L14 Flashcards

De burgerlijke rechter en de Europese rechters

1
Q

Welke stelling over rechtsbescherming is onjuist?
1. De aanvullende functie van de burgerlijke rechter wordt ook wel restfunctie genoemd.
2. Als de burgerlijke rechter vaststelt dat een bestuursrechter een gelijkwaardige rechtsbescherming kan bieden, treedt hij terug, in het kader van de ontvankelijkheid van de vordering.
3. Volgens de Hoge Raad is de aard van de rechtsverhouding (gaat het om een publieke taak van de overheid, of niet?) niet van belang voor beantwoording van de vraag of de burgerlijke rechter bevoegd is inzake een geschil tussen overheid en burger. Beantwoording van die vraag moet plaatsvinden aan de hand van het voorwerp van het geschil.
4. In het arrest Gemeente Noordwijkerhout/Guldemond (HR, 31 december 1915) heeft de Hoge Raad het objectum litis-leer verworpen.
5. De objectum litis-leer baseert zich o.a. op art. 112 lid 1 Gw.

A
  1. In het arrest Gemeente Noordwijkerhout/Guldemond (HR, 31 december 1915) heeft de Hoge Raad het objectum litis-leer verworpen.
    ==> De HR heeft de objectum litis-leer neergelegd, en de leer van het fundanentum petendi verworpen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke stelling over de bevoegdheid van de burgerlijke rechter is onjuist?
1. Het Guldemond-arrest wordt aangeduid als: leerstuk van de onrechtmatige overheidsdaad.
2. In het Guldemond-arrest heeft de HR de objectum litis-leer verworpen, en de leer van het fundanentum petendi neergelegd.
3. Volgens de objectum litis-leer is het voorwerp van het geschil doorslaggevend bij de beoordeling of de burgerlijke rechter bevoegd is.
4. Volgens de fundamentum petendi-leer staat de vraag naar de aard van de rechtsverhouding centraal bij de beoordeling of de burgerlijke rechter bevoegd is.

A
  1. In het Guldemond-arrest heeft de HR de objectum litis-leer verworpen, en de leer van het fundanentum petendi neergelegd.
    ==> Wel correct:
  2. In het Guldemond-arrest heeft de HR de objectum litis-leer neergelegd, en de leer van het fundanentum petendi verworpen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke stelling over schadevergoeding is onjuist?
1. Wanneer de schadevergoeding onderdeel is van een (meeromvattend) besluit, is zij alleen te betwisten door het gehele besluit aan te vechten.
2. De bevoegdheid van de bestuursrechter om over schadeverzoeken te oordelen is beperkt en voor een groot deel toebedeeld aan de civiele rechter.
3. Als een besluit rechtmatig is maar er door het besluit ten aanzien van specifieke burgers toch (onevenredige) schade wordt veroorzaakt, is er onder omstandigheden een reden om deze schade te vergoeden; dit heet nadeelcompensatie.
4. Een burger kan om schadevergoeding vragen door een beroep in te dienen tegen het nadeel veroorzakende besluit. De burger kan dan het schadeveroorzakende besluit bij de civiele rechter aanvechten en stellen dat dit besluit onrechtmatig is omdat in dat besluit geen of onvoldoende rekening gehouden is met zijn belangen door in dat besluit niet te bepalen over een vergoeding van de geleden schaden. Dit heet onzuiver schadebesluit.

A
  1. Een burger om schadevergoeding vragen door een beroep in te dienen tegen het nadeel veroorzakende besluit. De burger kan dan het schadeveroorzakende besluit bij de civiele rechter aanvechten en stellen dat dit besluit onrechtmatig is omdat in dat besluit geen of onvoldoende rekening gehouden is met zijn belangen door in dat besluit niet te bepalen over een vergoeding van de geleden schaden. Dit heet onzuiver schadebesluit.
    ==> De procedure van onzuiver besluit gebeurt bij de bestuursrechter, niet bij de civiele rechter.
    ==> Mbt 2: Dit is in art. 8:89 Awb bepaald
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Als de burger meent nav een besluit van een bestuursorgaan schade te hebben geleden, en het besluit is inmiddels wel onaantastbaar geworden, kan de burger nog om schadevergoeding dan wel nadeelcompensatie vragen?
1. Ja, bij de bestuursrechter kan een zelfstandig schadebesluit worden aangevraagd.
2. Ja, bij de bestuursrechter kan een onzuiver schadebesluit worden aangevraagd.
3. Ja, bij de civiele rechter
4. Nee, omdat het besluit onaantastbaar is geworden.

A
  1. Ja, bij de bestuursrechter kan een zelfstandig schadebesluit worden aangevraagd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke stelling over rechtsbescherming is onjuist?
1. De bestuursrechter kan een verzoek om nadeelcompensatie op twee manieren benaderen: onzuiver schadebesluit of zelfstandig schadebesluit.
2. Een burger kan dan het schadeveroorzakende besluit aanvechten, en stellen dat dit besluit onrechtmatig is omdat in dat besluit geen of onvoldoende rekening gehouden is met zijn belangen door in dat besluit niet te bepalen over een vergoeding van de geleden schaden.
3. Ook al is het nadeel veroorzakende (appellabele) besluit onaantastbaar geworden, dit sluit niet uit dat aan het bestuursorgaan (dat het nadeel veroorzakende besluit nam) om nadeelcompensatie kan worden verzocht, op grond van rechtmatige overheidsdaad (met beroep op het égalité-beginsel). Tegen de beslissing op dit verzoek staat vervolgens bezwaar en beroep open.
4. In het arrest Pannenkoekhuis de Kabouter (HR, 6 december 2002) heeft de Hoge Raad bepaald dat de gang naar de bestuursrechter niet open staat voor schadevergoeding wegens een rechtmatig besluit waartegen bezwaar en beroep openstaat (of heeft gestaan).

A
  1. In het arrest Pannenkoekhuis de Kabouter (HR, 6 december 2002) heeft de Hoge Raad bepaald dat de gang naar de bestuursrechter niet open staat voor schadevergoeding wegens een rechtmatig besluit waartegen bezwaar en beroep openstaat (of heeft gestaan).
    ==> Wel juist:
    In het arrest Pannenkoekhuis de Kabouter (HR, 6 december 2002) heeft de Hoge Raad bepaald dat de gang naar de burgerlijke rechter niet open staat voor schadevergoeding wegens een rechtmatig besluit waartegen bezwaar en beroep openstaat (of heeft gestaan).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op grond van een verkeersbesluit was het Pannenkoekhuis De Kabouter (tijdelijk) moeilijk bereikbaar. De uitbater van het pannenkoekhuis heeft niet op tijd bezwaar ingediend, maar wenst wel gecompenseerd te worden voor het geleden nadeel. De gedachte is dat het verkeersbesluit rechtmatig was, maar dat tegenover hem toch onrechtmatig was gehandeld nu de provinciale overheid onvoldoende rekening had gehouden met zijn belangen (inkomstenderving).
Wat kan de uitbater van het pannenkoekhuis doen?
1. Aangezien hij geen bezwaar indiende, kan hij ook geen beroep indienen bij de bestuursrechter, waardoor zijn enige optie is om via de burgerlijke rechter schadevergoeding aan te vragen.
2. Ook al is de termijn voor bezwaar en beroep voorbij, kan de burger via de bestuursrechter bij het bestuursorgaan om nadeelcompensatie vragen, in de vorm van een zelfstandig schadebesluit.
3. Hij kan kiezen tussen een nadeelcompensatieprocedure bij civiele rechter of bij de bestuursrechter.
4. Indien de schade onder de 25,000 Euro is, kan hij bij de bestuursrechter om nadeelcompensatie vragen. Indien de schade hoger dan 25,000 Euro is, kan hij bij de burgerlijke rechter om nadeelcompensatie vragen.

A
  1. Ook al is de termijn voor bezwaar en beroep voorbij, kan de burger via de bestuursrechter bij het bestuursorgaan om nadeelcompensatie vragen, in de vorm van een zelfstandig schadebesluit.
    ==>
    Voor vergoeding van een appellabel rechtmatig besluit kan de burger alleen terecht bij de bestuursrechter en heeft twee mogelijkheden:
  2. De weg van het onzuivere schadebesluit.
  3. De weg van het zelfstandige schadebesluit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke stelling over schadevergoeding/nadeelcompensatie is onjuist?
1. Als een bestuursrechter een besluit van de Belastingdienst nietig verklaart, en een burger door dit besluit schade van 40,000 Euro heeft geleden, kan de burger alleen bij de bestuursrechter vragen om een schadevergoeding.
2. Als een bestuursrechter een besluit van de gemeente omtrent een ventvergunning nietig verklaart, en een burger door dit besluit schade heeft geleden, kan de burger alleen bij de bestuursrechter vragen om een schadevergoeding.
3. Als geen bezwaar en beroep is gedaan tegen een besluit, kan de burger geen schadevergoeding eisen bij de civiele rechter.
4. Alle stellingen zijn juist.

A
  1. Als een bestuursrechter een besluit van de gemeente omtrent een ventvergunning nietig verklaart, en een burger door dit besluit schade heeft geleden, kan de burger alleen bij de bestuursrechter vragen om een schadevergoeding.
    ==>
    Is er sprake van een appellabel onrechtmatig besluit, dan zijn er drie mogelijkheden:
  2. De bestuursrechter is exclusief bevoegd: Ten aanzien van schade veroorzaakt door besluiten in de sfeer van het sociale zekerheidsrecht en (i.h.b.) het belastingrecht (ongeacht hoogte van het bedrag (art. 8:88 en art. 8:89 lid 1 Awb).
  3. De bestuursrechter en civiele rechter zijn bevoegd: Ten aanzien van schade veroorzaakt door andere belsuiten bij vorderingen onder de €25.000. De burger kan kiezen waar hij de claim indient (art. 8:88 en art. 8:89 lid 2 Awb).
  4. De civiele rechter is exclusief bevoegd: Ten aanzien van schade veroorzaakt door andere besluiten bij vorderingen boven de €25.000.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke stelling mbt schade en/of toetsing van rechtmatigheid van AVV’s is onjuist?
1. De burgerlijke rechter toetst algemeen verbindende voorschriften aan de hiërarchisch hogere wet getoetst, en ook aan algemene (ongeschreven) rechtsbeginselen.
2. Op basis van het Pocketbooks II-arrest (HR, 24 januari 1969) kan een materiële wet door de civiele rechter als een onrechtmatige daad en als onverbindend verklaard worden, indien het in strijd is met de Grondwet is.
3. In het Landbouwvliegerarrest (HR, 16 mei 1986) bepaalde de HR dat de burgerlijke rechter materiële wetten mag toetsen aan algemene rechtsbeginselen, maar dit moet met terughoudendheid moet gebeuren.
4. In het arrest Varkensmester I (18 januari 1991) (=Leffers arrest) bepaalde de ABRvS dat bij rechtmatig overheidshandelen er recht kan zijn op nadeelcompensatie als diegene in vergelijking tot de andere betrokkenen onevenredig hard door het handelen wordt getroffen.

A
  1. In het arrest Varkensmester I (18 januari 1991) (=Leffers arrest) bepaalde de ABRvS dat bij rechtmatig overheidshandelen er recht kan zijn op nadeelcompensatie als diegene in vergelijking tot de andere betrokkenen onevenredig hard door het handelen wordt getroffen.
    ==>
    Dit was een uitspraak van de HR, niet van de ABRvS.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke stelling mbt schade nav feitelijk handelen is onjuist?
1. Er kan sprake zijn van onrechtmatig overheidshandelen bij feitelijk handelen. In zo’n geval is het gewone aansprakelijkheidsrecht van toepassing, en is de burgerlijke rechter bevoegd.
2. In de sfeer van het bestuurlijke handhavingsrecht kan de burgerlijke rechter oordelen over de (on)rechtmatigheid van de feitelijke handhavingshandelingen.
3. Er kan sprake zijn van onrechtmatig overheidshandelen bij feitelijk handelen. In het geval dat de feitelijke handelingen verband houden met een besluit, is de bestuursrechter bevoegd om te oordelen over aansprakelijkheid. In het geval van op zichzelf staande feitelijke handelingen, is de burgerlijke rechter bevoegd om te oordelen over aansprakelijkheid.
4. Alle stellingen zijn juist.

A
  1. Er kan sprake zijn van onrechtmatig overheidshandelen bij feitelijk handelen. In het geval dat de feitelijke handelingen verband houden met een besluit, is de bestuursrechter bevoegd om te oordelen over aansprakelijkheid. In het geval van op zichzelf staande feitelijke handelingen, is de burgerlijke rechter bevoegd om te oordelen over aansprakelijkheid.
    ==> De burgerlijke rechter is in beide gevallen bevoegd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke stelling over rechtsbescherming is onjuist?
1. Als het bestuur het vertrouwen wekt dat het een bepaald besluit zal nemen en vervolgens dat besluit toch niet neemt, kan de belanghebbende burger bij de bestuursrechter met een beroep op het vertrouwensbeginsel die weigering vernietigd krijgen.
2. Als het beroep op het vertrouwensbeginsel door de bestuursrechter niet gehonoreerd wordt kan de burger op twee manieren schadevergoeding eisen: (1) hij kan het besluit dat volgt op de gedane toezeggingen (of verstrekte onjuiste inlichtingen) bij de bestuursrechter aanvechten en stellen dat het besluit op een onrechtmatige wijze tot stand is gekomen vanwege de vooraf gedane toezeggingen of verstrekte inlichtingen; of (2) hij kan bij de burgerlijke rechter een schadevergoeding vorderen vanwege de onrechtmatigheid van de (feitelijke) voorbereidingshandeling zonder dat hij het op die voorbereidingshandelingen volgend besluit bij de bestuursrechter aanvecht.
3. Een bestuursrechter kan in het geval van inbreuk op het vertrouwensbeginsel schadevergoeding toekennen ook zonder het desbetreffende besluit van het bestuursorgaan te vernietigen.

A
  1. Een bestuursrechter kan in het geval van inbreuk op het vertrouwensbeginsel schadevergoeding toekennen ook zonder het desbetreffende besluit van het bestuursorgaan te vernietigen.
    ==>
    Schadevergoedingsregeling bij besluit op gedane toezeggingen of verstrekte onjuiste inlichtingen:
    * Dit is een grondslag voor schadevergoeding en is neergelegd in art. 8:88 en 8:89 Awb.
    * Probleem is dat de bestuursrechter deze vergoeding alleen kan toewijzen als een besluit is vernietigd (art. 8:88 lid 1 onder b Awb).
    * Eventueel kan de bestuursrechter het besluit vernietigen en de rechtsgevolgen in stand laten.
    * In dat geval is schadevergoeding via de procedure van art. 8:88 Awb mogelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke stelling over rechtsbescherming is onjuist?
1. Bij een onrechtmatig besluit van een bestuursorgaan kan de burger om schadevergoeding vragen door het besluit aan te vechten bij bestuursrechter (alle claims onder 25,000) of bij de civiele rechter (alle claims boven 25,000 Euro).
2. Bij een niet-appellabel rechtmatig besluit van een bestuursorgaan kan de burger om schadevergoeding vragen dmv een verzoek om nadeelcompensatie bij de burgerlijke rechter (onrechtmatigedaadsprocedure).
3. Bij een appellabel rechtmatig besluit van een bestuursorgaan kan de burger bij de bestuursrechter om schadevergoeding vragen in de vorm van een onzuiver schadebesluit of een zelfstandig schadebesluit.
4. Bij schade nav een algemeen verbindend voorschrift kan de burger alleen bij de burgerlijke rechter om schade vragen. Dat kan op twee manieren: de rechtmatigheid van de AVV aanvechten, of op basis van het aansprakelijkheidsrecht.

A
  1. Bij een onrechtmatig besluit van een bestuursorgaan kan de burger om schadevergoeding vragen door het besluit aan te vechten bij bestuursrechter (alle claims onder 25,000) of bij de civiele rechter (alle claims boven 25,000 Euro).
    ==> De criteria van 25,000 zijn onjuist. Zie art 8:89 Awb.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Als de burger meent dat er sprake was van onrechtmatige voorbereidingshandeling (vertrouwen gewekt) in de voorbereiding van het besluit, kan de burger …. (vul in) bij de… (vul in) aanvechten en stellen dat het besluit op een onrechtmatige wijze tot stand is gekomen vanwege de vooraf gedane toezeggingen of verstrekte inlichtingen (deze optie heeft een … (vul in) kans van slagen); of hij kan bij de … (vul in) een schadevergoeding vorderen vanwege de onrechtmatigheid van de (feitelijke) voorbereidingshandeling (d.w.z. de toezegging of de verstrekte inlichtingen). De burgerlijke rechter zal dan beoordelen of de voorbereidingshandeling onrechtmatig was. Deze optie is mogelijk als de gewekte verwachtingen of verstrekte inlichtingen een “zelfstandig karakter” hebben.

  1. het feitelijke handelen (de toezegging) … burgerlijke rechter… kleine… bestuursrechter
  2. het feitelijke handelen (de toezegging) … burgerlijke rechter… kleine… burgerlijke rechter
  3. het besluit dat volgt op de gedane toezeggingen (of verstrekte onjuiste inlichtingen) … burgerlijke rechter … goede… bestuursrechter
  4. het besluit dat volgt op de gedane toezeggingen (of verstrekte onjuiste inlichtingen) … bestuursrechter… kleine… burgerlijke rechter
A
  1. het besluit dat volgt op de gedane toezeggingen (of verstrekte onjuiste inlichtingen) … bestuursrechter… kleine… burgerlijke rechter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke stelling over rechtsbescherming is onjuist?
1. Het stelsel van voorrangs- en aansluitingsregels heeft de wetgever in het leven geroepen om ervoor te waken dat de rechtspraak van de bestuursrechter niet wordt ondermijnd. Er zijn twee soorten aansluitingsregels: formele rechtskracht en oneigenlijke formele rechtskracht .
2. Als de burger de burgerlijke rechter vraagt om een vergunningsvoorschrift onrechtmatig te verklaren, terwijl diezelfde burger ook nog bezwaar en beroep kan instellen tegen de vergunning, zal de burgerlijke rechter de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
3. Als er geen bestuursrechtelijke rechtsgang meer kan worden gevolgd (omdat de bezwaar en beroepstermijnen zijn verstreken), kan de burgerlijke rechter een verzoek niet-ontvankelijk verklaren als via de vordering bij de bestuursrechter hetzelfde bereikt had kunnen worden.
4. Als een burgerlijke rechter een vordering van een burger wel ontvankelijk verklaart, zal de burgerlijke rechter zich in een (aanvullende) procedure in beginsel geen zelfstandig oordeel aanmeten over de (on)rechtmatigheid van een besluit.

A
  1. Het stelsel van voorrangs- en aansluitingsregels heeft de wetgever in het leven geroepen om ervoor te waken dat de rechtspraak van de bestuursrechter niet wordt ondermijnd. Er zijn twee soorten aansluitingsregels: formele rechtskracht en oneigenlijke formele rechtskracht .
    ==> Wel juist:
  2. Het stelsel van voorrangs- en aansluitingsregels heeft de burgerlijke rechter in het leven geroepen om ervoor te waken dat de rechtspraak van de bestuursrechter niet wordt ondermijnd. Er zijn twee soorten aansluitingsregels: formele rechtskracht en oneigenlijke formele rechtskracht .
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Als een bestuursrechter een beroep tegen een besluit ongegrond heeft verklaard en het besluit vervolgens rechts onaantastbaar is geworden, gaat (ook) de burgerlijke rechter uit van de rechtmatigheid van dat besluit.
Dit beginsel heet:
1. Formele rechtskracht
2. Oneigenlijke formele rechtskracht
3. Trias politicas
4. Objectum litis

A
  1. Formele rechtskracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij een besluit waarbij voldoende waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang heeft opengestaan, en deze rechtsgang niet is gebruikt, zal de burgerlijke rechter ingeval de geldigheid van het besluit in een voor hem gevoerd geding in geschil is, ervan uit gaan dat het desbetreffende besluit zowel wat de wijze van totstandkoming als wat de inhoud betreft in overeenstemming is met het recht.
Dit beginsel heet:
1. Formele rechtskracht
2. Oneigenlijke formele rechtskracht
3. Trias politicas
4. Objectum litis

A
  1. Formele rechtskracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De formele rechtskracht is in het arrest … (vul in) bevestigd: Bij een besluit waar voldoende waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang … (vul in) gaat de burgerlijke rechter ervan uit dat de totstandkoming als wat de inhoud betreft in overeenstemming is met het recht.
In het arrest … zijn hierop twee uitzonderingen bepaald: (1) het valt de burger niet aan te rekenen dat …; en (2) de rechtsbescherming van de burgers wordt beperkt door toepassing van het publiekrecht ipv het civiele recht.

  1. Heesch / Den Akker (HR, 6 december 1986) … heeft opengestaan, ook als deze rechtsgang niet is gebruikt,… Maple Tree Holding BV (HR, 24 januari 2003)… hij geen beroep had ingesteld…
  2. Maple Tree Holding BV (HR, 24 januari 2003) … heeft opengestaan, ook als deze rechtsgang niet is gebruikt,… Heesch / Den Akker (HR, 6 december 1986) … hij geen beroep had ingesteld…
  3. Heesch / Den Akker (HR, 6 december 1986) … heeft opengestaan en is gebruikt,… Maple Tree Holding BV (HR, 24 januari 2003)… hij geen beroep had ingesteld…
  4. Maple Tree Holding BV (HR, 24 januari 2003) … heeft opengestaan, ook als deze rechtsgang niet is gebruikt,… Heesch / Den Akker (HR, 6 december 1986) … het publiekrecht minder rechtsbescherming beidt dan het privaatrecht…
A
  1. Maple Tree Holding BV (HR, 24 januari 2003) … heeft opengestaan, ook als deze rechtsgang niet is gebruikt,… Heesch / Den Akker (HR, 6 december 1986) … hij geen beroep had ingesteld…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Aangezien uitbreiding van rechtsbescherming niet moet leiden tot het tegendeel daarvan zou het gewenst zijn om voor die gevallen, waarin men niet kan vergen dat de justitiabele (tijdig) in beroep gaat, een voorziening te treffen om aan dat negatieve effect te ontkomen.
Deze rechtsoverweging maakte de HR in het arrest:
1. Arrest Heesch / Den Akker (HR, 6 december 1986)
2. Maple Tree Holding BV (HR, 24 januari 2003)
3. Bolsius/Staat der Nederlanden (HR, 2 februari 1990)
4. Pocketbooks II-arrest (HR, 24 januari 1969)

A
  1. Arrest Heesch / Den Akker (HR, 6 december 1986)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke stelling over de formele rechtskracht is onjuist?
1. De formele rechtskracht houdt in dat als een bestuursrechter een beroep tegen een besluit ongegrond heeft verklaard en het besluit vervolgens rechts onaantastbaar is geworden, dan gaat (ook) de burgerlijke rechter uit van de rechtmatigheid van dat besluit.
2. Wanneer door toedoen van het bestuursorgaan een appellant geen gebruik heeft gemaakt van de bestuursrechtelijke rechtsgang (hij is als het ware procedureel op het verkeerde been gezet), dan geldt de formele rechtskracht niet.
3. Waneer het bestuursorgaan de onrechtmatigheid van het besluit heeft erkend, zal de burgerlijke rechter afwijken van de formele rechtskracht.
4. Als een appellabel besluit door de bevoegde bestuursrechter is vernietigd omdat een beroep gegrond is, gaat de burgerlijke rechter uit van de onrechtmatigheid van het besluit. Dit heet formele rechtskracht.

A
  1. Als een appellabel besluit door de bevoegde bestuursrechter is vernietigd omdat een beroep gegrond is, gaat de burgerlijke rechter uit van de onrechtmatigheid van het besluit. Dit heet formele rechtskracht.
    ==> Moet zijn:
    Dit heet 4. Als een appellabel besluit door de bevoegde bestuursrechter is vernietigd omdat een beroep gegrond is, gaat de burgerlijke rechter uit van de onrechtmatigheid van het besluit. Dit heet Oneigenlijke formele rechtskracht.
19
Q

Welke stelling mbt de rol van de strafrechter is onjuist?
1. De strafrechter zal het optreden van het OM toetsen aan de wet en aan beginselen (van behoorlijk bestuur); en hij zal een lager algemeen verbindend voorschrift toetsen aan een hoger avv en aan ongeschreven rechtsbeginselen.
2. Wanneer een bevel onherroepelijk door de bestuursrechter is vernietigd, dient de strafrechter uit te gaan van die beslissing van de bestuursrechter; dit is bepaald in het arrest Noodgebied Amsterdam (HR, 24 september 2002).
3. Is een bevel door de bestuursrechter bij onherroepelijke uitspraak in stand gelaten, dan staat zulks er in beginsel in de weg dat de strafrechter het verweer dat het wettelijk voorschrift niet verbindend is of het bevel anderszins onrechtmatig is, zelfstandig onderzoekt en daarop beslist.
4. Alle stellingen zijn juist.

A
  1. Alle stellingen zijn juist.
20
Q

Welke stelling over het EHRM is onjuist?
1. Eerst moeten alle nationale rechterlijke instanties beslissen over de EVRM. Pas als hoger beroep en cassatie tegen de beslissing zijn gebruikt, dan kan de klacht pas worden voorgelegd aan het mensenrechtenhof.
2. Zaken worden behandeld door een alleenzittende rechter, in comités van drie rechters, in kamers van zeven rechters, of in grote Kamer van zeventien rechters
3. Een klacht bij het EHRM kan worden ingediend door een natuurlijk persoon, een niet-gouvernementele organisatie of een groep van personen.
4. Voor een individueel verzoekschrift hoeft de indiener geen persoonlijk nadeel te hebben geleden.

A
  1. Voor een individueel verzoekschrift hoeft de indiener geen persoonlijk nadeel te hebben geleden.
    ==> * Als de verzoeker door (vermeende) schending geen wezenlijk nadeel heeft geleden, wordt een individueel verzoekschrift niet ontvankelijk verklaard.
21
Q

Welke stelling over het EHRM is onjuist?
1. De einduitspraak van het EHRM is bindend voor het land waar het om gaat.
2. De prejudiciële procedure van het EHRM leidt tot een niet-bindend advies.
3. Een anoniem verzoekschrift wordt niet behandeld.
4. Het Hof kan een zaak pas in behandeling nemen binnen twaalf maanden na de datum van de definitieve nationale beslissing.

A
  1. Het Hof kan een zaak pas in behandeling nemen binnen twaalf maanden na de datum van de definitieve nationale beslissing.
    ==> binnen 6 maanden
22
Q

Welke stelling over Het Hof van Justitie van de EU is onjuist?
1. EU-burgers kunnen handhaving van hun rechten en schadevergoeding vragen bij de nationale rechters, die fungeren dan als het ware als “Europese rechter”.
2. Bij het HvJEU is er een rechter per lidstaat, plus acht advocaten-generaals.
3. Natuurlijke personen en rechtspersonen kunnen bij het HvJEU beroep instellen tegen handelingen van de Raad, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank die hen rechtstreeks en individueel raken, alsmede tegen regelgevingshandelingen die hen rechtstreeks raken en die geen uitvoeringshandelingen zijn.
4. Het Hof is bevoegd om te oordelen over een verdragschending van een lidstaat, op verzoek van een burger of van een lidstaat.

A
  1. Het Hof is bevoegd om te oordelen over een verdragschending van een lidstaat, op verzoek van een burger of van een lidstaat.
    ==> Deze procedure kan uitgaan van de Commissie of van een andere lidstaat
23
Q

Welke stelling over Het Hof van Justitie van de EU is onjuist?
1. Het Hof is bij wijze van prejudiciële beslissing bevoegd uitspraak te doen over onder meer de uitlegging van de verdragen, als een nationale rechter die beslissing nodig heeft om in een nationaal geschil uitspraak te doen.
2. In beginsel is een ‘lagere’ nationale rechter bevoegd, en is de ‘hoogste’ nationale rechter verplicht zich tot het HvJEU te wenden voor prejudiciële uitspraak.
3. Het HvJEU geeft de nationale rechter instructies hoe het Europese Unierecht in een concreet geschil moet worden toegepast.
4. Alle stellingen zijn juist.

A
  1. Het HvJEU geeft de nationale rechter instructies hoe het Europese Unierecht in een concreet geschil moet worden toegepast.
24
Q

Welke leer heeft de Hoge Raad neergelegd in HR 31 december 1915, NJ 1916, p. 407 (Guldemond-Noordwijkerhout)?
1. de objectum litis-leer.
2. de tweewegenleer.
3. de fundamentum petendi-leer.
4. de leer van de formele rechtskracht.

A
  1. de objectum litis-leer.
25
Q

Lees het onderstaande fragment.

“Voorop moet worden gesteld dat wanneer tegen een beschikking een met voldoende waarborgen omklede administratiefrechtelijke rechtsgang heeft opengestaan (zoals die ingevolge de Wet Arob), de burgerlijke rechter, zo deze beroepsgang niet is gebruikt, in geval de geldigheid van de beschikking in het voor hem gevoerde geding in geschil is, ervan dient uit te gaan dat die beschikking zowel wat haar wijze van tot stand komen als wat haar inhoud betreft in overeenstemming is met de desbetreffende wettelijke voorschriften en algemene rechtsbeginselen. Dit geldt in beginsel ook dan, indien dit de burgerlijke rechter ertoe zou nopen aan zijn uitspraak de rechtsgeldigheid ten grondslag te leggen van een beschikking waarvan als vaststaand mag worden aangenomen dat zij, als daartegen tijdig administratiefrechtelijk beroep zou zijn ingesteld, zou zijn vernietigd. De daaraan verbonden bezwaren kunnen evenwel door bijkomende omstandigheden zo klemmend worden dat op dat beginsel een uitzondering moet worden aanvaard. Of voor zulk een uitzondering plaats is, hangt bijgevolg af van de bijzonderheden van het gegeven geval.”

Welke ‘leer’ wordt in het bovenstaande fragment tot uitdrukking gebracht?
1. de objectum litis-leer.
2. de leer van de oneigenlijke formele rechtskracht.
3. de tweewegenleer.
4. de leer van de formele rechtskracht.

A
  1. de leer van de formele rechtskracht.
26
Q

Wat is geen functie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU)?
1. het in gebreke stellen van lidstaten van de EU.
2. het bieden van rechtsbescherming tegen handelingen van instellingen van de EU.
3. het beoordelen van een mogelijke verdragsschending door een lidstaat van de EU.
4. het bewaken van rechtseenheid in de EU.

A
  1. het in gebreke stellen van lidstaten van de EU.
    ==>
    De Europese Commissie kan een lidstaat van de EU in voorkomende gevallen in gebreke stellen. De overige taken die worden genoemd (alternatieven twee, drie en vier) behoren wel tot het Hof van Justitie van de Europese Unie.
27
Q

Wat is de essentie van de uitspraak EHRM 21 februari 1984, NJ 1998/937 (Özturk)?
1. Een bestuurlijke boete is geen ‘criminal charge’.
2. Een bestuurlijke boete moet onder bepaalde voorwaarden worden aangemerkt als een ‘criminal charge’.
3. Een bestuurlijke boete kan onder bepaalde voorwaarden worden aangemerkt als een ‘criminal charge’.
4. Een bestuurlijke boete is een ‘criminal charge’.

A
  1. Een bestuurlijke boete moet onder bepaalde voorwaarden worden aangemerkt als een ‘criminal charge’.
    ==>
    Het Özturk-arrest laat zien dat het EVRM van belang is bij bestuursrechtelijk handhaving. Indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan is op basis van het EVRM sprake van een ‘criminal charge’ en moet het Nederlandse bestuurs(proces)recht aan bepaalde eisen voldoen. Om de voorgaande reden zijn de alternatieven drie en vier logischerwijs niet correct. Het eerste alternatief is niet correct omdat een bestuurlijke boete onder bepaalde voorwaarden moet worden aangemerkt als een criminal charge.
28
Q

Lees het onderstaande fragment:

Samenvatting

1 Indien het uitvaardigen en uitvoeren van de Regeling verbod voedsel- en slachtafvallen (varkens) wegens de wijze waarop die regeling de belangen van de groep varkensmesters, waartoe […] behoort, aantast, jegens mesters als […] een onrechtmatige daad zou opleveren, dan brengt zulks in elk geval niet mee dat het buiten werking stellen van die regeling kan worden gevorderd. De belangen die de regeling beoogt te dienen moeten als buitengewoon zwaarwegend worden aangemerkt. De minister kon in redelijkheid tot het oordeel komen dat slechts met een verbod als in de regeling vervat, op voldoende wijze zou kunnen worden tegengegaan dat ongekookt voedsel- en slachtafval, zou worden vervoederd, zodat slechts op die manier de daarin gelegen besmettingsbron doeltreffend kon worden uitgeschakeld.

[…]

Op welke uitspraak heeft de bovenstaande samenvatting betrekking en welk leerstuk komt daarin aan de orde?

  1. HR 6 december 2002, JB 2002/3 (Pannekoekenhuis de Kabouter), schadevergoeding bij een onrechtmatige overheidsdaad.
  2. HR 18 januari 1991, AB 1991, 241 (Varkensmester I), schadevergoeding bij een rechtmatige overheidsdaad.
  3. HR 20 maart 1992, AB 1992, 406 (Bussluis Diemen), schadevergoeding bij een rechtmatige overheidsdaad.
  4. HR 2 februari 1990, AB 1990, 223 (Staat-Bolsius), schadevergoeding bij een onrechtmatige overheidsdaad.
A
  1. HR 18 januari 1991, AB 1991, 241 (Varkensmester I), schadevergoeding bij een rechtmatige overheidsdaad.
    ==> Het getoonde fragment is afkomstig uit HR 18 januari 1991 (Varkensmester I). Dit arrest heeft betrekking op de problematiek van schadevergoeding bij een rechtmatige overheidsdaad. Het lastige aan dit arrest is dat de rechtsfiguur van de onrechtmatige overheidsdaad wordt gebruikt om te komen tot een grondslag voor nadeelcompensatie.
    Het Varkensmester I-arrest wordt uitvoerig besproken in R.J.N. Schlössels e.a., Kern van het bestuursrecht, par. 10.9.2, pp. 409-410.
29
Q

Is de Nederlandse rechter vrij zelf de bepalingen van het EU-recht te interpreteren wanneer er in een zaak een vraag daaromtrent wordt opgeworpen, of moet hij daartoe eerst een ‘prejudicieel advies’ vragen bij het Hof van Justitie?

  1. Alleen de hoogste nationale rechter is in een dergelijk geval bevoegd een prejudicieel advies te vragen aan het Hof van Justitie, maar is daartoe niet verplicht. Een lagere rechter is niet bevoegd een prejudicieel advies te vragen.
  2. Zowel de hoogste nationale rechter als een lagere rechter is bevoegd de bepaling zelf te interpreteren, maar het Hof van Justitie kan achteraf oordelen dat de interpretatie onjuist was.
  3. De hoogste nationale rechter is in een dergelijk geval verplicht een prejudicieel advies te vragen aan het Hof van Justitie. Een lagere rechter is daartoe wel bevoegd, maar niet verplicht.
  4. Zowel de hoogste nationale rechter als een lagere rechter zijn in een dergelijk geval steeds verplicht een prejudicieel advies te vragen aan het Hof van Justitie.
A
  1. De hoogste nationale rechter is in een dergelijk geval verplicht een prejudicieel advies te vragen aan het Hof van Justitie. Een lagere rechter is daartoe wel bevoegd, maar niet verplicht.
    ==> Dit volgt uit artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Lagere nationale rechters zijn bevoegd om in voorkomende gevallen een prejudiciële vraag te stellen. De hoogste nationale rechters zijn in voorkomende gevallen daartoe verplicht. Om de voorgaande reden zijn het eerste, tweede en vierde alternatief niet correct.
30
Q

Casus: HR-arrest Guldemond-Noordwijkerhout.
Welk criterium hanteert de Hoge Raad in het arrest Guldenmond-Noordwijkerhout om te bepalen of de rechterlijke macht bevoegd is kennis te nemen van geschillen tussen een burger en de overheid?
1. Het gaat om artikel 6 van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden.
2. De Hoge Raad overwoog ‘dat uit een en ander valt af te leiden, dat ook in artikel 2 RO de uitsluitende bevoegdheid van de rechterlijke macht is afhankelijk gesteld van het voorwerp van het geschil, dat is van het recht waar in de aanlegger vraagt te worden beschermd, en niet van den aard van het recht waarop de verweerder zijn verweer grondt’. Het enkele feit dat de burger vraagt beschermd te worden in een geschil over een burgerlijk recht of een schuldvordering (in de vorm van een vordering uit onrechtmatige daad), is bepalend voor de bevoegdheid van de burgerlijke rechter.
3. Het arrest heeft betrekking op de relatie tussen de burgerlijke en de bestuursrechter. In dat kader formuleert de Hoge Raad de leer van de (eigenlijke) formele rechtskracht. Heeft tegen een besluit van een bestuursorgaan beroep opengestaan op een bestuursrechter, terwijl van deze mogelijkheid geen gebruik is gemaakt, dan heeft dit besluit formele rechtskracht voor de burgerlijke rechter.
4. Geen van deze antwoorden is juist.

A
  1. De Hoge Raad overwoog ‘dat uit een en ander valt af te leiden, dat ook in artikel 2 RO de uitsluitende bevoegdheid van de rechterlijke macht is afhankelijk gesteld van het voorwerp van het geschil, dat is van het recht waar in de aanlegger vraagt te worden beschermd, en niet van den aard van het recht waarop de verweerder zijn verweer grondt’. Het enkele feit dat de burger vraagt beschermd te worden in een geschil over een burgerlijk recht of een schuldvordering (in de vorm van een vordering uit onrechtmatige daad), is bepalend voor de bevoegdheid van de burgerlijke rechter.
31
Q

Hoe wordt de leer die de Hoge Raad in het arrest Guldemond-Noordwijkerhout formuleerde genoemd en is deze leer nog steeds van kracht?
1. Dit leerstuk wordt aangemerkt als de objectum litis-leer. In vergelijking met vroeger is de betekenis van de aanvullende rechtsbescherming door de burgerlijke rechter aanzienlijk verminderd. De reden hiervoor is de opkomst van volwaardige bestuursrechters. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gewezen op de mogelijkheden om bij de bestuursrechter een schadevergoeding inzake een (on)rechtmatige overheidsdaad in te dienen.
2. Dit leerstuk wordt aangemerkt als de fundanentum petendi-leer. In vergelijking met vroeger is de betekenis van de aanvullende rechtsbescherming door de burgerlijke rechter aanzienlijk verminderd. De reden hiervoor is de opkomst van volwaardige bestuursrechters. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gewezen op de mogelijkheden om bij de bestuursrechter een schadevergoeding inzake een (on)rechtmatige overheidsdaad in te dienen.
3. Dit leerstuk wordt aangemerkt als de objectum litis-leer. In vergelijking met vroeger is de betekenis van de aanvullende rechtsbescherming door de burgerlijke rechter verstrekt door jurisprudentie waarbij de Hoge Raad steeds een grotere rol neemt in de rechtsbescherming van de burger.
4. Dit leerstuk wordt aangemerkt als de fundanentum petendi-leer. In vergelijking met vroeger is de betekenis van de aanvullende rechtsbescherming door de burgerlijke rechter verstrekt door jurisprudentie waarbij de Hoge Raad steeds een grotere rol neemt in de rechtsbescherming van de burger.

A
  1. Dit leerstuk wordt aangemerkt als de objectum litis-leer. In vergelijking met vroeger is de betekenis van de aanvullende rechtsbescherming door de burgerlijke rechter aanzienlijk verminderd. De reden hiervoor is de opkomst van volwaardige bestuursrechters. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gewezen op de mogelijkheden om bij de bestuursrechter een schadevergoeding inzake een (on)rechtmatige overheidsdaad in te dienen.
32
Q

Op welk leerstuk heeft het arrest HR 16 mei 1986 (Heesch-Van den Akker) betrekking?
1. objectum litis-leer
2. fundamentum petendi-leer
3. formele rechtskracht
4. oneigenlijke formele rechtskracht

A
  1. formele rechtskracht
33
Q

Wanneer is het leerstuk formele rechtskracht van het arrest HR 16 mei 1986 (Heesch-Van den Akker) is niet van toepassing?
1. Als de burger een onrechtmatige daad vordering doet bij de burgerlijke rechter.
2. Als de burger op de verkeerde been is gezet waardoor hij geen gebruik maakte van het recht op bezwaar of beroep.
3. Bij klemmende omstandigheden of in een geval waarin het bestuursorgaan toegeeft onrechtmatig te hebben gehandeld.
4. Altijd van toepassing

A
  1. Bij klemmende omstandigheden of in een geval waarin het bestuursorgaan toegeeft onrechtmatig te hebben gehandeld.
34
Q

Een burger stelt een actie uit onrechtmatige daad in tegen de overheid: hij stelt schade geleden te hebben als gevolg van een besluit van de overheid. Wanneer de burger dat besluit niet eerst ter beoordeling aan de bestuursrechter heeft voorgelegd, terwijl daarvoor wel een rechtsgang openstond, wat zal dan de handelswijze van de burgerlijke rechter zijn?
1. Als de burger het besluit niet heeft aangevochten terwijl de optie van bezwaar en beroep wel open stond, zal de burgerlijke rechter het besluit als rechtmatig beschouwen, en de zaak niet ontvankelijk verklaren.
2. De burgerlijke rechter is bevoegd en zal de vordering van de burger ontvankelijk verklaren, maar hij zal vervolgens uitgaan van de rechtmatigheid van het betrokken besluit, en de vordering dientengevolge afwijzen.
3. De burgerlijke rechter is bevoegd en zal de vordering van de burger ontvankelijk verklaren, en zal vervolgens de vordering inhoudelijk beoordelen.
4. Geen van deze opties is juist.

A
  1. De burgerlijke rechter is bevoegd en zal de vordering van de burger ontvankelijk verklaren, maar hij zal vervolgens uitgaan van de rechtmatigheid van het betrokken besluit, en de vordering dientengevolge afwijzen.
35
Q

Maakt het voor het oordeel van de burgerlijke rechter over de rechtmatigheid van een besluit, waartegen de burger geen bestuursrechtelijke rechtsgang heeft gevolgd terwijl dat wel mogelijk was, verschil of dat beroep wel kansrijk zou zijn geweest?
1. Ja
2. Nee

A
  1. Nee
    ==> Voor de burgerlijke rechter maakt het niet uit of het beroep (mogelijk) kansrijk zou zijn geweest. In het arrest Heesch-Van de Akker overwoog de Hoge Raad dat de regel van de formele rechtskracht óók geldt: ‘indien dit de burgerlijke rechter ertoe zou nopen aan zijn uitspraak de rechtsgeldigheid ten grondslag te leggen van een beschikking waarvan als vaststaand mag worden aangenomen dat zij, áls daartegen tijdig administratiefrechtelijk beroep zou zijn ingesteld, zou zijn vernietigd’.
36
Q

Casus: Café Kerkzicht in Simpelveld.

David de Vroe is exploitant en eigenaar van het café Kerkzicht, gelegen aan de Dorpsstraat in Simpelveld. Hij beschikt ook over een terrasvergunning en heeft een druk bezet terras voor zijn café. Het college van burgemeester en wethouders van Simpelveld (hierna: het college) trekt echter onverwacht de terrasvergunning in wegens herhaalde vermeende overtredingen van de vergunningsvoorschriften. David maakt bezwaar bij het college tegen het intrekken van de terrasvergunning, maar dat wordt afgewezen. Vervolgens stelt hij beroep in bij de bestuursrechter van de rechtbank Zuid-Nederland (vestiging Maastricht). Deze stelt David in het gelijk, en maakt de intrekking van de vergunning ongedaan. Het terras is echter wekenlang onterecht gesloten geweest, waardoor ‘Kerkzicht’ fors omzetverlies heeft geleden. De schade bedraagt € 48.000. David is voornemens om deze schade bij de bestuursrechter te claimen.

Kan David in casu een verzoek tot schadevergoeding indienen bij de bestuursrechter?
1. Ja
2. Nee

A
  1. Nee
    ==> Ingevolge artikel 8:88, eerste lid, sub a Algemene wet bestuursrecht is de bestuursrechter bevoegd om een bestuursorgaan te veroordelen tot een schadevergoeding die een belanghebbende lijdt als gevolg van een onrechtmatig besluit. De rechtbank Zuid-Nederland heeft het besluit van het college van burgemeester en wethouders in beroep vernietigd. Daarmee is de onrechtmatigheid gegeven. Desondanks kan David geen schadeclaim indienen bij de bestuursrechter. De reden hiervoor is dat de bestuursrechter niet bevoegd is om te oordelen over schadebedragen die hoger zijn dan € 25.000 (zie artikel 8:89, tweede lid Algemene wet bestuursrecht).
37
Q

Casus: Café Kerkzicht in Simpelveld.

David de Vroe is exploitant en eigenaar van het café Kerkzicht, gelegen aan de Dorpsstraat in Simpelveld. Hij beschikt ook over een terrasvergunning en heeft een druk bezet terras voor zijn café. Het college van burgemeester en wethouders van Simpelveld (hierna: het college) trekt echter onverwacht de terrasvergunning in wegens herhaalde vermeende overtredingen van de vergunningsvoorschriften. David maakt bezwaar bij het college tegen het intrekken van de terrasvergunning, maar dat wordt afgewezen. Vervolgens stelt hij beroep in bij de bestuursrechter van de rechtbank Zuid-Nederland (vestiging Maastricht). Deze stelt David in het gelijk, en maakt de intrekking van de vergunning ongedaan. Het terras is echter wekenlang onterecht gesloten geweest, waardoor ‘Kerkzicht’ fors omzetverlies heeft geleden. De schade bedraagt € 48.000.
David dient zijn verzoek tot schadevergoeding in bij de burgerlijke rechter. Hij vordert de schadevergoeding op basis van een onrechtmatige daadsactie.

Kan David zijn vordering tot schadevergoeding indienen bij de burgerlijke rechter?
1. Ja
2. Nee

A
  1. Ja
    ==> Ingevolge HR 31 december 1915 is de burgerlijke rechter bevoegd indien een vordering op basis van het burgerlijk recht – in dit geval een actie uit onrechtmatige daad – wordt ingediend. De burgerlijke rechter zal de vordering ook ontvankelijk verklaren. De reden hiervoor is dat de bestuursrechter vanwege de hoogte van de gestelde schade (€ 48.000) niet bevoegd is (zie artikel 8:88, eerste lid, sub a Algemene wet bestuursrecht jo artikel 8:89, tweede lid Algemene wet bestuursrecht).
38
Q

Casus: Café Kerkzicht in Simpelveld.

David de Vroe is exploitant en eigenaar van het café Kerkzicht, gelegen aan de Dorpsstraat in Simpelveld. Hij beschikt ook over een terrasvergunning en heeft een druk bezet terras voor zijn café. Het college van burgemeester en wethouders van Simpelveld (hierna: het college) trekt echter onverwacht de terrasvergunning in wegens herhaalde vermeende overtredingen van de vergunningsvoorschriften. David maakt bezwaar bij het college tegen het intrekken van de terrasvergunning, maar dat wordt afgewezen. Vervolgens stelt hij beroep in bij de bestuursrechter van de rechtbank Zuid-Nederland (vestiging Maastricht). Deze stelt David in het gelijk, en maakt de intrekking van de vergunning ongedaan. Het terras is echter wekenlang onterecht gesloten geweest, waardoor ‘Kerkzicht’ fors omzetverlies heeft geleden. De schade bedraagt € 48.000.
David dient zijn verzoek tot schadevergoeding in bij de burgerlijke rechter. Hij vordert de schadevergoeding op basis van een onrechtmatige daadsactie.

De burgerlijke rechter oordeelt in beroep dat het college van burgemeester en wethouders van Simpelveld inderdaad een onrechtmatige daad heeft gepleegd. De vordering tot schadevergoeding wordt om die reden toegewezen aan David. Er wordt geen hoger beroep ingesteld en David hervat de exploitatie van het terras. Het college is echter van mening dat er te veel terrassen zijn in Simpelveld en doet de gemeenteraad het voorstel de gemeentelijke Terrasverordening aan te scherpen. De raad besluit overeenkomstig, en op grond van de nieuwe regels wordt de terrasvergunning van ‘Kerkzicht’ opnieuw ingetrokken. David komt meteen in actie en maakt bezwaar bij het bestuursorgaan dat het besluit tot aanscherping van de Terrasverordening heeft genomen: de gemeenteraad.

Hoe dient de gemeenteraad te reageren op het door David ingediende bezwaarschrift?

  1. De gemeenteraad dient het bezwaarschrift in behandeling te nemen.
  2. De gemeenteraad dient zich onbevoegd te verklaren om het bezwaar van David te beoordelen.
  3. De gemeenteraad dient zich onbevoegd te verklaren om het bezwaar van David te beoordelen, en adviseert David om beroep in te stellen bij de bestuursrechter.
  4. De gemeenteraad dient het bezwaarschrift naar het bestuursorgaan te sturen dat bevoegd is om het bezwaar in behandeling te nemen, namelijk het college van B&W.
A
  1. De gemeenteraad dient zich onbevoegd te verklaren om het bezwaar van David te beoordelen.
    ==> De gemeenteraad is onbevoegd om het bezwaar van David te beoordelen. De Terrasverordening is een algemeen verbindend voorschrift waartegen op grond van artikel 8:3, eerste lid, sub a, Algemene wet bestuursrecht geen beroep openstaat. Om die reden is het evenmin mogelijk om tegen de aanpassing van de Terrasverordening een bezwaarschrift in te dienen.
39
Q

Casus: Café Kerkzicht in Simpelveld.

David de Vroe is exploitant en eigenaar van het café Kerkzicht, gelegen aan de Dorpsstraat in Simpelveld. Hij beschikt ook over een terrasvergunning en heeft een druk bezet terras voor zijn café. Het college van burgemeester en wethouders van Simpelveld (hierna: het college) trekt echter onverwacht de terrasvergunning in wegens herhaalde vermeende overtredingen van de vergunningsvoorschriften. David maakt bezwaar bij het college tegen het intrekken van de terrasvergunning, maar dat wordt afgewezen. Vervolgens stelt hij beroep in bij de bestuursrechter van de rechtbank Zuid-Nederland (vestiging Maastricht). Deze stelt David in het gelijk, en maakt de intrekking van de vergunning ongedaan. Het terras is echter wekenlang onterecht gesloten geweest, waardoor ‘Kerkzicht’ fors omzetverlies heeft geleden. De schade bedraagt € 48.000.
David dient zijn verzoek tot schadevergoeding in bij de burgerlijke rechter. Hij vordert de schadevergoeding op basis van een onrechtmatige daadsactie.

De burgerlijke rechter oordeelt in beroep dat het college van burgemeester en wethouders van Simpelveld inderdaad een onrechtmatige daad heeft gepleegd. De vordering tot schadevergoeding wordt om die reden toegewezen aan David. Er wordt geen hoger beroep ingesteld en David hervat de exploitatie van het terras. Het college is echter van mening dat er te veel terrassen zijn in Simpelveld en doet de gemeenteraad het voorstel de gemeentelijke Terrasverordening aan te scherpen. De raad besluit overeenkomstig, en op grond van de nieuwe regels wordt de terrasvergunning van ‘Kerkzicht’ opnieuw ingetrokken. David stapt naar de burgerlijke rechter. Hij stelt een actie uit onrechtmatige daad in tegen de gemeente Simpelveld en eist dat de wijziging van de Terrasverordening ongedaan wordt gemaakt.
Zal de burgerlijke rechter de zaak van David inhoudelijk beoordelen?
1. Ja, het gaat om een onrechtmatige daad, en daarom is de burgerlijke rechter bevoegd.
2. Ja, de burgerlijke rechter zal de vordering ook in behandeling nemen omdat tegen de vaststelling van algemeen verbindende voorschriften geen bestuursrechtelijke rechtsgang openstaat.
3. Ja; wegens het ontbreken van een bestuursrechtelijke rechtsgang kan er geen sprake zijn van formele rechtskracht van het besluit, waardoor de burgerlijke rechter kan toekomen aan een inhoudelijke beoordeling van het besluit en de vordering van David.
4. Alle stellingen zijn juist.

A
  1. Alle stellingen zijn juist.
40
Q

David dient een onrechtmatige daad vordering in bij de burgerlijke rechter, tegen een verordening van de gemeente.
Tijdens de behandeling van de zaak door de burgerlijke rechter blijkt dat de wijziging van de Terrasverordening ernstig in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel.
Welke stelling is onjuist?
1. De burgerlijke rechter kan een algemeen verbindend voorschrift niet in het algemeen vernietigen, hij kan deze enkel onverbindend verklaren, waardoor het AVV de facto vernietigd wordt (maar formeel niet).
2. In het landbouwvliegers- of Sproeivliegtuigenarrest (HR 16 mei 1986, AB 1986, 574) bepaalde de Hoge Raad dat de burgerlijke rechter algemeen verbindende voorschriften aan rechtsbeginselen kan toetsen, tenzij het een wet in formele zin betreft. Maar dat laatste is hier niet het geval, aangezien een gemeentelijke verordening in het geding is.
3. Alle stellingen zijn juist.

A
  1. De burgerlijke rechter kan een algemeen verbindend voorschrift niet in het algemeen vernietigen, hij kan deze enkel onverbindend verklaren, waardoor het AVV de facto vernietigd wordt (maar formeel niet).
    ==>
    de burgerlijke rechter kan een algemeen verbindend voorschrift niet in het algemeen vernietigen, hij kan deze enkel onverbindend verklaren voor het concrete geval dat is voorgelegd.
41
Q

David dient een onrechtmatige daad vordering in bij de burgerlijke rechter, tegen een verordening van de gemeente.
Tijdens de behandeling van de zaak door de burgerlijke rechter blijkt dat de wijziging van de Terrasverordening ernstig in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel.
De rechter verklaart de wijziging van de Terrassenverordening (deels) onverbindend.
Vervolgens trekt de gemeenteraad van Simpelveldde (eerdere) wijziging van de Terrasverordening in. David krijgt zijn vergunning terug en hervat de exploitatie van zijn terras. De ellende is echter nog niet voorbij: het volgende voorjaar begint de gemeente met groot onderhoud van de Dorpsstraat: alles ligt maandenlang open. Bezoekers mijden het terras van Kerkzicht vanwege het lawaai, de moeilijke bereikbaarheid, de regelmatig terugkerende stank en het zand dat in je glas waait. David stapt opnieuw naar de burgerlijke rechter en vordert op basis van een onrechtmatigedaadsactie dat de gemeente de werkzaamheden beëindigt dan wel schadevergoeding betaalt.
Zal de burgerlijke rechter de vordering van David inhoudelijk beoordelen?

  1. David kan bij een bestuursrechter vragen om nadeelcompensatie (zelfstandig schadebesluit) of om een onzuiver schadebesluit. Omdat deze weg openstaat, zal is de weg naar de burgerlijke rechter hier niet open.
  2. De burgerlijke rechter is bevoegd. De vordering is ook ontvankelijk. De burgerlijke rechter kan de vordering inhoudelijk beoordelen.
  3. De burgerlijke rechter is bevoegd. De vordering is ook ontvankelijk. Maar de burgerlijke rechter kan de vordering niet inhoudelijk beoordelen vanwege de formele rechtskracht.
  4. Geen stelling is juist.
A
  1. De burgerlijke rechter is bevoegd. De vordering is ook ontvankelijk. De burgerlijke rechter kan de vordering inhoudelijk beoordelen.
    ==>
    De burgerlijke rechter is bevoegd. De reden hiervoor is dat David een vordering op basis van het burgerlijk recht indient (zie HR 31 december 1915 Guldemond-Noordwijkerhout). De vordering is ook ontvankelijk. De werkzaamheden betreffen een feitelijke handeling en daartegen staat geen bestuursrechtelijke rechtsgang open. Het voorgaande betekent dat de burgerlijke rechter de vordering inhoudelijk kan beoordelen. Vanwege het ontbreken bestuursrechtelijke rechtsbescherming kan van (eigenlijke) formele rechtskracht geen sprake zijn.
42
Q

Welke leer heeft de Hoge Raad neergelegd in HR 31 december 1915, NJ 1916, p. 407 (Guldemond-Noordwijkerhout)?

  1. De objectum litis leer
  2. De fundamentum petendi leer
  3. De tweewegenleer
  4. De leer van de formele rechtskracht
A
  1. De objectum litis leer
43
Q

Is de Nederlandse rechter vrij zelf de bepalingen van het EU-recht te interpreteren wanneer er in een zaak een vraag daaromtrent wordt opgeworpen, of moet hij daartoe eerst een ´prejudicieel advies´ vragen bij het Hof van Justitie?

  1. De nationale rechter kan in een dergelijk geval een prejudicieel advies vragen aan het Hof van Justitie, maar is daartoe niet verplicht.
  2. De nationale rechter is vrij de bepaling zelf te interpreteren, maar het Hof van Justitie kan achteraf oordelen dat de interpretatie onjuist was.
  3. De hoogste nationale rechter moet in een dergelijk geval een prejudicieel advies vragen aan het Hof van Justitie. Een lagere rechter is daartoe wel bevoegd, maar niet verplicht.
  4. Hij moet in een dergelijk geval steeds een prejudicieel advies vragen aan het Hof van Justitie.
A
  1. De hoogste nationale rechter moet in een dergelijk geval een prejudicieel advies vragen aan het Hof van Justitie. Een lagere rechter is daartoe wel bevoegd, maar niet verplicht.