Krachtwerk Flashcards
(29 cards)
Levensgebieden van krachtwerk
- Wonen
- werken en leren
- Familie, vrienden, kennissen.
- Kinderen en opvoeding
- Gezondheid en zelfzorg
- geld en inkomen
- vrije tijd
- partner
- zingeving
- veiligheid
Wat is de krachten inventarisatie?
Een hefboom voor verandering die inzicht geeft in het vermogen van de cliënt tot zelfregulatie.
Empowerment
een proces van bewustwording, zelfbeschikking en ontgroeien van lijdzaamheid.
5 soorten van kracht:
1 persoonlijke kwaliteiten: Zo divers als de mensheid, kunnen ingezet worden in het herstelproces en bij het bereiken van persoonlijke doelen.
2 Talenten en vaardigheden: Ze worden bewust van wat ze te bieden hebben en wat ze kunnen. Ieder mens heeft vaardigheden of ze gehad.
3 krachten en mogelijkheden in de omgeving: Sociale bronnen uit de natuurlijke omgeving en hele tastbare zaken zoals huisvesting, goederen.
4 interesses en aspiraties: wat beweegt je ten diepste. Wat geeft je kracht. Soms leeftijdsgebonden.
5 Kennis en ervaring: constant leren. Kunnen kennis hebben op elk gebied of echte uitblinkers zijn.
Aspecten die deel uitmaken van de interpretatie van een ecogram
- Omvang: hoe groot is het netwerk
- Differentiatie: hoe gevarieerd het is netwerk
- Dichtheid: frequentie en initiatief tot contact
- Bereikbaarheid: hoe groot is de objectieve afstand
- Stabiliteit: hoe stabiel en duurzaam is het netwerk
Ecogram
Met een ecogram brengen we de belangrijke sociale contacten van de cliënt in kaart. Het ecogram houdt rekening met verschillende leefgebieden. Het is als een röntgenfoto van het sociaal
netwerk.
Existentiële loyaliteit
Loyaliteit ontstaat door de gift van leven, het is geen gevoel maar een zijnsgegeven. De bond is er positief of negatief. Hij kan niet verbroken worden, wel ontkend.
Verworven loyaliteit
Het kind wordt door andere opgevoed dan de biologische ouders. Door de dagelijkse investering wordt de loyaliteit verworven.
Verticale loyaliteit
De loyaliteit tussen ouders en kind, vaak is deze asymmetrisch er wordt meer ontvangen dan gegeven.
Horizontale loyaliteit
Gekozen vrienden, collega’s, partners. Deze loyaliteit is symmetrisch en wederkerig.
Loyaal
Een keuze voor de persoon, willen voldoen aan de verwachtingen en rekening houden met de belangen van de persoon.
Loyaliteiten kunnen botsen.
Loyaliteitsconflict
Zijn een uitnodiging om steeds nieuwe balansen te vinden en te zoeken naar verbondenheid. Ruimte maken voor persoonlijke loyaliteiten om uit te spreken, begrip voor elkaars visies en elkaars sterke kanten mogelijk maken.
Gespleten loyaliteit
Wanneer kinderen moeten kiezen voor de ene ouder tegen de andere ouder. Terwijl ze bij beide ouders loyaal willen blijven.
Onzichtbare loyaliteit
Als men niet openlijk loyaal kan zijn en loyaliteit gaat ontkennen.
Rechtvaardige relatie
Een relatie waarin een evenwicht bestaat tussen geven en nemen.
Zo ontstaat er een vertrouwen in de ander en zijn we zelf betrouwbaar.
Parentificatie
Parentificatie begint al tijdens de vroege ontwikkeling van het kind. Het kind zorgt voor de ouder (troosten, klusjes) Dat is heel normaal en gezond. Maar soms schiet die zorg door en verandert deze zorg in langdurige en structurele ondersteuning.
Destructieve parentificatie
Er is sprake van destructieve parentificatie wanneer ouders hun behoeften op hun kinderen projecteren. Het kind krijgt hierdoor de verantwoordelijkheid voor het welbevinden van de ouders. Hiermee hopen ze liefde, aandacht en erkenning te krijgen.
Destructieve idealisatie
Kind moet voldoen aan hoge verwachtingen van ouders zonder dat er rekening wordt gehouden met de belangen en mogelijkheden van het kind.
Destructief gerechtigd
Het kind krijgt het recht om anderen af te wijzen en te wantrouwen, het recht om herstel te eisen bij anderen voor wat hem vroeger is aan gedaan, soms zelfs wraak te nemen.
Roulerende erkenning
Erkenning claimen bij anderen en daarmee de ouders sparen die eigenlijk te kort hebben gedaan.
Delegaat
Belangen van ouders krijgen (on) bewust voorrang op het kind.
Legaat
De ethische verplichting om erfgoed dat men ontvangen heeft vorige generaties vorm te geven in zijn eigen leven en daarmee een bijdrage te leveren aan volgende generaties.
Schaalvragen
Je vraagt je cliënt om een cijfer.
Cognitief luisteren
naar feiten