Hoorcollege 16C Flashcards
(42 cards)
plaats van fermentatie
- Voormagen (herkauwer)
- Dikke darm (gastro-colon)
Hoofdrolspelers fermentatie
mico-organismes
doel fermentatie
voedingsstoffen opnemen uit “niet-verteerbare” stoffen door symbiose met micro-organismen
opbouw plantaardig voedsel
plantaardig voedsel bestaat voor groot deel uit “niet-verteerbare” cellulose en hemicellulose. De celwand is opgebouwd uit pectin en cellulose > dit vormen vezels
cellulose
cellulose bestaat net als zetmeel (amylose; alfa-binding) uit glucoses, maar op andere manier verbonden (beta). Doordat de binding helemaal anders, is het moeilijk te verteren.
Wat splitst cellulose?
cellulase. Dit splitst de beat 1-4 bindingen in cellulose.
–> hogere dieren kunnen geen cellulose maken, maar micro-organismen wel (en ook hemicellulase etc)
cellulase
enzymen die vasthechten aan de vezel.
resultaat fermentatie
Fermentatie is resultaat van de symbiose tussen dieren en micro-organismen
> beide hebben voordeel
wat krijgen micro-organismen?
- geschikte leefomgeving (neutrale pH, goede T, geen aanvallen van immuun-cellen)
- aanvoer van voedsel
- tijd (in pens, cecum en colon stroomt inhoud langzaam)
- afvoer van afvalproducten
waar groeien micro-organismen beter?
daar waar water (stil) ligt.
wat krijgen dieren?
- afvalproducten micro-organismen
- micro-organismen zelf (voor koe is dit eiwitbron)
> alleen bij symbiose in voormagen, de bacteriën en protozoa komen uit de voormagen in de lebmaag en dunne darm, waar ze verteerd worden)
Voor vertering van bacteriën speciale enzymen nodig. Welke?
Lysozyme breekt peptidoglycaan laag van bacteriën af.
Koeien hebben veel isovormen van lysozyme C, die in de pens, lebmaag en darm zorgen voor digestie van bacteriën. Als de glycaanlaag is doorbroken dan kan het eiwit bereikt worden.
Micro-organismes vormen open ecologisch systeem. Hoe heet dit?
microflora/fauna of microbiota.
- > 1000 soorten bacteriën
- > 20 soorten protozoa
- > 5 schimmels
- Bacteriofagen
waar hangt de microbiota van af?
Ieder dier en mens heeft specifieke, unieke samenleving van micro-organismen
- Omgeving
a. stal/wei/(mest van) soortgenoten - Omgeving binnenin dier
a. voeding
b. pH, cel-oppervlak etc (genotype dier)
Hoe is microbiota afhankelijk van voeding, omgeving en genotype gastheer?
- microbiota in mond is anders dan in pens, maag, dunne darm, dikke darm etc.
- dieren die krachtvoer eten hebben andere pens microbiota dan dieren op ruw voer
- dikke mensen en muizen hebben een andere dikke darm microbiota dan magere (oorzaak en/of gevolg?)
Dikke mensen en muizen hebben een andere dikke darm microbiota dan magere - oorzaak en/of gevolg?
Gastheer en microbiota zijn van elkaar afhankelijk:
- Studie met tweeling
a. obese tweeling = microbiota tweeling transplant aan muis > low-fat, high-fiber dieet > verhoogde adipositeit
b. slanke tweeling = microbiota transplant aan muis > low-fat, high-fiber dieet > slanke muis.
Dysbiose
verstoring microbiota Afhankelijk van: - gastheer genetica - levensstijl - vroege kolonisatie - medicatie
probiotica
veranderen van zijn microbiota kan gunstig zijn voor gastheer.
Probiotica = micro-organismes met gunstige werking.
Dieet
veranderen van microflora kan ook gunstig effect hebben op dieet wanneer oraal of feces getransplanteerd wordt van een slank mens naar een dik mens.
Prebiotica
voedingscomponenten, die de groei van gunstige micro-organismes bevorderen (bijv. inuline, fructo-oligosacchariden)
Antibioitca
sommige antibiotica doden ongunstige microbiota (bijv. pathogenen of methaanvormers)
Gevaar dat ze ook gunstige micro-organismes doden.
protozoa
Eencellige organismes
- Sommige soorten eten bacteriën (“top predatoren”)
- Stabiliseren het eco-systeem. Verhogen de soortenrijkdom van de pens microbiota.
- Dempen schommelingen in de fermentatie bij krachtvoergift door opslag van zetmeel
definitie fermentatie
fermentatie is het omzetten van stoffen onder anaerobe condities door micro-organismen.
Dit kan op meerdere manieren
Voorbeeld manier van fermentatie (1)
anaerobe glycolyse tot lactaat (vergelijkbaar zoogdier spier zonder zuurstof)
- snel maar weinig efficiënt (maar 2 ATP per glucose)
- vooral bij veel makkelijk-fermenteerbaar voer (zetmeel)
Geen zuurstof, dus manieren om NADH weg te werken door omzetting naar NAD+ door vorming lactaat van pyruvaat.