Hoofdstuk 1. Flashcards
(101 cards)
Wat is de kern van psychodiagnostiek?
Onderzoeksgesprekken, observaties en vragenlijsten om antwoorden op de onderzoeksvragen te krijgen.
Is het altijd nodig om vragenlijsten af te nemen tijdens een psychodiagnostisch onderzoek?
Nee.
In welke 3 situaties kan psychodiagnostisch onderzoek zinvol zijn?
- Als de indruk bestaat dat de klachten grotendeels zijn toe te schrijven aan intelligentie, persoonlijkheidsproblematiek of ontwikkelingsproblematiek.
- Als er al meerdere behandelingen zijn geweest zonder resultaat.
- Als een client gebaat lijkt bij een intensieve behandeling vanwege persoonlijkheidsproblematiek.
Wat is het doel van de psychodiagnosticus?
Begrijpen welke interne psychische processen en omgevingsinvloeden ten grondslag liggen aan de klachten van een client. Zo kan er een interventie worden gekozen die past bij de oorzakelijke factoren.
Wat gebruikt de psychodiagnosticus voor cyclus?
Empirische cyclus.
Wat is de empirische cyclus?
Vermoedens zorgen voor een hypothese, deze hypotheses worden getest.
Wat is de klachtenanalyse?
Wat is de vraag?
Waarop volgt de klachtenanalyse en waar zorgt het voor?
Het volgt op de aanmelding en het zorgt uiteindelijk voor een verhelderende diagnose. Aanleiding en verwachtingen zijn bekend.
Wat is de probleemanalyse?
Bredere kennis van de psychische problemen wordt toegepast op de hulpvragen om te begrijpen wat er nu precies aan de hand is.
Wat is gestandaardiseerde klachten inventarisatie en waar hoort het bij in de diagnostische cyclus?
Het hoort bij de probleemanalyse. Het gaat om de gestandaardiseerde vragenlijsten die standaard in het kader van de intake worden afgenomen.
Wat is de ROM? (Routine Outcome Monitoring)?
Een manier om een behandelresultaat tijdens de behandeling te meten.
Wat is de speciele anamnese, en waar hoort het bij?
Het hoort bij de probleemanalyse. Het is een stukje in de intake waarbij het accent ligt op de huidige problemen en de bijbehorende specifieke klachten. De hoofdklacht en de chronologie wordt in kaart gebracht.
Wat zijn luxerende klachten en wanneer wordt dit uitgevraagd?
Het wordt uitgevraagd tijdens de speciele anamnese. Het gaat om de druppel die de emmer deed overlopen.
Wat doet de intaker als er meerdere problemen duidelijk worden in de intake?
Er wordt geïnventariseerd welk probleem als eerste aangepakt dient te worden.
Wat is de psychiatrische anamnese en wanneer wordt dit uitgevraagd?
Het wordt tijdens de probleemanalyse uitgevraagd. Het richt zich op het samenvatten van de psychiatrische symptomen.
Welke 7 aspecten worden bestudeert tijdens de psychiatrische anamnese?
- Psychomotoriek.
- Oriëntatie.
- Aandacht en geheugen.
- Waarneming.
- Spraak en denken.
- Stemming.
- Persoonlijkheid.
Wat zijn observaties tijdens onderzoeksgesprekken en waar hoort het bij?
Het hoort bij de probleemanalyse. Het gaat erom dat er wordt geobserveerd hoe een persoon overkomt.
Wat is de biografische anamnese of de heteroanamnese, en waar hoort het bij?
Het hoort bij de probleemanalyse. Er wordt over de levensgeschiedenis van client gevraagd, hierbij kan er ook informatie aan een naaste van client worden gevraagd.
Wat is het huidig functioneren, en wanneer wordt dit uitgevraagd?
Het wordt uitgevraagd tijdens de probleemanalyse. Er wordt gekeken naar hoe de client op dit moment functioneert. Ook kan er gevraagd worden voor een lichamelijk onderzoek.
Wat is de beschrijvende diagnostiek?
De probleemanalyse leidt tot een diagnose waarin antwoord wordt gegeven op de vraag: Wat is het probleem? Ordening of classificatie van de symptomen op basis van de DSM-5. Op die manier kan een passende behandeling worden geselecteerd.
Wat is onderkennende diagnostiek?
Een beschrijving die hoort bij de beschrijvende diagnostiek maar die meer focust over de aanleiding van de klachten, en wat de belangrijkste klachten zijn.
Wat is het doel van verklaringsanalyse in psychologisch onderzoek?
Het begrijpen van de oorsprong van klachten bij een persoon in een specifieke situatie
Wat is een hypothese in de context van psychologisch onderzoek?
Een veronderstelling die empirisch getoetst kan worden en dus falsifieerbaar is
Wat volgt er na het opstellen van hypothesen in psychologisch onderzoek?
Operationaliseren van hypothesen en kiezen van passende methoden en meetinstrumenten