Hoofdstuk 6 Flashcards
(9 cards)
Elasticiteit
Reactiviteit van hoeveelheid transport op verandering in weerstandsfactoren, zoals tijd en geld. Op de lange termijn is de elasticiteit altijd hoger, want mensen kunnen dingen veranderen.
vb: benzine prijselasticiteit = -0.2, dus 1% hogere prijs zorgt voor 0.2% minder autogebruik.
Reistijd in personenvervoer (5)
Tijd in voertuig, parkeerplaats zoeken, lopen van voertuig naar bestemming, overstaptijd, fiets parkeren + op slot zetten
VoTT (Value of Travel Time)
Hoeveel reizigers willen betalen om hun hoeveelheid reistijd te verminderen.
Automatische voertuigen zorgen voor lagere VoTT, omdat bestuurders hun tijd nuttig kunnen gebruiken.
TTB (Travel Time Budget)
Gemiddelde reistijd per persoon per dag over de gehele wereld 1 uur en 2 min
Rol van geld in personenvervoer (2)
- Fixed: waardevermindering, belasting, verzekering
- Variabel: afstandsgebonden, brandstof, tickets, tol
Hoeveel van het inkomen wordt gemiddeld uitgegeven aan transport?
10-15 procent
inspannings/weerstandsfactoren (effort) (6)
- Discomfort (ov: wachtplek, drukte, weinig zitplaatsen, vies, overstap, geluid…. fiets: weer, heuvels)
- Fysieke inspanning
- Autorijden
- Onveilig voelen
- Risico op ongeluk
- Stress
VoR (Value of Reliability)
Hoeveel mensen willen betalen om trips betrouwbaar te maken.
vb: elke dag 30 min file is betrouwbaarder dan soms 0 en soms 60 min.
VFTTS (Value of Freight Travel Time Savings)
bijvoorbeeld bij bloemen, versproducten belangrijk.