Hoorcollege 4 Flashcards

(19 cards)

1
Q

Sociale institutie

A

Dit komt neer op wat de meeste mensen in een samenleving als goed beschouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe moet de rechtsstaat eruit zien volgens MacCormick?

A

Wat een samenleving beschouwt als ‘hoe het hoort’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Normatieve institutionele orde

A

Aangeven wat normaal en gewenst is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Codificerend recht

A

Het vaststelen van regels door de wetgever die al bestonden, in vorm van gewoonterecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Modificerend recht

A

De wetgever wil verandering teweegbrengen in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mirror thesis

A

Aanname dat de rechtsorde alleen de normatieve institutionele orde in een samenleving weerspiegelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Imitaties (Dawkins)

A

Tekens waaraan een normatieve institutionele orde te herkennen is. Deze tekens houden een institutionele orde in stand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wisselwerking tussen institutionele orde en individueel gedrag

A
  • Methodologisch individualisten: Alleen met de keuze van de individu is te bepalen waarom een orde tot stand komt
  • Institutionalisten: Kijken naar de wijze waarop institutionele orde het gedrag van mensen bepaalt of beïnvloedt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke theorie verbind het methodoligsch individualisme met institutionalistische benaderingen?

A

Structuratietheorie: Deze theorie gaat uit van ‘duality of structure’. Een institutionele orde heeft structurele kenmerken van sociale systemen en komt ook terug in het handelen van ‘bewuste mensen’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Macrobenadering

A

Op niveau van samenleving als geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mesobenadering

A

Waarin netwerken een belangrijke rol spelen tussen de samenleving als geheel en de individuen in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Microbenaderingen

A

Waarin de rechtsstaat in het individu is genesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Twee stromingen waar het bewustzijn van het gedrag vandaan komt:

A
  • Rationaliste: Beslissingen worden genomen door de rede
  • Intuïtief georiënteerde filosofen: Mens wordt geleid door hartstochten en emoties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Twee typen oordelen en beslissingen (Kahneman)

A

Type 1: systeem dat heel snel situaties kan herkennen en interpreteren

  • Type 2: een reflectief systeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe komt de mens aan morele intuïtie? (Kohlberg)

A
  • Fase 1 en 2: het schikken naar de ander en het overnemen van het gedrag van de annder
  • Fase 3 en 4: Kinderen nemen gedrag wat ze zien over in hun eigen gedrag en hanteren deze normen in interactie met anderen
  • Fase 5 en 6: Kinderen gaan zelf nadenken over wat rechtvaardig is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Drie panculturele gedragsregels:

A
  1. Houd je aan de afspraak met anderen
  2. Ga vrijwilig interactie met anderen aan
  3. Bestraf schending van deze normen
17
Q

Twee mechanisme :

A
  • Conformisme: Neiging van mensen om zich aan groepen te conformeren
  • Deviantie: Neiging van mensen om zich NIET aan normen te houden
18
Q

Sociaal wetenschappelijke kleur

A

Manier van leven, gedrga van de meeste mensen de meeste tijd

19
Q

Birthday-effect

A

Rechters zijn geneigd om mildere straffen te geven wanneer zij jarig zijn