HC: Cardiaal of pulmonaal? Flashcards

1
Q

Welke klachten kunnen zowel cardiale als pulmonale ziekten geven?

A

dyspnoe, dyspnoe d’effort, thoracale pijn, verminderde inspanningstolerantie en hoesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Casus: Een vrouw van 69 jaar komt bij de huisarts met sinds 1 maand het gevoel achteruit te zijn gegaan in conditie, na traplopen staat ze te hijgen bovenaan, dit was eerder niet zo. Ze voelt haar hart dan bonzen. Haar voorgeschiedenis vermeldt: COPD Gold I, DMII en hypertensie (waarvoor medicatie). Rookt, 25 PY.

Wat is de DD hier?

A
  • Angina pectoris
  • Verergering COPD
  • Linkszijdig hartfalen
  • (longembolie)
  • Atriumfibrilleren
  • Longcarcinoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vragen helpen bij het differentiëren voor en cardiale oorzaak?

A

o Irregulaire palpitaties
o Ziet u sok-randen, vocht enkels (perifeer oedeem)
o Nachtelijke kriebelhoest
o Orthopnoe
o Nycturie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vragen helpen bij het differentiëren van een pulmonale oorzaak?

A

o Piepende ademhaling
o Productieve hoest (komt er slijm bij?)
o Koortsepisode?
o Bloed ophoesten?
o Pijn vastzittend aan de ademhaling?
o (thoracale pijn? Type? Wanneer?)
 Stekende pijn  niet cardiaal (ook niet pulmonaal)
o (dyspnoe d’effort?)
o (moeheid?)
o M.n. combinatie van klachten geeft richting aan denken arts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zeggen de vitale parameters (RR, pols, AH freq, T, saturatie) voor de differentiatie tussen cardiaal/pulmonaal?

A

Alle niet onderscheidend tenzij irregulaire pols (cardiaal) of koorts (pulmonaal)?

CAVE: een normale pols sluit iets cardiaal niet uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar duidt pericardwrijven voor?

A

pericarditis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kan je bij lichamelijk onderzoek horen dat duidt op een pulmonale oorzaak?

A
  • Auscultatie: ademgeruis (verminderd?), bijgeluiden (crepitaties? piepend
    verlengd experium?)
  • Percussie: vaak niet onderscheidend, tenzij heel duidelijk hypersonoor (pneumothorax)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kan je bij lichamelijk onderzoek bij de abdomen horen/zien dat duidt op een cardiale oorzaak?

A

Hepatomegalie
Ascites
Souffle over aorta (cave de novo!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Duidt een vertraagde capillaire refill op een pulmonale of cardiale oorzaak?

A

niet onderscheidend!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Casus: vrouw 26, blanco VG
* Thoracale pijn sinds paar dagen
* Iets toenemend bij de ademhaling
* Geen belemmering normale dagelijkse bezigheden
* Geen andere klachten, normaal stressniveau
* VG: blanco
* Rx: OAC
* FA en intox: gb
* LO: Niet ziek, niet dyspnoeisch, T36.8, pols 114/min reg eq, RR 120/80, AF
28/min, sat 96%, S1S2S-, NAG bdz, extr gb. Pijn niet opwekbaar bij palpatie

waar duidt dit op?

A

pulmonaal (longembolie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Casus: man 69 jaar
* Sinds paar dagen toename benauwdheid, met name bij inspanning * Productief hoesten, piepende ademhaling
* Niet verkouden, geen koorts
* Hartkloppingen
* Gewicht toegenomen
* VG: COPD Gold III, hypertensie, DMII, “dikke enkels” * Rx: COPD puffjes, losartan, furosemide, metformine * Intox: roken

Waar duidt dit op?

A

nog niet te onderscheiden!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Casus: man 30 jaar
* Sinds paar dagen thoracale pijn, enige dyspnoe
* Sporten lukt minder goed
* Recent grieperig geweest
* Toename pijn liggen
* VG/med/intox: gb
* LO: niet ziek, wat pijnlijk, schouders naar voren, T 36.9, pols 90 reg eq, RR
110/70, AF19/min, sat 98%, cor S1S2S-, NAG bdz, extr gb

waar duidt dit op?

A

Cardiaal; (virale) pericarditis?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kna men hartfalen uitsluiten bij een volledig goed ECG?

A

JA!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is hartfalen?

A

het onvermogen van het hart om bloed rond te pompen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de meest voorkomende oorzaak van hartfalen in westerse landen?

A

coronaire arteriële hartziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk fysiologische systeem zorgt voor pathologische vasoconstrictie en water- en natriumretentie bij hartfalen?

A

activatie van het renine-angiotensine-aldosteron-systeem

17
Q

Welk fysiologische systeem zorgt voor alleen pathologische vasoconstrictie bij hartfalen?

A

activatie adrenerge systeem

18
Q

Beschrijf de (patho)fysiologische cirkel van hartfalen en de activatie van het renine-angiotensine-aldosteron-systeem

A

activatie renine-angiotensine-aldosteron-systeem –> natrium en water retentie –> verhoogde preload –> verhoogde werkdruk voor het hart –> hartspiercellen kapot –> verminderde cardiac output (hartfalen) –> activatie RAAS

activatie renine-angiotensine-aldosteron-systeem –> vasoconstrictie –> verhoogde AFTERload –> verhoogde werkdruk voor het hart –> etc

19
Q

Beschrijf de (patho)fysiologische cirkel van hartfalen en de activatie van het adrenerge systeem

A

activatie adrenerge systeem –> vasoconstrictie –> verhoogde afterload –> verhoogde werkdruk voor het hart –> hartspiercellen kapot –> hartfalen

naast vasoconstrictie zorgt het adrenerge systeem ook voor een verhoogde HF/contractiliteit en directe cardiotoxiciteit (wat weer zorgt voor hartfalen)

20
Q

Hoe wordt het hartminuutvolume berekend?

A

slagvolume x hartslag

21
Q

waarom blijft het hartminuutvolume in het beginstadium van hartfalen nog gelijk?

A

omdat de hartslag wordt verhoogd bij een verminderd slagvolume

22
Q

hoe wordt in een verder stadium van hartfalen gecompenseerd voor het verminderde hartminuutvolume

A

door een verhoging van de veneuze druk en/of sinustachycardie

23
Q

Welke klachten ontstaan er bij verhoogde veneuze druk?

A

dyspnoe

24
Q

wat is outflow resistance?

A

de weerstand die het lichaam biedt tegen het contraheren van de ventrikels

25
Q

waar wordt de outflow resistance door bepaald? (3 oorzaken)

A
  • de pulmonale en systemische weerstand
  • fysieke karaktereigenschappen van de wand van de bloedvaten
  • het volume van het bloed dat wordt weggepompt
26
Q

hoe hoger de weerstand (outflow resistance), hoe hoger/lager het hartminuutvolume

A

lager

27
Q

Een verhoogde weerstand resulteert in een verdere verhoging van het eind-diastolisch volume en dilatatie van het ventrikel… dit wordt ook wel … genoemd

A

outflow resistance

28
Q

Om het hartminuutvolume hoog te houden gaat het sympatische zenuwstelsel de barpreceptoren activeren. Chronische activatie leidt echter tot schade. Hoe wordt dit gecompenseerd?

A

Door weer een verlaging van de baroreceptoren

29
Q

Wat zijn histologische processen die in het myocardweefsel kunnen optreden na een MCI/hartfalen?

A

hypertrofie, atrofie en verhoogde interstitiële fibrose

30
Q

De influx van calcium in de myocyten speelt een belangrijke rol in het reguleren van de contractiefunctie. Normaliter zal bij relaxatie de opname van calcium in het sarcoplasmatisch reticulum toenemen, waardoor de contractie zal stoppen. Wat gebeurde er bij hartfalen?

A

Bij hartfalen is er een constante hoeveelheid calcium beschikbaar, waardoor er een verlengde contractie of relaxatie ontstaat

31
Q

Welke drie natriumpeptiden worden afgegeven bij stress/hartfalen?

A
  1. Atrial natriuretic peptide (ANP)
  2. Brain natriuretic peptide (BNP)
  3. C-type peptide
32
Q

welke natriumpeptide wordt bepaald als biomarker voor hartfalen?

A

NT-proBNP

Afkapwaarden hartfalen NHG:
BNP 35 pg/ml (komt overeen met 10 pmol/l)
NT-proBNP 125 pg/ml (komt overeen met 15 pmol/l)

33
Q

waar kan linkerventriculaire systolische dysfunctie door worden veroorzaakt?

A

Vaak: ischemische hartziekte, Soms: hartkepafwijkingen of hypertensie

34
Q

waar kan rechterventriculaire systolische dysfunctie door worden veroorzaakt?

A
  • secundair naast linkerventriculaire systolische dysfunctie
  • primaire en secundaire pulmonale hypertensie
  • infarcten in rechterhartfhelft
  • aangeboren afwijkingen
    -ritmestoornissen
35
Q

Wat zijn de symptomen van hartfalen?

A
  • inspanningsdyspnoe
  • orthopnoe
  • nachtelijke paroxisme dyspnoe*
  • vermoeidheid

*nachterlijke aanvallen benauwdheid

36
Q

Wat zijn tekenen van hartfalen bij lichamelijk onderzoek?

A
  • Cardiomegalie (vergroot hart met ictus buiten de midclaviculaire lijn)
  • derde en vierde harttoon
  • opgezette halsslagader
  • tachycardie
  • hypotensie
  • bi-basaal gekraak (over beide longen bij de basis)
  • pleurale effusive (vocht pleuraholte)
  • perifeer enkeloedeem
  • ascitis
37
Q

Op welk onderzoek wordt classificatie van hartfalen gebaseerd?

A

linkerventrikelejectiefractie

(bij diastolisch hartfalen is het NT-proBNP niet verhoogd)

38
Q

Wat is acuut hartfalen?

A

Het snel optreden van symptomen secundair aan een abnormale hartfunctie, waardoor een verhoogde cardiale vullingsdruk ontstaat. Door deze druk is er vochtophoping in het interstitium en de alveolaire ruimte waardoor de patiënt zich benauwd voelt. 10% overlijdt <60d.