hoorcollege 2 deel 1 Flashcards

1
Q

welke 3 vragen moet je jezelf stellen bij het oplossen van een casus?

A

welk delictstype betreft het?
welk gevolg heeft dit voor de structuur van het strafbaar feit?
zal dit in casu tot een veroordeling leiden?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gevolgsdelicten moeten niet worden verward net door het gevolg gekwalificeerde delicten. wat is een gekwalificeerd delict?

A

een bestanddeel met strafverzwarende werking ten opzichte van het gronddelict.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Omschrijf de ideaaltypische delictsomschrijving

A

laag 1: menselijke gedraging - bestanddeel
laag 2: wettelijke delictsomschrijving - bestanddeel
laag 3: wederrechtelijkheid - element
laag 4: verwijtbaarheid - element

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

omschrijf de niet-ideaaltypische delictsomschrijving

A

laag 1: menselijke gedraging-bestanddeel
laag 2: wettelijke delictsomschrijving (inclusief wederrechtelijkheid)-bestanddeel.

wederrechtelijkheid “kruipt naar boven” op het vierlagenmodel en wordt bestanddeel in plaats van element, waardoor er nog maar drie lagen over blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verdachte begrip aanmerkingen (art 27 lid 1 sv)

A
  • feiten en omstandigheden
  • redekijk vermoeden van schuld
  • aan enig strafbaar feit voortvloeit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de twee kanten van de wettelijke normering van de strafvorderlijke bevoegdheidstoekenning?

A

Instrumentaliteit: doordat de strafvorderlijke bevoegdheden zijn opgenomen in de wet, is het voor rechttoepassers mogelijk om criminaliteit te bestrijden en de dader te berechten en te straffen.
rechtsbescherming: deze normering zorgt aan de andere kant voor begrenzing van overheidsoptreden om te zorgen dat er niet zonder rechtvaardiging in breuk wordt gemaakt op de grondrechten van de burgers. de verdachte staat namelijk tegenover een machtige overheid met veel bevoegdheden, bijv de bevoegdheid tot het inzetten van dwangmiddelen. Deze verhouding heeft vanuit de rechtsbeschermingsgedachte geleid tot toekenning van rechten aan die verdachte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De verdenking is het vermoden dat er een strafbaar feit is gepleegd en de verdachte is een vermoedelijke dader. Wat houdt dit dan eigenlijk in?

A

er hoeft dus niet altijd direct sprake te zijn van verdenking en een verdachte. Indien deze verdenking en verdachte samenvallen, is er sprake van heterdaad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly