HC week 2 Flashcards
epilepsie (67 cards)
Epilepsie algemeen:
- 50/100.000 per jaar incidentie
- 5% van mensen heeft ooit een insult
- Classificatie ILAE: aanvalsbeschrijving, aanvalsclassificatie, epilepsie syndroom classificatie, etiologie
Definitie epileptische aanval
(NIET HETZELFDE ALS EPILEPSIE) tijdelijk optreden van symptomen door abnormale excessieve of synchrone neurale activiteit in de hersenen
Criteria epilepsie:
- ≥ 2 ongeprovoceerde aanvallen met interval ≤ 24 uur
- 1 ongeprovoceerde aanval met herhalingskans ≥ 60%
- Er is sprake van een epilepsie syndroom
Kijken en beschrijven bij verdenking epilepsie:
- Altijd: bewustzijn en motorische verschijnselen
- Liefst altijd: autonome verschijnselen, postictale verschijnselen (na aanval)
- Zo mogelijk: Sensorische verschijnselen, emotionele verschijnselen, cognitieve verschijnselen
DD bij aanvallen:
- Vasovagale collaps
- Cardiale syncope
- POTS
- Metabool / door intoxicatie
- Psychogeen
- Kataplexie
- Acuut symptomatisch
DD bij aanvallen bij kinderen:
- Inslaap myoclonieën
- Autostimulatie
- Breath holding spell
- Tonic upgaze of childhood
- Tics
Aanwijzend voor epileptische aanval:
- Uitgelokt door lichtflitsen
- Bleek, misselijk en zweten
- Laterale tongbeet
- Cyanose
- Postictaal (na afloop nog even buiten bewustzijn)
- Aura: geur, smaak, deja vu
- Verstijven
- > 20 schokken, minuten
- Hoofddraai
Aanwijzend voor reflex:
- Staand
- Bij mictie, hoesten, pijn of angst
- Na maaltijd of inspanning
- Slap vallen
- < 10 schokken <15 sec
- Tongbeet punt
Aanwijzend orthostatische syncope:
- Staand
- Pijn in nek/schouders
- Slap vallen
- < 10 schokken <15 sec
- Tongbeet punt
Aanwijzend cardiale syncope:
- Liggend
- Tijdens inspanning
- Plotse schrik
- Cardiale klachten
- Slap vallen
- < 10 schokken <15 sec
- Tongbeet punt
- Cyanose
Aanwijzend psychogeen:
- Ogen dichtknijpen
- Bekken bewegingen
Focaal begin epilepsie:
- Intacte of verminderde gewaarwording
- Motorisch begin
- Niet-motorisch begin
- Focaal naar bilateraal tonisch-clonisch
Gegeneraliseerd begin epilepsie:
- Motorisch: tonisch-clonisch, overig
- Niet motorisch: absence
Etiologie epilepsie:
- Structureel
- Genetisch
- Infectieus
- Metabool
- Auto-immuun
- Overig
Childhood absence epilepsy:
- Korte wegrakingen zonder postictale fase, uitgelokt door hyperventilatie
- Gegeneraliseerde aanval zonder motorische verschijnselen
- Afwezigheid en staren, daarna geheugenverlies
- Bijzondere vorm: ooglid myoclonieën
- Klassieke absences van kinderleeftijd obv: leeftijd, ontwikkeling, EEG
Motorisch vs niet-motorisch begin epilepsie:
- Motorisch:
o Automatisme: friemelen, smakken
o Hyperkinetisch: fietsbewegingen
o Clonisch: schokken
o Tonisch: verstijven
o Atoon: verlies van spierkracht
o Epileptische spasmen / salaamkrampen: verkrampte arm en knikkend hoofd
o Myoclonisch: spierschokken - Niet motorisch begin:
o Autonoom: bleek, misselijk, zweten
o Cognitief: stoppen midden in verhaal
o Emotioneel: lachen, huilen
o Gedragsonderbreking
o Sensorisch: tintelingen
Waarom juiste en volledige diagnose epilepsie belangrijk:
- Geen onterechte medicatie
- Voorlichting over prognose
- Gerichte leefstijladviezen
- Wettelijke voorschrijven
- Gericht aanvullend onderzoek
- Beste keuze voor behandeling
- Counseling van familie en patiënt
Epileptische aanval definitie 2
klinische manifestatie van een plotselinge, kortdurende functiestoornis van de hersenen ten gevolge van excessieve of synchroon optredende activiteit van cerebrale neuronen
TIA
kortdurende voorbijgaande aanvallen van neurologische uitvalsverschijnselen die worden veroorzaakt door tijdelijke, focale stoornis in de bloedvoorziening
Focale epileptische aanval ontstaat door:
- Hypersynchrone neuronale activiteit in een deel van de hersenschors
- Grote groep cellen gaat synchroon gezamenlijk actiepotentialen afvuren
Prikkelbaarheid
maat voor elektrische activiteit en potentie tot genereren van actiepotentialen, epileptische insulten ontstaan door abnormale prikkelbaarheid
Abnormale prikkelbaarheid ontstaat door: epileptische neuronen, epileptische neuronale netwerken (verkeerde balans excitatie en inhibitie)
Wat bepaalt prikkelbaarheid van neuron:
- Ion-concentratie
- Ionkanalen: type, eigenschappen, dichtheid, verdeling
- Synaptische input
Hoe beïnvloeden ion-concentraties de membraanpotentiaal:
Potentiaalverschil = concentratieverschil + selectief doorlaatbare membraan
Natrium-kalium-ATPase:
- Pompt 3 Na+ de cel uit
- Pompt 2 K+ de cel in
- Hydrolyseert daarbij 1 ATP