Probleem 8 Flashcards

1
Q

Welke 2 soorten sancties zijn er?

A

straffen en maatregelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de doelen van een maatregel en een straf?

A

Het doel van een straf is leedtoevoeging en een maatregel is gericht op het herstellen van de oude toestand of op het beveiligen van de maatschappij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De wet geeft aan welk type sanctie mag worden opgelegd en hoe zwaar deze sanctie maximaal mag zijn. Hoe noemen we dit?

A

strafbedreiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat walt er onder hoofdstraffen?

A
  1. Gevangenisstraf.
  2. Hechtenis.
  3. Taakstraf.
  4. Geldboete.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorwaardelijke invrijheidsstelling

A

de mogelijkheid dat een veroordeelde, die een tijdelijke gevangenisstraf van meer dan één jaar heeft opgelegd gekregen, onder bepaalde voorwaarden (art. 6:2:11 Sv) vervroegd wordt vrijgelaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar is het tijdstip waarop een veroordeelde voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld afhankelijk van?

A

duur van de opgelegde vrijheidsstraf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer start ingevolge art. 6:2:10 lid 1 Sv voor vrijheidsstraffen van tussen de één en twee jaar de voorwaardelijke invrijheidsstelling?

A

wanneer het eerste jaar geheel ten uitvoer is gelegd en van het dan nog ten uitvoer te leggen gedeelte van de straf een derde deel is ondergaan. Voor vrijheidsstraffen van meer dan twee jaar start de voorwaardelijke invrijheidsstelling pas nadat twee derde deel van de straf ten uitvoer is gelegd (art. 6:2:10 lid 2 Sv). De duur van de proeftijd is in beginsel gelijk aan de duur van het niet ten uitvoer gelegde deel van de vrijheidsstraf, maar deze moet altijd minstens één jaar duren (art. 6:1:18 Sv).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Taakstraf (art. 22c Sr)

A

Een taakstraf is het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van ten hoogste 240 uur. Dit is voornamelijk werk dat een publiek doel dient, zoals schoonmaakwerkzaamheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een taakstraf kan in beginsel voor alle delicten worden opgelegd, maar er zijn een aantal uitzonderingen (art. 22b Sr):

A
  • Een taakstraf mag niet worden opgelegd indien er sprake is van een overtreding waarop naar de wettelijke omschrijving als hoofstraf slechts een geldboete is gesteld.
  • Een taakstraf mag niet worden opgelegd bij veroordeling wegens een ernstig zedenmisdrijf of geweldsmisdrijf.
  • Een taakstraf mag niet worden opgelegd indien de verdachte in de vijf eraan voorafgaande jaren al eerder een taakstraf opgelegd heeft gekregen wegens een soortgelijk misdrijf.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer gelden de beperkingen van een taakstraf niet?

A

deze beperkingen gelden niet indien de verdachte naast de taakstraf ook een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, hechtenisstraf of tbs heeft opgelegd gekregen (art. 22b lid 3Sr).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kan de rechter in zijn vonnis opnemen over de taakstraf?

A

indien de taakstraf niet of niet voldoende is verricht, er vervangende hechtenis kan worden toegepast (art. 22d Sr). Iedere twee uur taakstraf wordt omgezet in één dag vervangende hechtenis. De officier van justitie is belast met de tenuitvoerlegging van de straf, dus hij zal hierover oordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een geldboete en wat houdt deze in?

A

Bij een geldboete wordt de veroordeelde verplicht binnen een bepaalde periode een door de rechter vastgesteld geldbedrag te betalen aan de Staat. De hoogte van het geldbedrag is minimaal drie euro en ten hoogste 870.000 euro (zesde categorie), maar de specifieke hoogte voor een bepaald strafbaar feit wordt bepaald door de categorie die is opgenomen in de desbetreffende delictsomschrijving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waar wordt rekening mee gehouden bij de vaststelling van de geldboete?

A

Bij de vaststelling van de geldboete wordt rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte in de mate waarin dat nodig is met het oog op een passende bestraffing van de verdachte zonder dat deze in zijn inkomen en vermogen onevenredig wordt getroffen (art. 24 Sr).
Daarnaast kan de verdachte de mogelijkheid worden geboden om de geldboete in termijnen te betalen (art. 24a Sr).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat gebeurt er als iemand weigert de geldboete te betalen?

A

Als iemand weigert te betalen, dan kan hij in vervangende hechtenis worden geplaatst voor maximaal een jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de 3 bijkomende straffen?

A
  1. Ontzetting van bepaalde rechten.
  2. Verbeurdverklaring.
  3. Openbaarmaking van rechtelijke uitspraak.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ontzetting van bepaalde rechten (art. 28 Sr)

A

Ontzetting van rechten is een rechtelijke beslissing die aan de veroordeelde het recht ontneemt om bepaalde burgerlijke en/of politieke rechten uit te oefenen.

17
Q

Verbeurdverklaring (art. 33 en 33a Sr)

A

Bij verbeurdverklaring verliest de veroordeelde het eigendom over een bepaald voorwerp (zaken en vermogensrechten). Die voorwerpen zullen worden verkocht en de opbrengst daarvan komt toe aan de Staat. Deze straf is dus bedoeld als vergelding. Het gaat hierbij voornamelijk om voorwerpen die geheel of grotendeels door middel van het strafbare feit zijn verkregen. Deze straf is alleen toegestaan, indien de wet dit uitdrukkelijk bepaalt.

18
Q

Openbaarmaking van rechtelijke uitspraken (art. 36 Sr)

A

Openbaarmaking van rechtelijke uitspraken is een rechtelijke beslissing die ervoor zorgt dat de veroordeelde in zijn goede naam wordt aangetast. De uitspraak wordt dan namelijk meestal gepubliceerd in de krant of een regionaal blad. Deze straf is alleen toegestaan, indien de wet dit uitdrukkelijk bepaalt.

19
Q

In tegenstelling tot de straffen kunnen maatregelen ook worden opgelegd, indien de verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging. welke zijn dit?

A
  1. Onttrekking aan het verkeer.
  2. Ontnemen van het wederrechtelijk verkregen voordeel. 3. Schadevergoeding.
  3. Terbeschikkingstelling.
  4. Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders.
  5. Vrijheidsbeperkende maatregelen.
20
Q

Onttrekking aan het verkeer (art. 36b Sr)

A

Voorwerpen die tijdens het voorbereidend onderzoek in beslag zijn genomen, zullen in beginsel worden teruggegeven aan de rechthebbende of worden verbeurdverklaard. In sommige gevallen is het bezit van die voorwerpen echter in strijd met de wet of met het algemeen belang (wapens, drugs, etc.), waardoor deze zullen worden onttrokken aan het verkeer in het belang van de veiligheid van de samenleving. De rechter bepaalt dan dat de in beslag genomen voorwerpen moeten worden vernietigd. In art. 36c Sr zijn alle voorwerpen opgenomen die vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer.

21
Q

Ontnemen van het wederrechtelijk verkregen voordeel (art. 36e Sr)

A

Ontneming van het wederrechtelijk voordeel is een sanctie waarbij de rechter bepaalt dat de veroordeelde een geldbedrag moet betalen aan de Staat ter waarde van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit heeft vaak betrekking op illegale inkomsten uit bijvoorbeeld diefstal.

22
Q

Waar heeft Ontnemen van het wederrechtelijk verkregen voordeel (art. 36e Sr) vaak betrekking op?

A

illegale inkomsten uit bijvoorbeeld diefstal.

Het voordeel kan ook worden ontnomen voor feiten waarvoor de verdachte niet is veroordeeld, maar waarvoor voldoende aanwijzingen bestaan zodat het aannemelijk is geworden dat de veroordeelde ze heeft begaan. Dit hoeft dus niet wettig en overtuigend te worden bewezen. Daarnaast is het niet vereist dat de veroordeelde het strafbare feit zelf heeft begaan, ook wederrechtelijk gekregen voordeel uit strafbare feiten van anderen kan worden ontnomen.

23
Q

Het vaststellen van de omvang van het voordeel is niet altijd eenvoudig. Wat is het gevolg hiervan?

A

zelfs na de veroordeling van de verdachte kan een afzonderlijke procedure worden gevoerd (art. 511b e.v. Sv).

24
Q

Wat gebeurt er Indien de veroordeelde voor Ontnemen van het wederrechtelijk verkregen voordeel (art. 36e Sr) het geldbedrag niet betaalt

A

de opsporingsambtenaren proberen het ontnemingsbedrag te verhalen op goederen van de verdachte. Indien dit niet kan worden verhaald, kan de veroordeelde worden gegijzeld (art. 6:6:25 lid 1 Sv). De betalingsverplichting vervalt hierdoor niet (art. 6:6:25 lid 8 Sv).

25
Q

Het is voor slachtoffers mogelijk om een civiele vordering in te dienen bij de strafrechter. Wat is de achterliggende reden?

A

Op deze manier kunnen zij als benadeelde partij hun schade claimen. Schadevergoeding heeft niet het strafrechtelijke karakter (vergelding), maar het dient als civielrechtelijke compensatie.

26
Q

Vaak legt de rechter een schadevergoedingsmaatregel op. Wat moet de veroordeelde in dat geval doen en wat gebeurt er als hij dat niet doet?

A

In dat geval moet de veroordeelde het vastgestelde bedrag betalen aan de Staat, waarna de Staat het overmaakt naar het slachtoffer. Het slachtoffer hoeft op die manier niet in contact te treden met de dader. Indien de veroordeelde de vergoeding niet betaalt, zullen de opsporingsambtenaren proberen de vergoeding te verhalen op goederen van de veroordeelde. Indien dit niet kan worden verhaald, kan de veroordeelde worden gegijzeld. De betalingsverplichting vervalt hierdoor niet.

27
Q

De rechter kan alleen tbs opleggen, indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan:

A
  • Er is sprake van een gebrekkige geestelijke ontwikkeling of een ziekelijke stoornis (ontoerekeningsvatbaar) ten tijde van het plegen van het feit.
  • Er is sprake van een strafbaar feit waarop naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld of om één van de met name genoemde strafbare feiten in art. 37a Sr.
  • De veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist het opleggen van deze maatregel.
  • Er is advies gevraagd aan ten minste twee gedragsdeskundigen (psychiater en psycholoog). De verdachte zal door hen moeten worden onderzocht. De rechter kan hiertoe bevelen dat de verdachte ter observatie wordt overgebracht naar een psychiatrisch ziekenhuis of een speciale inrichting (art. 509g Sv).
28
Q

Tbs met dwangverpleging (art. 37b Sr).

A

De tbs met dwangverpleging vindt plaats in een tbs-kliniek. Er is dan sprake van een gedwongen opname.

29
Q

wanneer mag Tbs met dwangverpleging (art. 37b Sr). worden opgelegd?

A

indien de veroordeelde een gevaar oplevert voor de veiligheid van anderen of voor de algemene veiligheid van personen of goederen.

30
Q

Tbs met voorwaarden (art. 38 Sr).

A

Er worden door de rechter echter wel allerlei voorwaarden gesteld waaraan de veroordeelde zich moet houden (art. 38a Sr), bijvoorbeeld het verplicht innemen van bepaalde medicijnen. Indien de veroordeelde zich hier niet aan houdt, kan de tbs met voorwaarden worden omgezet in een tbs met dwangverpleging (art. 6:6:10 Sv).

31
Q

Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (art. 38m Sr). Wat is een veelpleger?

A

iemand die in de vijf jaren voorafgaand aan het strafbaar feit ten minste driemaal voor een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld en de daarbij opgelegde sancties moeten volledig zijn uitgevoerd.

32
Q

Waar is plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (art. 38m Sr) voor?

A

Er is vaak sprake van minder ernstige strafbare feiten, zoals winkeldiefstallen, waardoor de opgelegde straf niet heel hoog zal zijn. Om deze criminelen toch voor langere tijd uit de maatschappij te kunnen halen, is het mogelijk om hen te plaatsen in een inrichting voor stelselmatige daders voor maximaal twee jaar. Dit is voornamelijk gericht op het oplossen van de gedragsproblemen, zoals verslaving.

33
Q

waar zijn Vrijheidsbeperkende maatregelen (art. 38v Sr) voor?

A

Ter beveiliging van de maatschappij of ter voorkoming van strafbare feiten kan een vrijheidsbeperkende maatregel worden opgelegd, zoals een contact- of locatieverbod voor hoogstens vijf jaar.