Hoofdstuk 4 Flashcards
(89 cards)
Welke stoffen worden niet als psychofarmaca gerekend?
Stoffen die het psychisch functioneren indirect via processen buiten de hersenen beïnvloeden (zoals schildklier en cortisol).
Wat is farmacokinetiek?
Kijkt naar wat het lichaam doet met een geneesmiddel.
Wat is absorptie?
Opname van het geneesmiddel via de mond, maag en darmstelsel, bloed naar de hersenen.
Waar hangt absorptie vanaf?
Hangt af van de mate van vetoplosbaarheid, zuurbestendigheid en het gemak waardoor het de hersenbarriere kan doordringen.
Wat is verdeling?
Het verspreiden van het medicijn in het lichaam na absorptie.
Wat bepaalt de eiwitbinding van psychofarmaca?
Bepaalt de werkzaamheid van bepaalde geneesmiddelen. Geneesmiddelen gebonden aan bloedeiwitten verlaten moeilijker de bloedbaan en bereiken dan ook moeilijker de hersenen.
Wat is metabolisme?
Als het geneesmiddel door het lichaam wordt afgebroken.
Wat is de belangrijkste plaatst van metabolisme?
In de lever.
Wat gebeurt er in de lever bij metabolisatie?
De leverenzymen waarvan het P450-systeem het meest belangrijk is. De mate waarin de verschillende p450-enzymen aanwezig zijn is belangrijk voor de metabolisatie.
Hoe wordt de mate van aanwezigheid van de P45-enzymen bepaald?
Verschilt per persoon, en wordt erfelijk bepaald.
Wat is de halfwaardetijd?
Een belangrijke maat voor metabolisme en uitscheiding, het is de tijd die het lichaam nodig heeft om een bepaalde concentratie van het geneesmiddel in het bloed tot de helft terug te brengen.
Hoe vindt uitscheiding voornamelijk plaats?
Via gal of de urine, of psychoactieve middelen via zweet, speeksel of moedermelk.
Wat is farmacodynamiek?
De effecten van een geneesmiddel op het lichaam.
Wat zijn neurotransmitters?
Signaalstoffen die boodschappen overdragen tussen de verschillende zenuwcellen.
Wat is de dosis-responscurve?
De hoeveelheid stof en de reactie van het lichaam hierop.
Wat betekent het als een middel een smalle therapeutische index heeft?
Dar de effectieve concentratie van een middel dicht bij de toxische bloedspiegel ligt.
Wat betekent de bloedspiegel?
De concentratie van iets in het bloed.
Wat betekent potentie?
De kracht van een middel, hoe snel het effect wordt opgemerkt.
Wat wordt er bedoelt met onderhoudsbehandeling?
Medicatie langdurig blijven gebruiken in remissie is om een terugval te voorkomen.
Wat is een nieuwe ontwikkeling voor het benoemen van psychofarmaca?
Niet het benoemen op basis van aandoening, maar op basis van het werkingsmechanisme. Dus geen antidepressiva, maar serotonineheropnameremmer.
Wat doet antipsychotica in de basis?
Deze middelen normaliseren onrustige patiënten en geremde patiënten worden juist actiever. Patiënten kunnen zich afgevlakt en lichte depersonalisatie ervaren.
In welke 2 groepen kan antipsychotica worden opgedeeld?
Typische en atypische antipsychotica.
Waar zorgen atypische middelen voor? Antipsychotica
Minder bewegingsstoornissen als bijwerking.
Wat is de belangrijkste werking van antipsychotica?
Blokkade van verschillende dopaminereceptoren. Door blokkade van D2 receptoren nemen de psychotische symptomen af.