K H3 Flashcards
(117 cards)
iets in gedachten houden
keep in mind
de huisvesting /huisvesting/
accommodation (geen meervoud)
het minimum /minimum/
minimum (meervoud: minima)
het inkomen /inkomen/
= het salaris /salaris/
the salary, income (meervoud: inkomens, salarissen)
inkomen
kwam in -> zijn ingekomen
come in
de vereiste /vereiste/
the requirement (meervoud: vereisten)
vereisen
vereiste -> hebben vereist
to require
Bijv.: Deze baan vereist programmeerervaring.
de eis
the demand (meervoud: eisen)
eisen
eiste -> hebben geëist)
Bijv.: De stakers eisen hoger loon.
de duur
the duration
duren
duurde -> hebben geduurd
to last
de overeenkomst /overeenkomst/
the agreement (meervoud: overeenkomsten)
schriftelijk /schriftelijk/ (bn. + adv.)
written
vastleggen
legde vast -> hebben vastgelegd
to record
schriftelijk vastgelegde overeenkomst
written agreement
zich tot iets verbinden /verbinden/
verbond -> hebben verbonden
to commit to sth
het contract /contract/
the contract (meervoud: contracten)
de gelijkheid /gelijkheid/
the equality (geen meervoud)
enzovoort /enzovoort/
enz (and so forth - và vân vân)
behoren tot /behoren/
behoorde tot -> hebben behoord tot
to belong to
de inkomensgroep
the income group
de huurwoning /huurwoning/
huurhuis (meervoud: huurwoningen)
de sociale huurwoning
the social housing
de woningbouwvereniging /woningbouwvereniging/
the hoursing association (meervoud: woningbouwverenigingen)