K H4 Flashcards
(41 cards)
dichtstbijzijnd (bn) /dichtstbijzijnd/
nearest
de eigendom /eigendom/
the property, ownership (geen meervoud)
de overdag /overdag/
during the day
de huisartspost
General practice center
het geneesmiddel /geneesmiddel/
1, medicine (de medicatie -> medicaties)
2, remedy
Bijv.: vroeger werd vaak rust als geneesmiddel voorgeschreven
meervoud: geneesmiddelen
het recept /recept/
prescription (meervoud: recepten) /ree-cept/
voorschrijven
schreef voor -> hebben voorgeschreven
1, to prescribe
2, set as a rule (bijv.: op de voorgeschreven tijd = at the prescribed time)
de siroop /siroop/
dikke vloeistof (thick liquid) (meervoud: siropen)
doorverwijzen
verwees door -> hebben doorverwezen
to refer to
de polikliniek /polikliniek/
the outpatient clinic (phòng khám ngoại trú) (meervoud: poliklinieken)
spoedeisend /spoedeisend/ (bn)
urgent
Bijv.: spoedeisende hulp, spoedeisende zorg
de verwijsbrief
the referral letter
opereren /opereren/
opereerde -> hebben geopereerd
to operate
de patiëntenkaart /patiëntenkaart/
patient card
bevatten /bevatten/
bevatte -> hebben bevat
to contain
Als kernwoord benadrukt “bevatten” dat de inhoud en de container van elkaar kunnen worden gescheiden. “Omvatten” geeft aan dat ze niet te scheiden zijn = As a key word, “contain” emphasizes that the content and the container can be separated. “Encompass” indicates that they are inseparable.
benadrukken /benadrukken/
benadrukte -> hebben benadrukt
to emphasize
aangeven
gaf aan -> hebben aangegeven
1, đưa thứ gì đó ra ngoài tầm tay mình (bijv.: voetbal aangeven)
2, to indicate
3, to report (bijv.: een diefstal, inbraak aangeven)
de diefstal /diefstal/
the theft (meervoud: diefstallen) (hành động trộm cắp)
de dief
the thief (meervoud: dieven)
de ambulance /ambulance/
the ambulance car (meervoud: ambulances/ambulancen)
de psycholoog
psychologist (meervoud: psychologen)
stijve
hard /stay-ve/
depressief /depressief/
depressed
verdrietig
sad