Hoofdstuk 11 Flashcards
(86 cards)
Wat voor gebeurtenissen kunnen zorgen voor een trauma?
Feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld.
Krijgt iedereen met een trauma PTSS?
Nee, dit hoeft niet. Mensen kunnen bijvoorbeeld ook andere DSM-5 stoornissen ontwikkelen.
Hoeveel procent van de mensen met een trauma ontwikkelen PTSS?
Ongeveer 20%, maar bij bijvoorbeeld verkrachting ligt dit hoger 45%
Wat is het meest herkenbare criterium van PTSS?
Herbelevingen.
Wat zijn 5 vormen van herbelevingen bij PTSS?
Het kunnen (angstige) dromen of nachtmerrie zijn, maar ook flashbacks overdag of zich steeds opdringende en angstige herinneringen. Waar de patiënt zich slecht aan kan onttrekken.
Hoe kan een herbeleving worden opgeroepen?
Door triggers.
Wat is het vermijdingscriteria van PTSS?
Het vermijden van triggers.
Wat is de set criteria negatieve veranderingen in cognities en stemming (PTSS)?
Stukken uit het geheugen zijn weg, negatief zelfbeeld of over omgeving, of aanhoudende denkbeelden over de traumatische gebeurtenis. Schaamte, terugtrekken en somberheid.
Wat is de duidelijke verandering in arousal en activiteit in de DSM5 (PTSS)?
Hieronder valt de
verhoogde prikkelbaarheid. Men is snel en soms zeer heftig boos om kleinigheden schrikt zeer
snel van geluiden concentreert zich slecht, slaap slecht en soms is er sprake van roekeloos
gedrag.
Hoe lang moeten de symptomen van PTSS aanwezig zijn voor een diagnose?
Langer dan een maand.
Aan welke andere criteria moeten de symptomen van iemand met PTSS voldoen voor een diagnose?
Klinische significante, lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren.
Welke 2 subtypes van PTSS zijn er?
Het subtype met dissociatieve symptomen, (depersonalisatie en derealisatie) en het subtype met uitgestelde expressie.
Wat is PTSS met uitgestelde expressie?
De symptomen van PTSS manifesteren zich pas zes maanden of langer na de traumatische gebeurtenis.
Mensen met dit subtype ervaren vaak een periode waarin ze relatief weinig klachten hebben, voordat de symptomen later (bijvoorbeeld door een trigger) volledig tot uiting komen.
Heeft PTSS hoge of lage comorbiditeit?
Hoog.
Waarom is het belangrijk om breed naar symptomen te vragen bij een anamnese voor PTSS?
Om te voorkomen dat er te snel naar PTSS wordt geredeneerd en om andere mogelijke diagnoses niet over het hoofd te zien.
Welke aspecten van het beloop van de symptomen moeten worden uitgevraagd? PTSS
De duur van de symptomen en hoe ze zich in de loop van de tijd hebben ontwikkeld in aard en ernst.
Waarom is het belangrijk om de volledige trauma geschiedenis nauwkeurig uit te vragen?
Omdat eerdere traumatische ervaringen invloed kunnen hebben op de huidige klachten en herstel.
Waarom zijn hulpverleners soms huiverig om traumatische herinneringen uit te vragen?
Ze vrezen dat dit te belastend is voor de patiënt, terwijl veel patiënten juist opgelucht zijn om er in een veilige setting over te praten.
Waarom is het belangrijk om te vragen naar beschermende factoren? PTSS
Ze kunnen helpen bij het herstel en veerkracht versterken.
Waarom is het belangrijk om te vragen naar medicatie- en middelengebruik? PTSS
Omdat deze het beloop van PTSS kunnen beïnvloeden en mogelijk een andere onderliggende problematiek aanduiden.
Wat kan de clinicus na de anamnese doen voor de DSM-classificatie? PTSS
De DSM-classificatie vervolledigen middels semigestructureerde interviews en vragenlijsten.
Welke methode biedt de meest optimale betrouwbare classificatie voor PTSS?
Gestructureerde interviews.
Noem drie gestructureerde interviews die voor PTSS bestaan.
- Clinical Administered PTSD Scale (CAPS-5)
- Structured Interview for PTSD
- PTSD Symptom Scale Interview
Welk gestructureerd interview voor PTSS wordt het meest gebruikt?
De CAPS.