HC 1.6: Schouderanatomie Flashcards
(47 cards)
hoe heet het als je je armen naar voren beweegt?
anteflexie
hoe heet het als je je armen naar achteren beweegt?
retroflexie
sagittale vlak:
in de richting van je voeten, dus van rug naar buik. dwars door je heen, door je neus heen naar je achterhoofd.
frontale vlak:
vlak dat dwars door je heen loopt, maar dan van arm naar arm, dus van schouder naar schouder
hoe heet het als je je armen naar de zijkant uitstrekt (alsof je een vliegtuig bent) en naar boven/van je romp af beweegt?
abductie
hoe heet het als je je armen naar de zijkant uitstrekt (alsof je een vliegtuig bent) en naar beneden/naar je lichaam toe beweegt?
adductie
om welke as draaien je armen als je aan retroflexie en anteflexie doet?
transversale as
om welke as draaien je armen als je abductie en adductie doet?
sagittale as
hoe noem je de beweging waarbij je je armen in 90 graden naar voren houdt, dus bovenarmen langs het lichaam en onderarmen naar voren, en je je onderarmen dan uit elkaar beweegt?
exorotatie
hoe noem je de beweging waarbij je je armen in 90 graden naar voren houdt, dus bovenarmen langs het lichaam en onderarmen naar voren, en je je onderarmen dan naar elkaar toe beweegt?
endorotatie
in welk vlak beweeg je als je endorotatie en exorotatie doet?
transversale vlak
om welke as beweeg je als je endorotatie en exorotatie doet?
om de longitudinale as
je hebt eigenlijk 3 stabiliteits ‘issues’ van de schouder:
- benige architectuur
- kapsel en banden
- spieren
–> de combinatie van deze 3 zorgt voor de stabiliteit
–> het missen van 1 van deze 3 onderdelen, zorgt meteen voor instabiliteit in het schoudergewricht
hoeveel gewrichten hebben we in ons lichaam?
ongeveer 200
–> 40% van de luxaties vindt plaats in het schoudergewricht
articulatio glenohumerale:
gewricht tussen je humerus en je cavitas glenoidale, dus het echte ‘schoudergewricht’
articulatio acromioclavicularis:
gewricht tussen acromion en clavicula
–> je hebt dus niet 1 gewricht in het schoudergewricht, maar 2
–> dit gewricht kan dus ook luxeren
schoudergordel wordt gevormd door:
- clavicula
- acromion
- scapula
dankzij het feit dat je scapula eigenlijk ‘los’ zit, dus niet vast met benige structuren aan bijvoorbeeld de ribben, maar dat het wel dé structuur is waar je arm aan hangt. dat maakt dat de scapula wel heel bewegelijk is. en dat je dus al die verschillende bewegingen met je schouder kan maken.
in je heup heb je over het algemeen veel minder beweging dan in je schouder, omdat in de heup de kop en de kom veel beter in elkaar passen.
zowel je schouder- als heupgewricht zijn:
kogelgewrichten, en dat is ook de reden dat je in deze drie gewrichten, 3 soorten bewegingen kan maken in 3 verschillende vlakken en rondom 3 verschillende assen
welke spier hecht aan het processus coracoideus?
1 van de origo’s van de twee biceps, is aan dit processus
de korte kop van de biceps brachii heeft zijn origo aan het processus coracoideus. de lange kop van de biceps heeft zijn origo aan een kraakbeenring, die rondom de cavitas glenoidalis zit.
wat is de insertie van de biceps brachii?
op de radius, de tuberositas radii
het cavitas glenoidale, is eigenlijk niet echt een mooie kom, het is meer een plat vlak. terwijl de kop van de humerus, wel echt een ronde kop is. terwijl je eigenlijk wel bij een kogelgewricht verwacht dat het echt een kop en kom zijn die heel mooi in elkaar passen.