Hoorcollege 4 Flashcards
(19 cards)
Sociale institutie
Dit komt neer op wat de meeste mensen in een samenleving als goed beschouwen.
Hoe moet de rechtsstaat eruit zien volgens MacCormick?
Wat een samenleving beschouwt als ‘hoe het hoort’
Normatieve institutionele orde
Aangeven wat normaal en gewenst is
Codificerend recht
Het vaststelen van regels door de wetgever die al bestonden, in vorm van gewoonterecht
Modificerend recht
De wetgever wil verandering teweegbrengen in de samenleving
Mirror thesis
Aanname dat de rechtsorde alleen de normatieve institutionele orde in een samenleving weerspiegelt
Imitaties (Dawkins)
Tekens waaraan een normatieve institutionele orde te herkennen is. Deze tekens houden een institutionele orde in stand
Wisselwerking tussen institutionele orde en individueel gedrag
- Methodologisch individualisten: Alleen met de keuze van de individu is te bepalen waarom een orde tot stand komt
- Institutionalisten: Kijken naar de wijze waarop institutionele orde het gedrag van mensen bepaalt of beïnvloedt
Welke theorie verbind het methodoligsch individualisme met institutionalistische benaderingen?
Structuratietheorie: Deze theorie gaat uit van ‘duality of structure’. Een institutionele orde heeft structurele kenmerken van sociale systemen en komt ook terug in het handelen van ‘bewuste mensen’.
Macrobenadering
Op niveau van samenleving als geheel
Mesobenadering
Waarin netwerken een belangrijke rol spelen tussen de samenleving als geheel en de individuen in de samenleving
Microbenaderingen
Waarin de rechtsstaat in het individu is genesteld
Twee stromingen waar het bewustzijn van het gedrag vandaan komt:
- Rationaliste: Beslissingen worden genomen door de rede
- Intuïtief georiënteerde filosofen: Mens wordt geleid door hartstochten en emoties
Twee typen oordelen en beslissingen (Kahneman)
Type 1: systeem dat heel snel situaties kan herkennen en interpreteren
- Type 2: een reflectief systeem
Hoe komt de mens aan morele intuïtie? (Kohlberg)
- Fase 1 en 2: het schikken naar de ander en het overnemen van het gedrag van de annder
- Fase 3 en 4: Kinderen nemen gedrag wat ze zien over in hun eigen gedrag en hanteren deze normen in interactie met anderen
- Fase 5 en 6: Kinderen gaan zelf nadenken over wat rechtvaardig is.
Drie panculturele gedragsregels:
- Houd je aan de afspraak met anderen
- Ga vrijwilig interactie met anderen aan
- Bestraf schending van deze normen
Twee mechanisme :
- Conformisme: Neiging van mensen om zich aan groepen te conformeren
- Deviantie: Neiging van mensen om zich NIET aan normen te houden
Sociaal wetenschappelijke kleur
Manier van leven, gedrga van de meeste mensen de meeste tijd
Birthday-effect
Rechters zijn geneigd om mildere straffen te geven wanneer zij jarig zijn