HC 2.2 Harttransplantatie Flashcards

1
Q

Hoeveel harttransplantaties worden er per jaar gedaan en hoeveel mensen staan er op de wachtlijst? Hoeveel mensen overlijden er op de wachtlijst?

A

Het aantal transplantaties blijft rond de 35-40. Het aantal mensen die een hart nodig is 135-150. Het sterftecijfer op de wachtlijst ligt tussen de 10-20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom zijn we terughoudend bij post-mortale hartdonoren van boven de 65 jaar?

A

De kransslagaderen zijn dan meestal te slecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel transplantaties worden er gedaan binnen eurotransplant per jaar en hoeveel mensen staan er op de wachtlijst?

A
  • 7000 transplantaties per jaar
  • 10000 mensen op de wachtlijst.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de indicaties voor een harttransplantatie?

A
  • Eindstadium hartfalen
  • Optimale conventionele behandeling
  • Goede compliance/leefregels/dieet
  • Geen andere interventies mogelijk
  • Aanzienlijke winst te verwachten in duur en kwaliteit van leven. Als je er een nieuw hart in doet gaat dan hart ongeveer 15 jaar mee. Je overlijdt meestal door de complicaties van de medicatie die je krijgt.
  • Behouden nierfunctie, goed longfunctie, geen andere belangrijke pathologie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de contra-indicaties voor een harttransplantatie?

A
  • Niet beïnvloedbare pulmonale hypertensie. De hoge longdrukken, blijven behouden ook als je een nieuw hart geeft.
  • Infectie / focus voor infectie
  • Nierinsufficiëntie/leverinsufficiëntie
  • Ernstig vaatlijden buiten het hart, immunosuppressie kan zorgen voor vaatlijden
  • Diabetes + orgaanschade: de diabetes moet goed gecontroleerd zijn, want diabetes kan leiden tot vaatschade.
  • Ziekten met beperkte prognose: maligniteit, 5-jaars ziektevrije overleving.
  • Problemen t.a.v. behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer spreken we van eindstadium hartfalen?

A
  • NYHA III afwisselend IV
  • Vochtretentie, moeheid, dyspneu, slechte eetlust, cachexie
  • Frequente ziekenhuisopnames
  • Aan huis gebonden
    Ondanks:
  • Optimale behandeling met medicatie
  • Dieet: natrium en vochtbeperking
  • Correctie oorzakelijk, bijdragende factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel mensen met een HTx verliezen we in het eerste jaar na transplantatie?

A

10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de verschillende gradaties van eindstadium hartfalen?

A
  • Thuis NYHA klasse III
  • In ziekenhuis afhankelijk van intraveneuze inotropica NYHA IV
  • In ziekhuis afhankelijk van tijdelijk mechanische ondersteuning
  • Steunhart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer geven we mechanische ondersteuning voor korte termijn?

A
  • Als brug naar beslissing bij ernstig acuut hartfalen
  • Als brug naar herstel bij ernstig acuut hartfalen
  • Herstel van eind-orgaan schade, zodat patiënt transplantabel wordt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer geven we mechanische ondersteuning voor lange termijn?

A
  • LVAD, BIVAD als bridge to transplant
  • Destination therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een IABP?

A

Wordt ingebracht via de lies, kan er dagen tot weken blijven zitten. Het werkingsmechanisme van de IABP is tweeledig:
1. Vergroten van de bloedstroom naar het hart: Tijdens de diastole wordt de ballon opgeblazen, waardoor de aorta wordt opgerekt en het bloed naar de kransslagaders wordt geduwd. Dit verhoogt de bloedtoevoer naar de hartspier zelf.
2. Vermindering van de belasting van het hart: Tijdens de systole wordt de ballon leeggelaten, wat de druk in de aorta vermindert. Hierdoor neemt de weerstand tegen de uitstroom van bloed uit het hart af, wat de belasting op het hart verlicht en de zuurstoftoevoer naar het hart verbetert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn kenmerken van de ECMO?

A

ECMO: extra corporele membraan oxygenatie
- Tijdelijke ondersteuning
- Enkele dagen tot paar weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werkt de ECMO?

A
  • Bloedcirculatie: Via een operatieve procedure worden buisjes, katheters genaamd, in grote bloedvaten ingebracht, meestal in de lies, nek of borst van de patiënt. Een buisje haalt bloed uit het lichaam en leidt het naar een machine genaamd de oxygenator.
  • Oxygenator: In de oxygenator wordt zuurstof aan het bloed toegevoegd en koolstofdioxide verwijderd. Dit proces imiteert de gasuitwisseling die normaal gesproken in de longen plaatsvindt. Het zuurstofrijke bloed wordt vervolgens teruggeleid naar het lichaam van de patiënt.
  • Pomp: Een pomp in de ECMO-machine fungeert als een hart en pompt het bloed door de oxygenator en terug naar het lichaam van de patiënt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke twee soorten ECMO’s zijn er?

A
  • VA ecmo: ondersteunt hart en longen
  • VV ecmo: ondersteunt longen bv. bij respiratoire insufficiëntie bij pneumonie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de complicaties van ECMO?

A
  • Bloedstolsels
  • Bloedingen (door de anti-stollingsmedicatie die voor de bloedstolsels wordt gegeven)
  • Infecties
  • Orgaancomplicaties (door drukvariaties en veranderingen in bloedstroom)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke tijdelijke steunharten zijn er?

A
  • Tandem heart
  • Berlin heart
17
Q

Hoe werkt het tandem heart?

A

Tandem heart: er wordt een catheter ingebracht in het linkeratrium en in de aorta. De catheter in het linkeratrium zuigt het uit het LA en pompt het vervolgens terug in de aorta.

18
Q

Hoe werkt het Berlin Heart?

A

Berlin heart: De kamerpompen van het Berlin Heart nemen de functie van de hartkamers over. Ze zuigen bloed uit het hart aan en pompen het vervolgens terug in de bloedvaten van het lichaam.

19
Q

Hoe werkt de wachtlijst bij HTx?

A

Kinderen komen automatische bovenaan op de wachtlijst. Dit kan weken duren of maanden. Volwassenen staan ongeveer 4-5 jaar op de wachtlijst.

20
Q

Waarom doen donororganen het beter in kinderen?

A

Kinderen hebben vaak mono-orgaan falen. Hierdoor doen kinderen langer met een donororgaan en komen ze ook sneller in aanmerking voor re-transplantaties.

21
Q

Hoe veranderd de donorpool voor HTx?

A

Vroeger: hersendode donoren, jonger dan 65 jaar. In ijs, hart is stilgelegd, moet binnen 4 uur weer kloppend in het lichaam zijn van de ontvanger.
De donoren worden ouder. Ook zien we steeds meer vrouwelijke donoren. Hoofdtrauma is enorm afgenomen. CVA zien we toenemen.

22
Q

Hoe veranderen de ontvangers van HTx over de jaren?

A

De patiënten die een orgaan ontvangen zijn ouder, omdat de behandeling van harttransplantatie beter worden. Coronair lijden neemt af als indicatie, beter in dotteren en bypasses. Cardiomyopathie neemt toe.

23
Q

Hoeveel van de mensen die getransplanteerd worden hebben een steunhart? Wat is hiervan het voordeel? En wat is hiervan het nadeel?

A

Driekwart van de mensen die getransplanteerd worden hebben een steunhart. Deze mensen hebben een betere conditie. Maar dan ligt het nieuwe hart langer op ijs, want het steunhart moet er weer uit. Deze mensen hebben ook meer kans op complicaties omdat ze al eerder zijn geopereerd

24
Q

Welke soort transplantaties nemen toe?

A

Spoedtransplantatie neemt toe. Ook liggen de patiënten langer op de IC.

25
Q

Wat is de 10-jaarsoverleving van HTx?

A

75% die wordt wel steeds hoger.

26
Q

Wat zien we over de jaren veranderen bij de patiënten met een HTx?

A
  • Minder afstoting
  • Beter cholesterol
  • Betere nierfunctie
  • Minder hypertensie
  • Minder myocardinfarcten
  • Meer diabetes mellitus
  • Meer Huidkanker
27
Q

Waarop wordt het donorhart vastgemaakt?

A

Heel klein stukje van het eigen hart waar het nieuwe hart op wordt vastgemaakt.

28
Q

Wat is er nodig bij een harttransplantatie?

A

Hart-transplantatie: hart-longmachine nodig.

29
Q

Wat zijn problemen op de korte termijn van HTx?

A
  • Donorhart doet het niet goed. Vereisten: gezond donorhart, goede preservatie, korte ischemie duur < 4 uur, longvaatweerstand niet te hoog
  • Geleidingsproblemen: pace-maker
  • Afstoting: immunosuppressiva.
30
Q

Wat is het gevolg van DCD harten op de pomp?

A

Niet hersendode mensen (DCD): hart op de pomp, dus niet in het ijs. Dit geeft warme ischemie.
- Dit kan leiden in NL tot een mogelijke verdubbeling van het aantal harttransplantatie.
Het hart moet wel voldoende hersteld zijn op de pomp.

31
Q

Wat zijn problemen op de lange termijn van HTx?

A
  • Acute afstoting
  • Coronair lijden: oplossing: PCI, soms CABG. (we zijn minder goed in staat om de kransslagaders te beschermen, wel goed in staat om het myocard te herstellen)
    o Voornamelijk het endotheel gaat kapot, dus je hebt niet meer de positieve effecten van het endotheel.
  • Gevolgen medicatie: oplossing: intensieve begeleiding en compliance van de patiënt
32
Q

Wat zijn de gevolgen van immunosuppressiva?

A
  • Algemeen: infectie, maligniteit
  • Specifiek: NI, HT, DM, tremoren, spierkramen, hirsutisme, osteoporose (Door hartfalen ben je al minder mobiel), gingiva overgroei, cerebrale afwijkingen.
33
Q

Welke risico’s zijn op de korte termijn het hoogst en welke risico’s op de lange termijn?

A

Het risico op chirurgische complicaties, rejectie, infectie in het begin het hoogst. Coronair lijden, maligniteit en NI (dit is ook bij gezonde mensen) wordt ook steeds groter op de lange termijn.

34
Q

Wat ondersteunen steunharten allen?

A

Steunharten ondersteunen alleen de linkerhelft van het hart.

35
Q

Hoe is de verdeling tussen DCD en DBD?

A

40% van alle donoren is hersendood, 60% is DCD. 50 / 50 is het bij hart.