Structureel sociaal werk Flashcards
(24 cards)
Politiserend sociaal werk
acties doen die zorgen voor een politiek meningsverschil
* Als er door “gewone mensen” wordt gesproken
* Media is heel handig in politiseren
wortels van structureel sociaal werk (personen)
Mary Richmond
Jane Addams
Bertha Reynold
Mary Richmond
eind 19e eeuw, VS -> Social casework en ‘signaleren van misstoestanden en streven naar betere sociale wetgeving’. ‘Social reform’ als wezenlijk voor sociaal werk.
Jane Addams
begin 20e eeuw, VS –> Hull House: mensen samenbrengen (sociale opdracht) én sociale actie opzetten met mensen om onrecht aan te klagen(politieke opdracht).
Bertha Reynolds
jaren 1930, VS –> “oog voor maatschappelijke condities die aan de basis liggen van individuele problemen.” → Maatschappijgerichte benadering.
structureel sociaal werk vanaf de jaren 60
- Opkomst van sociale democratiseringsbewegingen: Vrouwenrechten, civil rights movement, homorechten,… emancipatie van groepen in achtergestelde positie in de samenleving.
- Saul Alinsky,
Saul Alinsky
geestelijke vader van ‘community organizing’ (strijd tegen onrechtvaardigheid organiseren) – “Community building mag geen doel op zich zijn.”
o Stampte organisaties uit de grond die van onderuit kwamen en zo ongelijkheid bestreden
o Boek ‘Rules for Radicals’ (1971) strategieën om autoriteiten uit te dagen
radicaal sociaal werk
- Ziet de samenleving en de economie als belangrijkste handhaver van ongelijkheden.
- Detecteert vormen van onderdrukking of uitsluiting.
- Start niet van het bestaande kader, maar streeft naar radicale maatschappelijke verandering.
o Het beleid is onderdeel van het probleem dus gaan het niet met hen proberen op te lossen - Sterk gericht op economische ongelijkheid.
o Zonder kapitalisme zou er geen ongelijkheid zijn dus kapitalisme moet weg - Hanteert conflictbenadering: praktijken van individuele en collectieve weerstand
Mullay
) beschrijft subtypes in radicaal sociaal werk:
* Radicaal humanisme
* Radicaal structuralisme
radicaal humanisme
gericht op de gebruikers en de onderdrukte groep emanciperen tot bewustwording en sociale actie.
radicaal structuralisme
focus op sociale transformatie door alternatieve diensten buiten het systeem te ontwikkelen.
Collins
beschrijft vijf strategieën binnen radicaal sociaal werk:
* Creëren van fora voor sociaal werkers, binnen en over organisaties heen. Zodat radicale sw’ers zich niet alleen voelen
* Banden versterken met vakbonden.
* Groepswerk en opbouwwerk.
* Faciliteren van organisaties en bewegingen van cliënten.
* Aansluiten bij gelijkgestemden in hun strijd tegen de negatieve effecten van mondiaal kapitalisme.
kritisch sociaal werk
- Neemt de eigen beroepsgroep in het vizier, het probleem ligt bij de sociaal werker
- Sociaal werkers hebben volgens dit perspectief een belangrijk aandeel in de reproductie van onrechtvaardigheid en sociale uitsluiting.
donzolet
twee tegenstrijdige functies in het sociaal werk:
* Moralisering
* Normalisering
moralisering
aantonen van zogenaamd ‘immoreel gedrag’, gedrag dat niet past binnen onze samenleving
normalisering
mensen wijzen op hun deviant gedrag en duwen in de richting van ‘normaal’ gedrag. (sociaal werkers handelen vanuit hun referentiekader en maatschappijnormen)
anti-opressive sociaal werk
een voortdurend bevragen van het eigen handelen van de sociaal werkers op zijn onderdrukkend karakter
beleidsgericht sociaal werk
- vertrekt vanuit het bestaande maatschappelijk kader en ontsluiert hierin lacunes.
- Erkent maatschappelijke uitsluitingsmechanismen, maar wil relatie met het beleid positief houden. (“wie betaalt, bepaalt”)
- Coöperatieve en constructieve methodes van beleidsbeïnvloeding.
- Werkt oplossingsgericht en formuleert beleidsaanbevelingen.
- Moeizaam en traag proces.
case advocacy
werken aan sociale rechtvaardigheid door rechten op te sporen die niet in gebruik worden genomen en deze te realiseren
structural advocacy
bundelt het onrecht die sociaal werkers vaststellen bij meerdere cliënten. Hiermee willen ze een signaal afgeven naar het beleid.
Spanningsveld tussen kritische en coöperatieve houding
Enerzijds het beleid te vriend houden door financiële afhankelijkheid, anderzijds opkomen voor sociale rechtvaardigheid en positie innemen(sociaal werk als normatieve professie).
assertief sociaal werk
- Benoemen wat je als sociaal werker doet (beschrijven wat werkt)
- Benoemen welke resultaten je boekt;
- In samenwerking met het beleid;
- Met bewuste aandacht voor de unieke positie van het sociaal werk;
- Partnerschappen smeden met burgers en sociale bewegingen;
- Beleid beïnvloeden door noden te benoemen vanuit een grondrechtenbenadering
sociale innovatie
- Sociaal als proces en als uitkomst;
- Lokaal karakter
- Inspelen op sociale, lokale noden die niet worden ingevuld door de markt of de staat.
- Nieuwe ideeën
- Structureel karakter: “een echte sociale innovatie is systeem veranderend. Het verandert permanent de percepties, gedragingen en structuren die voorheen hebben bijgedragen aan het ontstaan van deze uitdagingen.” (Cahill, 2010)
- Belangrijke rol voor middenveld, sociale ondernemers en lokale overheden.
–> sociale innovatie zijn dingen die door lokale SW’ers bedacht worden om uitdagingen aan te gaan
Valkuilen accentverschuiving van centraal naar lokaal niveau
- Ongelijke toegang tot sociale bescherming.
o De locatie waar je woont bepaalt hoe makkelijk je toegang hebt tot middelen - Versplinterd welzijnsaanbod.
- Doorschuiven van verantwoordelijkheid/ bevoegdheden maar niet het geld
- Verantwoordelijkheid wordt bij de (kwetsbare) burger gelegd.