Hoofdstuk 3 Flashcards
Hypothesetoetsing en betrouwbaarheidsintervallen (51 cards)
Definitie
Parameterschatting
Populatieparameters (kenmerken van menselijk gedrag) schatten op basis van de steekproevenverdeling van het gemiddelde van bepaalde variabelen.
Hoe groot/hoog, vanaf wanneer, etc…
Soorten
Parameterschatting
- Puntschatting
- Intervalschatting
Definitie
Puntschatting
Het schatten van de populatieparameter aan de hand van 1 getal.
Nadelen
Puntschatting
- x̄ is zelden exact gelijk aan µ
- Grootte van de afwijking is onbekend.
Definitie
Intervalschatting
Het schatten van de populatieparameter aan de hand van een betrouwbaarheidsinterval.
Voorwaarden
Intervalschatting
- x̄ is een zuivere schatter van µ.
- n ≥ 30 (centrale limietstelling).
- Aselecte steekproef.
- Vorm van de verdeling is gekend.
- x̄ is gekend.
Definitie
Betrouwbaarheid
De mate waarin de resultaten van een test stabiel blijken te zijn in de tijd.
Definitie
Betrouwbaarheidsinterval
Een minimum- en maximumwaarde die met een bepaalde (on)zekerheid een interval afbakenen waarin de populatieparameter zich zal bevinden, geschat op basis van een steekproefstatistiek.
Formule
Betrouwbaarheidsinterval
[(x̄ - z * SE);(x̄ + z * SE)]
Hoe z te kiezen voor een betrouwbaarheidsinterval
- Kies procent zekerheid (x% => 0.x)
- Zoek z=(1-0.x/2)
- Lees af welke waarde dat is.
Leg uit
Een x% betrouwbaarheidsinterval betekent
Dat als er oneindig veel steekproeven worden getrokken, zal in x% van de gevallen µ binnen het interval liggen.
Bvb bij 95%BI ligt in 95% van de steekproeven µ binnen het BI
Kenmerken
Betrouwbaarheidsinterval
- Hoe groter de steekproef, hoe kleiner de interval.
- Hoe groter de zekerheid, hoe minder informatief de schatting.
Definitie
Hypothesetoetsing
Het nagaan hoe waarschijnlijk een bepaalde bewering (hypothese) is op basis van de steekproevenverdeling van het gemiddelde van bepaalde variabelen. Het toetsen van een verschil tussen groepen of de samenhang tussen variabelen.
Scores X meer/minder dan Y, is er een verband/verschil, etc…
Soorten
Hypothesetoetsing
Via:
* Overschrijdingskansen (programma)
* Kritieke waarden (manueel)
Definitie
Nulhypothese (H0)
0 soms in subscript
Het tegengestelde van wat de statisticus tracht aan te tonen. Door het ontkrachten van deze hypothese kan de alternatieve hypothese aanvaard worden.
Definitie
Alternatieve hypothese (H1)
1 soms in subscript
De stelling die de statisticus tracht aan te tonen via het ontkrachten van de nulhypothese.
Waarvoor staat dit symbool?
α
Significantieniveau
Meestal = .05, soms .01
Definitie
Toetsingsgrootheid
Een berekende maat die het resultaat is van een toetsingsprocedure en aangeeft of er een significant effect is. Verschilt per toets.
Soorten
Toetsingsgrootheid
- z
- t
Waarvoor staat dit symbool?
Zx̄
x̄ in subscript
Toetsingsgrootheid van een z-toets
Waarvoor staat dit symbool?
µp
p in subscript
Gemiddelde score van de geteste populatie.
Waarvoor staat dit symbool?
µ0
0 in subscript
Gemiddelde score van de algemene populatie.
Meestal dan toch. Soms gwn een bepaalde waarde waarmee vergeleken wordt
Definitie
Rechtseenzijdig toetsen
- Verwerpingsgebied: rechts.
- Hypothese: proefgroep zal hoger scoren dan de controlegroep.
- H0: µ≤µ0
- H1: µ>µ0
- Bij kritieke waarden H0 verwerpen indien Zx̄≥Zkritiek
0, x̄, en kritiek in subscript.
Definitie
Linkseenzijdig toetsen
- Verwerpingsgebied: links.
- Hypothese: proefgroep zal lager scoren dan de controlegroep.
- H0: µ≥µ0
- H1: µ<µ0
- Bij kritieke waarden H0 verwerpen indien Zx̄≤-Zkritiek
0, x̄, en kritiek in subscript.