hfd 2 F-N Flashcards

(165 cards)

1
Q

accélér

A

versnellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

en général

A

in het algemeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

en particulier

A

in het bijzonder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

en tant que

A

in de hoedanigheid van, als

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

être orginaire de

A

afkomstig zijn uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

la ressemblance

A

de overeenkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

le logement

A

de huisvesting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

les conditions d’accès

A

de toelatingsvoorwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

manquer

A

er niet zijn, missen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pareil

A

hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

poursuivre

A

voortzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

quotidien

A

dagelijks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ressentir

A

voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

s’adapter

A

zich aanpassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

une particularité

A

een bijzonderheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

à peu près

A

bijna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

avoir l’occasion de

A

de gelegenheid hebben om

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

avoir la chance de

A

het geluk hebben om

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

le salut

A

de groet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

lors de

A

tijdens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

poser des problèmes

A

problemen veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

rare

A

zeldzaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

regretter

A

spijt hebben van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

suivre une formation

A

een opleiding volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
abandonner
verlaten
26
l’escalier
de trap
27
l’imagination
de verbeelding
28
la ligne de chemin de fer
de spoorweg
29
la rue animée
de drukke straat
30
le cimetière
het kerkhof
31
le couloir
de gang
32
le fantôme
het spook
33
le lac
het meer
34
le lieu
de plaats
35
le sous-sol
de kelder
36
se déplacer
zich verplaatsen
37
tomber amoureux
verliefd worden
38
augmenter
toenemen
39
des centaines
honderden
40
la circulation
het verkeer
41
compter
tellen
42
construire
bouwen
43
des milliers
duizenden
44
faciliter
makkelijk maken
45
faire confiance à
vertrouwen hebben in
46
gêner
storen
47
l’épaule
de schouder
48
l’habitation
de woning
49
l’immeuble
het flatgebouw
50
l’inondation
de overstroming
51
la capitale
de hoofdstad
52
la crue
het hoogwater
53
la statue
het (kunst)beeld
54
le commerce
de handel
55
le dégât
de schade
56
le fleuve
de rivier
57
parcourir
afleggen
58
retenir
onthouden
59
signifier
betekenen
60
situé sous
gelegen onder
61
souvent
vaak
62
transporter
vervoeren
63
traverser
oversteken
64
avoir le droit de
het recht hebben op
65
bien élevé
goed opgevoed
66
bouger
bewegen
67
commander
bestellen
68
curieux
nieuwsgierig
69
découvrir
ontdekken
70
délicieux
heerlijk
71
désagréable
onaangenaam
72
devenir
worden
73
draguer
verleiden, versieren
74
essayer
proberen
75
l’étranger
het buitenland
76
faire preuve de
blijk geven aan
77
faire semblant
doen alsof
78
l’endroit
de plaats
79
l’habitude
de gewoonte
80
l’interdiction
het verbod
81
la résidence secondaire
het tweede huis
82
le comptoir
de bar
83
le rendez-vous professionnel
de zakelijke afspraak
84
le salon
de woonkamer
85
les lieux publics
de openbare ruimte
86
même si
zelfs als
87
mourir
sterven
88
obligatoire
verplicht
89
un orginal
een zonderling
90
c’est pareil
het is hetzelfde
91
presque
bijna
92
refaire le monde
de wereld verbeteren
93
régulièrement
regelmatig
94
sans
zonder
95
se forcer
zich dwingen
96
tout le temps
de hele tijd
97
aangenaam
agréable
98
bij … overstappen
changer à …
99
de richting
la direction
100
de rotonde
le rond-point
101
een kwartier
un quart d’heure
102
helpen
aider
103
het kruispunt
le carrefour
104
het lopen
la marche
105
het plein
la place
106
het stoplicht
le feu (rouge)
107
inderdaad
en effet
108
ingewikkeld
compliqué
109
langslopen
longer
110
lijn één nemen
prendre la ligne un
111
lopen
marcher
112
moeilijk
difficle
113
oversteken
traverser
114
rechts/links afslaan
tourner à droite/gauche
115
rechtdoor gaan
aller/continuer tout droit
116
straat inslaan
prendre une rue
117
begeleiden
guider
118
de folder
le dépliant
119
de gids
le/la guide
120
de inlichtingen
les renseignements
121
de korting
la réduction
122
de prijs/het tarief
le tarif
123
de wandeling
la promenade
124
de (dag)kaart
le forait
125
het bezoek
la visite
126
het gebouw
le monument
127
de rit
le trajet
128
het vervoermiddel
le moyen de transport
129
jammer
(c’est) dommage
130
vertrekken
partir
131
vroeg
tôt
132
weten
savoir
133
aangeven
indiquer
134
atletisch
athlétique
135
het avonturenpark
le parc d’aventure
136
een avonturier
un aventurier
137
bij voorbaat dank
merci d’avance
138
het bos
la forêt
139
gemiddeld
moyen
140
de informatie
les renseignements
141
kanoën
faire du canoë
142
net als
comme
143
een route
un parcours
144
sportief
sportif, sportive
145
een sprong
un saut
146
een tocht
une randonnée
147
van plan zijn
avoir l’intention de
148
de veiligheid
la sécurité
149
vorig jaar
l’année dernière
150
accueillant
gastvrij
151
accueillement
nu
152
bien gagner sa vie
goed verdienen
153
depuis tout petit
van jongs af aan
154
le métier
het beroep
155
l’origine
de afkomst
156
puissant
machtig
157
l’avare
de gierigaard
158
effectuer une enquête
een onderzoek uitvoeren
159
également
ook
160
en tête de
aan de leiding van
161
finir bon dernier
als goede laatste eindigen
162
le palmerès
de lijst van winnaars
163
le pire
het ergste
164
refuser
weigeren
165
se classer au trousième rang
op de derde plaats komen