert opzeggen met een verkorte opzeggingstermijn. Als de arbeidsovereenkomst ten vroegste eindigt op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de werknemer de wettelijke pensioenleeftijd bereikt., dan moeten de gewone opzegtermijnen worden toegepast, maar met een maximum van 26 weken. De begrenzing op 26 weken is de enige vorm van verkorting van de opzegtermijn die voor pensioneringen blijft bestaan in de reglementering van het eenheidsstatuut.
In de praktijk zal de arbeidsovereenkomst meestal in onderling akkoord tussen de werkgever en de werknemer beëindigt worden.
Ingangsdatum van het pensioen
Het pensioen gaat in de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de pensioenleeftijd wordt bereikt.
Berekening van het pensioen - Algemene regel
Voor de berekening van het pensioen komen de volgende elementen in aanmerking:
- De beroepsloopbaan in jaren
- Het verdiende loon
- De gezinssituatie
het pensioen wordt per kalenderjaar van de beroepsloopbaan berekend aan de hand van de formule: P=L(c)x1/45xG
Waarbij:
P = Bedrag van het rustpensioen
L = Het jaarloon (begrensd)
(c) = De herwaarderingscoëfficiënt (verschillend voor elk jaar)
G = Het percentage van de gezinssituatie: 60% of 75%
Berekening van het pensioen -Beroepsloopbaan
Om recht te hebben op pensioen moet men als werknemer gewerkt hebben in België of in het buiteland voor een in Belgisch gevestigde werkgever en moeten de sociale bijdragen betaald zijn. Bepaalde perioden van inactiviteit worden met effectieve tewerkstelling gelijkgesteld
- Loopbaanbreuk
- gelijkgestelde perioden
- Lonen
- Gezinstoestand
Berekening van het pensioen -Beroepsloopbaan - Loopbaanbreuk
De loopbaanbreuk geeft het belang van de loopbaan weer en is gelijk aan: De loopbaanbreuk = beroepsloopbaan in jaren:45
Loopbaan < 14040 dagen: alle gewerkte dagen en gelijkgestelde dagen tellen mee voor de berekening van het pensioen en is er geen beperking tot de eenheid van de loopbaan.
Loopbaan > 14040 dagen: voor de berekening van het pensioenbedrag wordt gebruik gemaakt van de 14040 dagen die het meeste pensioen opbrengen, ongeacht of het gaat om gewerkte dagen of om niet-gewerkte dagen
Bij de beperking tot de eenheid van loopbaan mogen niet meer dan 1560 dagen van de loopbaan geschrapt worden.
Berekening van het pensioen -Beroepsloopbaan - Gelijkgestelde perioden
Voor de berekening van het pensioen worden bepaald perioden van inactiviteit gelijkgesteld met de perioden van tewerkstelling op voorwaarde dat ze als dusdanig aanvaard worden.
Volgende perioden worden gelijkgesteld:
- Perioden van onvrijwillige werkloosheid
- Perioden van moederschapsverlof, vaderschapsverlof en adoptieverlof
- Perioden van thematisch verlof: palliatieve zorg, verzorging van een zwaar ziek familielid
- Perioden van tijdskrediet voor max 36 maanden
Berekening van het pensioen -Beroepsloopbaan - Lonen
Voor elk kalenderjaar van beroepsloopbaan als werknemer ontstaat het recht op pensioen dat in principe berekend wordt op jaarloon. De lonen die in aanmerking worden genomen bestaan uit het brutoloon, premies zoals eindejaars- en Anciënniteitspremie en het enkel vakantiegeld Het dubbel vakantiegeld wordt niet in aanmerking genomen
Berekening van het pensioen -Beroepsloopbaan - Gezinstoestand
Het rustpensioen kan berekend worden als een gezinspensioen of als een pensioen voor een alleenstaande.
Formules:
- Gezinspensioen: (De som van de geherwaardeede lonen van de loopbaanjaren:45) x75%
- Alleenstaande: (De som van de geherwaardeede lonen van de loopbaanjaren:45) x60%
Het gezinspensioen wordt toegekend aan de gehuwde werknemer (man of vrouw) op voorwaarde dat de echtgenoot:
- Geen beroepsactiviteit uitoefent tenzij de toegelaten activiteit
- Geen vervangingsinkomen heeft
- Een pensioen heeft waarvan het bedrag kleiner is dan het verschil tussen het gezinspensioen en het pensioen als alleenstaande.
De meest voordelige oplossing wordt altijd toegepast: ofwel 2 pensioenen voor alleenstaande als die samen hoger liggen dan het gezinspensioen. Ofwel het gezinspensioen als dat meer dis dan de som van de twee alleenstaande pensioenen van de echtgenoten.
Gewaarborgd minimumpensioen
Een gewaarborgd minimumpensioen moet voor een voltijdse werknemer voldoen aan de volgende voorwaarden:
- De loopbaan is gelijk aan minstens 2/3 van een volledige loopbaan als werknemer
- Elk van de loopbaanjaren bevat minimum 208 voltijdse dagequivalenten
Als de loopbaan niet volledig is, ontvangt men een gewaarborgd minimumpensioen in verhouding tot de loopbaanbreuk op voorwaarde dat de loopbaan minstens 30 jaar telt en elk van de loopbaanjaren minstens 156 dagen bevat
Betaling van het pensioen
Het jaarbedrag van het pensioen wordt gedeeld door 12 en wordt als maandelijkse pensioen uitbetaald door een bankoverschrijving op een zichtrekening of door een postassignatie.
De betaling van het gezinspensioen gebeurt op een zichtrekening op naam van beide echtgenoten. Een volmacht voor de rekening van de andere echtgenoot volstaat niet.
Vakantiegeld
Een gepensioneerde werknemer (met rust – of overlevingspensioen) ontvangt elk jaar vakantiegeld, dat uitbetaald wordt in de maand mei samen met het bedrag van het pensioen.
Het vakantiegeld wordt niet toegekend tijdens het jaar waarin het pensioen voor de eerste maal ingaat
Het vakantiegeld wordt volledig toegekend vanaf het tweede jaar dat volgt op het jaar waarin het pensioen is ingegaan.
Inkomensgarantie voor ouderen (IGO) - Begrip
Uitkering die verleend wordt aan gepensioneerden die de leeftijd van 65 jaar bereikt hebben en die niet over voldoende financiële middelen beschikken.
Wie denkt in aanmerking te komen voor een IGO moet een aanvraag indienen
Het recht op deze financiële bijstand wordt automatisch onderzocht voor personen die een pensioen, een uitkering voor gehandicapten of een leefloon ontvangen
Inkomensgarantie voor ouderen (IGO) - Verblijfsvoorwaarde
De IGO gerechtigde moet zijn verblijfplaats in België hebben (max. 29 dagen/jaar in het buitenland)
Voor wie langer dan 6 maanden onafgebroken in het buitenland verblijft, vervalt het recht op de IGO. Je hebt opnieuw recht wanneer je terug in België komt wonen
Inkomensgarantie voor ouderen (IGO) - Onderzoek bestaansmiddelen
De IGO wordt slechts toegekend na een onderzoek naar de bestaansmiddelen, waarbij rekening wordt gehouden met
- Het pensioen,
- De beroepsinkomsten,
- De sociale uitkeringen,
- Het kadastraal inkomen van de onroerende goederen alsook
- De roerende inkomsten die de fiscus kent en
- Inkomsten uit verkopen of schenkingen gedurende 10 jaar die aan de aanvraag voorafgaan.