Inleiding Flashcards

(4 cards)

1
Q

Convergerende tendensen in de politiek

A

MACRO: Grote mate van welvaart bereikt in Westerse maatschappijen
MICRO:
* Gericht op zelfrealisatie (want randvoorwaarden voor welzijn zijn vervuld voor grote groep mensen)
* Zich moeilijk kunnen identificeren met zij die het minder hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Conformerende houding

A
  • Uitvoeren van welvaartsvoorzieningen
  • Conformeren aan de verwachtingen van de overheid
  • Projecten binnenhalen
  • Niet in vraag stellen of rechten de facto (in het leven van cliënten) geëffectueerd worden.
  • Identificeren met de eigen organisatie (blinde loyauteit)
  • Vb.: cliënt komt leefloon aanvragen en SW’er brengt dit administratief in orde.
    –> deze personen identificeren zich heel hard met de organisatie en zien geen gebreken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Politiseren

A
  • Kritisch in vraag stellen van de welvaartsstaat en haar voorzieningen.
  • Lacunes, uitsluitingsmechanismen en noden blootleggen en aankaarten
  • Levensomstandigheden van cliënten en onvervulde noden aftoetsen aan rechten. (vb. recht op een menswaardig bestaan <-> leefloon onder Europese armoedegrens)
  • Gezonde distantie en kritische zin tot de eigen organisatie en het beleid
  • Vb.: cliënt komt leefloon aanvragen en SW’er komt tot de vaststelling dat het bedrag ontoereikend is om menswaardig van te kunnen leven. SW’er stelt de hoogte van het bedrag kritisch in vraag.
    –> deze personen gaan tekortkomingen aanhalen, dingen in vraag durven stellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Normatieve professionaliteit

A
  • We zijn niet neutraal en maak voortdurend politieke en ideologische keuzes
  • Dingen juist doen en de juiste dingen doen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly